vrijdag 1 november 2013

Het Gevoel Energie

Al een paar dagen voel ik me anders dan normaal. Nou ja, dan voorheen. Hmmm nee, dan dat ik mij eerder vaak voelde, of eigenlijk altijd al voelde. Ja sinds een paar jaar dan.

Dinsdag begon het, tegen de avond. Ik had een shot vitamine D genomen en sinds maandag volg ik een heel strikt dieet. Dat dieet is bedoeld om mijn darmen rust te gunnen, ze te herstellen en te ondersteunen en te zorgen dat essentiele voedingsstoffen weer worden opgenomen.

Al een jaar of twee heb ik ernstige vitaminen tekorten en geregeld last van diarree. Ook voel ik me vrijwel voortdurend doodmoe en slap en futloos. Ik slaap veel. Heel veel. En als ik het in mijn bol krijg om eens wat te doen - een lichte wandeling, een voorzichtig fietstochtje - dan slaap ik daarna nog veel meer. Na elke inspanning, hoe klein ook, lig ik dagen uitgeput op bed.

Ergens in 2008 is dit begonnen. Soms ging het eens wat beter, een dag of twee, langer hield dat dan niet aan. Ik zwom, wandelde en fietste en telkens na een periode van een maand of 2, of 3 etc. moest ik daarmee stoppen omdat ik mij helemaal uitgeput voelde. In het najaar van 2010 begon ik me nog ellendiger te voelen, als een uitgewrongen vaatdoek.

Ik bleef van alles ondernemen, theatercursus, schrijfcursus, pianoles, een workshop, een training, vrijwillegerswerk. En voelde mij daarbij steeds minder fit. Ik probeerde mijn fysieke inspanningen te beperken tot een minimum om maar voldoende energie te hebben voor de leuke dingen. Alhoewel leuk: met zo weinig energie zijn de leuke dingen ook een opgave. Een grote opgave. Na het fietstochtje naar de stad voor mijn cursus, was ik vaak te moe om nog volop deel te kunnen nemen. Of te prikkelbaar om in alle rust mee te doen.

Beetje bij beetje, in het tempo waarmee een sluipwesp zijn prooi nadert, verloor ik het plezier in alles. Mijn vermoeidheid, mijn fysieke pijnen - sinds 2007 heb ik chronische hoofd en nekpijn - mijn lusteloosheid, mijn gebrek aan concentratie en aandacht en mijn onvermogen om mijzelf nog te motiveren in actie te komen, brachten mij langzaam bij de afgrond tussen leven en dood. Ik was mijn wilskracht aan het verliezen, ik wilde niet meer leven als dat alleen maar betekende dat ik aan het overleven was. Overleven waarvoor? Om te overleven?

En nu sinds een dag of drie, heb ik een gevoel in mijn lijf van energie. Een prikkende, tintelende, springerige energie. Zo'n energie die je wil laten rennen en huppelen. Energie waarvan je zin krijgt om iets te doen, energie die je voortdurend laat weten dat je leeft. Euhh, wat is dit???

Misschien een vage herinnering aan een gevoelsspoor uit een ver verleden. Ken ik dit? Ja, het moet haast wel. Ik kan me niet voorstellen dat ik 47 ben geworden zonder ooit dit gevoel van LEVEN eerder te hebben ervaren. Het moet haast wel dat ik tot een paar jaar geleden dit gevoel regelmatig, misschien wel vaak of haast altijd had. Dat het zo vanzelfsprekend was dat ik er niet bij stil stond.

Het is heerlijk om mij zo te voelen. Ik sta er haast elk moment bij stil. Niet om te weten of het er nog is. Nee, juist om het ten volle te ervaren, het te laten stromen in mijn lijf. En ik hoef er niets mee te doen. Misschien uit angst dat als ik ga fietsen, rennen en zwemmen, dat het zo weer 'op' is. Al geloof ik daar niet in. Dit gevoel is echt, en is er later ook weer. Misschien niet continu, maar dat ben ik gewend: het is er jaren niet geweest. En nu weer wel. Het gevoel is terug! Dit gevoel, dat ben ik!

zondag 13 januari 2013

Klik

"Het geluid van een lege revolver."

"Nee, ik voel geen klik", zegt Marion. "We kunnen wel vrienden blijven, hooguit goede vrienden."
Zojuist had ze me haar laatste verovering uit de doeken gedaan. Uitvoerig.
Ze had hem tijdens een groepsvakantie ontmoet. In het vliegtuig naar La Palma zat ze naast hem. Het eerste kwartier van de vlucht. Toen na de start de lichtjes 'stoelriemen vast' uitgingen, ruilde ze met Josie van plaats. Die was bij het boarden al van slag van Henk: "Zulke mooie ogen. En dan dat krullend haar, oh ik ben helemaal week." Ze mocht hem hebben, die Henk met zijn gladde praatjes. Walging, dat was alles wat Marion voor hem voelde. De eerste indruk destijds ten spijt, is ze na drie kinderen en een vechtscheiding pas net weer op vrije voeten. Gescheiden van diezelfde Henk. Voorzover de waarde van de klik.
"Sorry, wat zei je?" reageer ik achteloos.
"Dat ik afga op de eerste indruk, ik voel niets bij je."
"Oh ja, liefde op het eerste gezicht. Typisch weer zo'n verzinsel van vrouwen om hun kwetsbaarheid niet te hoeven tonen. Wat vervelend voor je."
Ik leg een tientje op het tafeltje, steek mijn hand uit en zeg: "Ik heb al een vriend, bedankt voor de afspraak." Zonder verder enige aandacht voor haar, sta ik op en loop het cafe uit. Frisse lucht, heerlijk!

dinsdag 20 september 2011

Dissipatie

"What goes down must come up!"

We gaan er voetstoots van uit dat het andersom is. Dat alles wat op gaat ook weer neer gaat. Is dat niet een heel erg Nederlandse, veilige - "je kop niet boven het maaiveld uitsteken" - gedachte? Volgens mij is het namelijk andersom. We stoppen bollen onder de grond, die komen op. In de achtbaan ga je naar beneden om daarna weer omhoog te gaan. Daarbij verliest het karretje wat aan potentiële energie door wrijving - dissipatie - maar de wet van behoud van energie is geldig. Alleen door dit verlies sterft het plezier van het achtbaan rijden langzaam uit. Uiteindelijk is de potentiële energie op en stopt het. Zo ook met het leven, we verliezen steeds een beetje aan potentie, tot alles op is en we doodgaan. En het knolgewas houdt er ook ooit een keertje mee op. Het perpetuum mobile bestaat niet, zo ook niet het eeuwige leven. En voor de economie geldt iets soorgelijks. Daar hebben we de rente uitgevonden om de 'kleine' verliezen die er ontstaan bij het vermaken van geld te compenseren. En daarom is het systeem ook duurzaam: het gaat goed zolang als het duurt. Juist: zolang er nog potentie in het systeem zit. Maar die rente, daarin zit nu juist de kneep. Want het maakt ook dat het systeem een einde kent. Het is overigens vanzelfsprekend dat we op alles wat we creëren het natuurlijke principe toepassen. We doen wat we kennen, wat de natuur - evolutie is hierin niet meer dan de leerschool van jaren van alles wat bestaat - ons aanreikt. Dus maken we een systeem voor ons geld waarbij er steeds iets verloren gaat. Zodat het uiteindelijk vanzelf tot stilstand komt. Of omvalt, of hoe je het ook noemen wilt. Als je wilt fietsen moet je blijven trappen, anders val je om. Dat geldt ook voor ons geldsysteem. Zolang we het omhoog blijven pushen komt het naar beneden, en zodra het naar beneden gaat, heeft het alweer de neiging om op te stijgen. Dat gaat vanzelf goed. En dat is wel zo perpetueel.

woensdag 3 november 2010

Laat mij los


Je groet klinkt hol in mijn vermoeide oren.
Het is al laat: ik had je niet verwacht.
Een bosje rozen is wat jij bedacht.
Excuses hoef ik nu niet meer te horen.

Verdriet en pijn heb ik al eens verloren.
Hoelang voordat ik niet meer naar je smacht?
Verwerf om mij onmetelijke kracht.
In hoop dat jij mij nimmer meer zult storen.

Een verse bloem geurt lustvol op voor mij.
Ik laat haar staan, zo blijft zij naar mij lonken.
De pracht van haar palet fleurt op, maakt blij.

Mijn neus gevuld, parfum dat voert mij dronken.
Ik lig genietend bij haar aan, zo vrij.
Voor eeuwig is zij aan de grond geklonken.

dinsdag 2 november 2010

Uit Heeze


Een hoerige dame uit Heeze,
die liep langs het water te pezen.
Ze trof nicht en pot,
dus ving enkel bot
en had zo geen honger te vrezen.

donderdag 23 september 2010

Openheid

Als ze me ziet hannessen met het krijtbord, staat ze op, loopt om de tafel heen en pakt de rechterschraag vast die ik bijna liet vallen. Ze kijkt verongelijkt. "Sorry, dat ging niet helemaal vlekkeloos." Ze tovert de bekende glimlach rond haar mond, een oprechte glimlach. En ik smelt weg. Tussen de muur met de groene krijtborden en de tafel loop ik linksom naar de stoel waar ze weer op zit. Het flitst ineens in mijn hoofd en zonder mijn zo gebruikelijke bedachtzaamheid floep ik het eruit: "Mag ik je iets vragen?". Naarstig zoek ik in mijn hoofd naar de vraag die ik dan wil stellen. Er is helemaal geen vraag, wat wil ik vragen? Als ze nu maar nee zegt, of zoals ze vaker reageert:"Vraag je vraag en vraag geen toestemming." Altijd op een geïrriteerde toon. Ze haat onderdanigheid, ze haat het wanneer ik het kleine afwachtende jongetje speel. Helaas is dat de rol waarmee ik de meeste ervaring heb. Ze kan het mij niet kwalijk nemen dat ze mij koos, en nu lijkt het alsof ze mij daar toch de schuld van geeft. Mijn bedenkingen verdwijnen bij haar reactie: "Natuurlijk, wat wil je vragen?" Ze kijkt me verwachtingsvol aan, alsof ze een prachtige opening naar een gesprek vermoedt. Nieuwsgierig, onderzoekend. Ze is blij dat ik na de stilte van het afgelopen uur weer wat spanning breng in ons contact, weer verbinding zoek. Waar zij mij zo-even hielp met de borden, was het gevoel van ontspanning groot en welkom. Eindelijk konden we zonder de zo duidelijke spanning van de afgelopen weken bij elkaar zijn. Allebei werkend aan ons eigen stukje, en toch heel dicht bij elkaar. Het gevoel dat we een stel zijn dat het leuk heeft.

"Wat wil je me vragen schat?" Ik kniel voor haar, leg mijn onderarmen in haar schoot en kijk haar vriendelijk glimlachend aan. Ze straalt. Ik schrik als ik merk welke vraag in mijn hoofd opkomt. Oh nee, dat kan ik niet doen. Dit wordt drama, als ik dit vraag. Ik neem een hap adem, breng wat meer spanning in mijn lijf, alsof ik mij onbewust schrap zet voor wat komen gaat. Ik kan er nu niet meer omheen. Al flitst er door mijn hoofd dat ik gerust een andere vraag kan verzinnen, zoals wat gaan we eten, of hoe is het met je vader. Een neutrale vraag, een die niet het gevaar meebrengt van een ontploffing. Ze kijkt me aan, legt haar handen rond mijn gezicht: "vraag maar". Even overweeg ik om haar ten huwelijk te vragen. De innerlijke lach bij die gedachte brengt mij de ontspanning die nodig is om mijn vraag te stellen, zonder haperen, zonder aarzeling. "Zal ik vannacht blijven slapen?" Zonder antwoord geven springt ze op, duwt me aan de kant, loopt stampvoetend richting televisie. Ze drukt de uitknop in, zet hem dan weer aan. Ze draait een paar rondjes. Dan schreeuwend: "Nee, dat kan niet, dat is toch duidelijk, HET KAN NIET!!!"

Ik schrik, en snik. Tranen rollen over mijn wangen, ik heb een brok in mijn keel. Ik ga zitten op de stoel waar zij net vanaf sprong, hoofd in mijn handen. We zijn er weer, de harmonie is weg. Het leek net allemaal zo vanzelfsprekend, eindelijk hadden we samen de rust bij elkaar gevonden. Mijn snikken worden harder, een uithaal volgt. Ze loopt op me af, legt een hand in mijn nek, ze streelt me. Ik stamel: "wat is er toch, wat is dit toch..." Ze legt haar hand rond mijn oor, duwt mijn hoofd zodat ik haar aankijk, ze straalt volkomen rust uit. "Bedankt voor het vragen, het is nu duidelijk, ik weet waarom..." Ik laat mij vallen van de stoel, liggend op de grond schreeuw ik het uit van frustratie, pijn en onbegrip. Het verdriet stokt in mijn keel. Als ze naast me knielt en met haar hand mijn rug streelt komen de tranen los. Met lange uithalen stroomt mijn verdriet naar buiten. Ze blijft naast me en bij me tot mijn uithalen overgaan in snikken. Ze helpt me rechtopzitten, veegt mijn tranen weg en begint te vertellen...