zaterdag 24 april 2010

Piep, kraak

In Ierland is een wet aangenomen die blasfemie strafbaar stelt. Als je daar Potverdomme met een G zegt, kun je een boete opgelegd krijgen van 30.000 euro. Een wet om iets te verbieden, om de vrijheid van velen te beperken, om zogenaamd een bevolkingsgroep te beschermen tegen een krenking. Maar die krenking zit nu juist in dit wetsartikel vervat, het is expliciet gemaakt door vloeken strafbaar te stellen. Wat is er aan de hand, dat dit nu nodig lijkt?
In Denemarken is een Somaliër het huis van een beroemd cartoonist binnengedrongen met een bijl en een mes. De cartoonist maakte een spotprent over de profeet Mohammed. Die prent viel niet in goede aarde bij moslims elders in de wereld. De Somaliër blijkt banden te hebben met een radicale moslimgroepering. Waarom is het nodig dat deze man het recht in eigen hand wil nemen?
In Nederland voert men een proces tegen Geert Wilders, een politicus die de Koran - het heilige boek van de Moslims - wil verbieden. Hij maakte de vergelijking met het nazistisch geschrift van Adolf Hitler. Is het nodig dat deze politucus de mond gesnoerd wordt?

Er is een beweging gaande in maatschappijen over de hele wereld die neigt naar het maken van meer regels en wetten. We willen beschermd worden, en zoeken die bescherming in het afdwingen van gedrag van een ander middels het strafbaar stellen van gedrag dat ons - een deel van die maatschappij - niet bevalt, of zelfs 'pijn' doet. Het lijkt alsof we geen ander middel zien om onze zin te krijgen - of dat terecht is of niet is hier niet het issue - dan via het rechtsysteem ons gelijk afdwingen. En een groot deel van de mensheid lijkt hierin te berusten. Lijkt. Want de morele meerderheid slaapt. De morele meerderheid doet de mond niet open. De morele meerderheid is bang voor sancties. Juist deze angst, het bang zijn voor het gedrag van de ander - vloeken, een aanslag, belediging - ontstaat, of is een reactie op de angst die leidt tot dit gedrag van afdwingen. We zijn in elkaars greep en kopiëren elkaars gedrag. Biologisch en psychologisch gezien een juiste aanpak. Als je toenadering zoekt, kun je het best het gedrag of de emotie van de ander imiteren, dat schept een band. Alleen is het hier een strategie van de dommen, ik zou zelfs willen zeggen: de gekken. We zijn - om met Wilders te spreken - knettergek. We hebben ons verstand verloren en ons overgegeven aan de oer-emotie: Angst.

Hoe kan dit? Waarom laten we ons hierin zo gaan, waarom is er nu geen rem van redelijkheid? Het lijkt erop dat er maatschappelijk draagvlak is om de meest ridicule eisen van minderheden in te willigen, om zo de wederzijdse angst te bezweren. En daarvoor gebruiken we ons systeem van wetten en regels, dat daarvoor al lang niet meer voldoet. Zie de moorden op Theo van Gogh en Pim Fortuyn.

We denken nog steeds dat we uitwassen in de hand kunnen houden met nieuwe wetten en regels. Ons denken is hierbij de beperkende factor, want de emotie angst laat zich niet wegdenken. En ook niet vervatten in een regeltje, niet meer. Eeuwenlang heeft de kerk het alleenrecht gehad op de controle van angst. Een gehoorzame burgerij was het resultaat, de macht was bij de staat en kerk in goede handen, iedereen was veilig vanwege het geloof in het bestaan van God en Allah of dankzij elk ander concept van almacht. Daaraan komt in de komende decennia definitief een einde. Regels, wetten, de starheid van de kaders van religie, voldoen niet langer om onze angst te bezweren. Mensen als Fortuyn, van Gogh en ook Wilders tonen aan dat ons systeem niet langer voldoet.

We zitten vast in een paradox van het elkaar bevechten op regels, er is voortdurend strijd over wat wel en niet mag, volgens de regels. Maar het systeem piept en het kraakt. Niet lang meer voordat het uiteenvalt, en dan staan we met lege handen, zo lijkt het. We hebben eeuwen vertrouwd op een systeem dat baseerde op de rede, ons denken, de redelijkheid. En we houden er liefst aan vast, omdat het bekend is, we zijn expert in het stellen van regels. Zoals de Romeinen perse hun brute oorlogszuchtige gedrag wilden voortzetten om de macht te behouden, naast dat zij achteroverleunden in de weelde die ze verwierven. Dé Romeinen bestaan niet meer.