vrijdag 26 maart 2010

Rust

De telefoon gaat. Zal ik opnemen? Of werk ik nog wat verder aan de tekst die nu voor me ligt. Ach, het lukte toch al niet zo goed, laat ik maar eens kijken wie mij wil storen en met wat. Oei, de telefoon opnemen, een lastige. Nog steeds belemmert mijn telefonofobie mij in mijn contacten met de buitenwereld. Maar hier en nu in de Schotse Hooglanden ben ik ervan afhankelijk. En het is beter dat ze mij bellen, dan krijg ik nog een signaal van buiten dat me aan de 'wereld' verbindt, aan me trekt. Vanuit mezelf opbellen, die stap is veel groter. Al 3 weken zit ik hier in het "hutje". Buiten waait de wind guur om de oeroude stenen waaruit mijn tijdelijk onderkomen is opgetrokken. Eeuwenlang staat het hier stevig verankerd in de rotsige bodem. Voor 3 maanden proviand en met het beekje 'up-hill', zoals de oude McBain mij typisch weet na te bauwen, is vers water ook geen probleem. Zeker niet met de regens van de afgelopen periode. Saai is niet het goede woord om de dagen te beschrijven die ik hier tot vandaag heb doorgebracht. En geheel zonder inspiratie zat ik ook niet. Toch lukte het niet om een sterk begin te maken met de meegenomen opdrachten voor de weekendbijlage van de Volkskrant. Teveel bezig geweest met columpjes voor allerhande dag en weekbladen. Leuk om te doen, en elke dag ook wel iets om te verzinnen. Maar veel zoden aan het dijk zet het niet. Alweer een columnpje. En dan is er voor een moment de berusting, het fijne gevoel: ik heb weer iets geproduceerd. Even genieten met een drankje en wat chatten met mijn vrienden over de situatie in Nederland, en mijn alweer net zo zen-achtige dag als gisteren.

Hoe anders de reeks waarvoor ik met de hoofdredactie een strakke planning heb afgesproken. En waarom ik me helemaal hier heb teruggetrokken in het verlaten Schotse land. Nu ja, de dieren lopen buiten rond, als je dat bevolking kunt noemen. Het uitzicht is fantastisch, de regen deert me niet. Op mijn dagelijkse wandelingen word ik toch wel nat, ook in het geleende dikke regenpak. McBain zweert nog steeds bij de goede oude kwaliteit van het zware gevoerde plastic. Ik vrees dat het pak wel 2 kilo weegt. Maar het went, en het brengt voor mij een zekere romantiek met zich mee. "Alles is materiaal", en zo gebruikte ik dit voor een vluchtig stukje over 'normen en waarden'. En dan had ik gedacht hier ook tijd te vinden om verder te werken aan de structuur van mijn boek, het verhaal dat ik geen roman wil laten worden. Pagina's produceren is voor mij haast organisch en lukt me zelfs in een druk café wel. Beter zelfs. Hoe meer geroezemoes, hoe minder ik mijn gedachten waarneem en het schrijven een eigen weg neemt. Maar bij het opzetten van de structuur, het nadenken over en beschouwen van wat er al is en of het correct in elkaar grijpt, daarvoor heb ik mijn volle verstand nodig. En rust en stilte. Die vind ik hier maar niet, die rust. Hoe verraderlijk het idee zo'n stille plek op te zoeken, om er daar aangekomen achter te komen dat het niet biedt wat ik nu nodig heb. De worsteling duurt al maanden, een jaar geleden startte ik met het manuscript. Vanuit het niets, om een lolletje. De reacties uit de omgeving waren zo stimulerend dat ik in een maand een redelijk begin had gemaakt, karakters, een plot, verhaallijn, opbouw. Alle ingrediënten rolden als vanzelf uit mijn pen. En toen begon ik met nadenken, en bleef het verhaal lang in de kast liggen. Gelukkig ben ik er voor mijn bestaan niet van afhankelijk. Het commercieel schrijven levert genoeg op om in mijn onderhoud te voorzien. En dat gaat steeds door, waar ik ook ben. Goed, ik kan niet reizen zoveel en zo vaak ik wil, maar al veel meer dan voordat ik besloot te schrijven. Ik ben er niet uit welke nu beter smaakt, Schotse of Ierse whisk(e)y. Ik blijf hier nog even!

Geen opmerkingen: