dinsdag 25 december 2007

Wish You Were Here

Een dag in het vroege voorjaar. Het is nog stil in huis wanneer ik voorzichtig de trap afsluip. Ik wil niemand wakker maken, mijn missie vandaag is van mij. Mijn voorbereiding op de dag moet in stilte gebeuren. Ongestoord wil ik vertrekken. Mijn ontbijt bestaat uit een pakje saroma met wat melk. Ik klop een hele kom vol en begin traag te eten. Alles moet op, hier zal ik de eerste uren op teren. Onderwijl smeer ik wat boterhammen, met hagelslag. Ik denk niet na over het waarom, ik doe dit omdat ik dit al jaren zo doe. Er zijn geen andere opties. Dit is een dagelijks ritueel. Ik gluur naast het gordijn dat voor het raampje van de achterdeur hangt naar buiten, een half mistige wereld. Nog geen zon, toch is het al mei. Dit jaar laat het voorjaar lang op zich wachten. Ik verwacht een koude dag en heb een extra trui klaargelegd. Veel neem ik niet mee op mijn reis. Ik bereid niet voor, amper eigenlijk. Later, veel later zal ik leren over voorbereiden, het nut en het plezier daarvan. Nu leef ik in het moment, voorbereiden kost momenten, en ik wil geen moment verloren laten gaan. Ik heb mijn boterhammen gesmeerd en in een zakje gedaan. Het zijn er zes, voldoende lijkt mij. Ik eet weinig. Al jaren eet ik weinig en weeg ik evenzo, het is zoals het is.

Even voor achten stap ik op. Mijn route is bepaald. Zonder kaart, namen van steden en de ANWB bewegwijzering zullen mij naar mijn doel leiden. Een andere wegbereider heb ik niet. Jawel, mijn rotsvast vertrouwen in mijzelf: ik zal aankomen. In de kille ochtendlucht duurt het even voordat ik opgewarmd ben. Het is rustig op straat, de lichte mist verwaait de geluiden van verwijderende auto's. Ik sla geen acht op mijn omgeving, ik ben nog niet wakker. De saroma pap drukt zwaar op mijn maag. Ik heb alles opgegeten, ik ben het niet gewend zo'n volle maag te hebben. Ik verman mij. Wat vreemd op deze leeftijd, ik ben nog een jongen, ik verjongen mij dus. Ik draag mijn last omdat ze onderdeel uitmaakt van mijn plan voor deze dag. Ik trap en mijn fiets komt in beweging. Zes uren heb ik minimaal te gaan. Ik jaag de stad uit, zo snel mogelijk wil ik buiten zijn, het gevoel hebben echt op weg te zijn. Over de Selfkant rijd ik noordwaarts, het eerste stuk doorkruis ik duits grondgebied. Hier mag ik niet stoppen zo is mij verteld. Ik haast mij over deze weg en hoop geen lekke band te krijgen.

De mist trekt langzaam op en vervaagt in een grijze wolkenmassa. De zon zal mij vandaag niet vergezellen. Via Koningsbosch rijd ik naar Posterholt en neem de klim naar Roermond, via buitenwijken langs flats met daarop enorme muziekinstrumenten geschilderd, een poging er nog iets van te maken van deze kolossen van beton, tref ik na een bocht net buiten de stad de rivier de Maas. Ze zal me vergezellen tot aan het einde van mijn reis vandaag. In Venlo steek ik de Maas over en fiets weg van de oever in de richting van Bergen. In Vierlingsbeek pauzeer ik voor de laatste keer vandaag. Ik ben bijna op mijn bestemming, Cuijk bereik ik om half vier in de middag. Een korte begroeting en ik ben alleen in de woonkamer, anderen werken en ik vermaak mijzelf.

Door de platen verzameling bladerend kom ik bekende namen van eerder tegen, toen ik nog kleiner was. De muziek waarmee ik opgroeide, Bee Gees, Stones, Boudewijn de Groot. En platen van Freek de Jonge, de laatste oude jaarsconference. Ik luister een stukje, ik ben niet geboeid, heb het al gehoord en ken de clou al. Het is niet nieuw. En na een dag vol nieuwe indrukken, wegen die nog onontdekt waren, zucht mijn brein naar meer, nieuw, nieuw, nieuw! Ik duik nogmaals in de stapel LP's. Creedence Clearwater, CCC, Deep Purple. Ik luister een nummer van de eerste, meer van hetzelfde, ik ken het deuntje. Nog een keer kijken, voor ik het helemaal opgeef en naar ander vertier zoek. Een laatse keer verleg ik platen van de ene naar de ander stapel. Een witte hoes, met een foto: twee mannen waarvan één in brand. Wat is dit? Hoe anders dit beeld dan mannen uit een ver verleden, met lang haar en een dopey uitstraling. Dit is een strak beeld, geregiseerd, als een shot uit een film. En dan het brede witte kader om de foto die brandend uitloopt in het wit. Een kunst-hoes. Geen marketing foto, maar een beeldmerk. Welke band is dit? Ik keer de hoes om, op de voorkant geen namen, geen tekst. Eveneens niet op de achterkant. Ook daar een foto, een man zonder gezicht in een woestijnlandschap waarvan het zand via het kader uit de foto loopt.

Ik haal de LP in haar binnenhoes uit de buitenhoes. Tekst op de binnenhoes, songteksten. De naam van de band. Ik lees vluchtig, onderwijl haal ik de LP eruit. Leg 'm op de draaitafel en laat de naald zakken. Ik wacht, het lijkt een lange aanloopgroef, maar nadat ik het volume heb opgedraaid blijkt de muziek meteen begonnen te zijn, heel langzaam neemt de luidsterkte toe. Vol onbegrip luister ik een paar minuten ademloos. Geen rock-ritmes, geen ballad, niets van wat ik ken. Dit is anders, vreemd, en raar. Wat een rare muziek, is dit wel muziek? Ik til de naald op en verplaats hem naar een flink stuk verder op de plaat. Er zit al meer ritme in en harmonie, maar nog kan ik het niet thuisbrengen. Het eerste nummer beslaat zowat driekwart van kant A van de LP. Een heel lang nummer, moet ik daar op gaan wachten? Ik snap de plaat niet, en de muziek kan ik niet plaatsen. Het past niet in wat ik ken, dit is nieuw, ja dat wel. Ik draai de plaat om. Op zoek naar iets dat ik kan koppelen aan voor mij bekende muziek. Ik vind het niet, ik begrijp het niet. Wie vindt dit nu mooi? Nog een keer probeer ik het, van vooraf aan. Ik raak verwarder en verwarder. Mijn definitie van muziek staat niet toe dit eronder te scharen. Vertwijfeld maar ook boos van onbegrip zet ik de draaitafel stil. De LP gaat weer in de hoes en op de stapel, dat nog net. Nog een keer bekijk ik de hoes, misschien vind ik hier een aanwijzing. Maar nee, ik kom er niet uit. Vandaag geen muziek meer voor mij, ik ga even op bed liggen, vermoeid van deze overdonderende nieuwigheid.

1 opmerking:

Arthur zei

Wow, je kan met mindere muziek opgroeien!