dinsdag 27 november 2007
De Specialist: hoofdstuk 2
Vandaag is C-day. Ik mag op bezoek bij Hans Carpay, dé hoofdpijnneuroloog van midden Nederland. Ik heb hoge verwachtingen. Zijn naam stond in het hoofdpijnartikel in de Elsevier van 6 oktober. De dag erna maakte ik deze afspraak. Ik ben vandaag meer dan welkom in het ziekenhuis in Blaricum, behalve dan dat ik moet betalen om te parkeren. Is dat gezondheidsbeleid, of discriminatie van de slechteren ter been? Op tijd, dat wil zeggen 3 kwartier te vroeg sta ik bij de balie voor een ponskaartje. Een ander ziekenhuis, een ander ponskaartje. Er valt nog heel veel te halen op gezondheidsgebied in Nederland. Maar dat is voor een later boek. Om 10 uur is mijn afspraak en ik overweeg even om door het Ziekenhuis te dolen. Ik heb tijd zat en vind het een leuke bezigheid het idee te hebben te verdwalen en dan toch weer de weg terug te vinden. Ja een mannending, nou en?
Wanneer ik even voor half tien plaatsneem in de wachtkamer bij de neuro-poli, hoor ik zacht mijn naam. Ik draai mij om en daar staat de man, ik roep: "dat ben ik" en loop met hem mee. Tenger, vriendelijk gezicht, heldere blik in de ogen en met zekere tred. Deze man weet wie hij is en wat hij doet, zelfverzekerd en vol vertrouwen. Hmm, ik ben benieuwd hoe dit gesprek gaat verlopen. Wanneer ik zit en hij vragen stelt over de verwijsbrief van de huisarts interrumpeer ik direct. Het verhaal van de huisarts is - alweer - niet correct. Ik overhandig hem mijn zelfgeschreven ziekte geschiedenis plus symptomen lijst. Twee A4-tjes vol. "Dan zal ik die eerst maar lezen, hè." Hé, ik word meteen gehoord, een expert, zijn methode is de mijne: verdiep je in de ander. Mijn onrust over het gesprek verdwijnt, ik laat hem verder in control. Dit komt goed!
Na wat heen en weer gepraat over mijn huidige toestand merkt hij op dat het moeilijk is om zonder de foto's uit Amersfoort verder iets te zeggen. "Nou dan bekijken we die nu toch even!" antwoord ik en tover de cd-rom met alle foto's en de MRI scan uit mijn binnenzak. "I'm always prepared!" Dit is samenwerken, ik zorg voor de input en hij vertelt er een mooi verhaal over. Meestal heb ik zijn rol, maar nu moet ik me wel even overgeven. Ik heb zijn kennis hard nodig om meer inzicht te krijgen. En ik wil nog iets doen aan mijn klachten, als hij weet wat, dan ga ik daar in mee. Hij bekijkt eerst de nek-rontgen, vervolgens de MRI en merkt meteen op dat er iets mis is aan de stand van de wervels. Huh? Dat is dan nieuws. En er is een beschadiging te zien tussen wervel 4 en 5, hoewel licht. In het ziekenhuis in Amersfoort was er niets mis met de stand. "Een lichte afwijking, maar niets ernstigs, daar kan je die klachten niet van hebben", was de conclusie daar.
Mr. C. beslist anders: je hebt een whiplash achtige ervaring, de irritatie in de wervels en de pijn die daardoor ontstaat zorgen er mogelijk voor dat de spieren zich aanspannen om de wervels in zo'n positie te plaatsen dat de pijn zo min mogelijk gevoeld word. Een beknelling van een zenuw is dan goed mogelijk. Mijn verdoofde gevoel boven het oog en naast het oor aan de gehele rechterkant wordt daardoor veroorzaakt. Hij noemt het klachtenbeeld typisch horend bij deze problemen van de nek. Dat ik ook nog moet "knakken" met mijn nek vanwege oplopende druk completeert het plaatje. Zijn verhaal is consistent met waar ik zelf al die maanden van overtuigd ben geweest. Het een hangt met het ander samen en er is echt iets mis in mijn nek. Ik ben geland, of beter nog: ik ben thuisgekomen. Wat goed dat ik heb doorgezet, tegen alle weerstand in. Nee ik noem hier geen namen, wie de schoen past enzo. Dit is mijn strijd die ik gestreden heb met een handvol getrouwen, hen dank ik voor dit resultaat. Want al lijkt het mager, deze erkenning voor mijn "gelijk" geeft heel veel rust en vertrouwen.
Het inzicht dat ik verwerf dankzij Hans Carpay brengt mij meteen weer verder, ik hoef niet meer te zoeken naar antwoorden, die heb ik nu net allemaal gevonden. Het vervolg past ook helemaal in mijn strategie: een aanval op alle fronten tegelijk. Dus én cognitieve gedragstherapie om mentaal sterk genoeg te zijn deze klachten te dragen én fysiotherapie (oefentherapie) om het fysiek te versterken en de stand van de nek te verbeteren. Onder het voorbehoud dat deze klachten mogelijk nooit helemaal verdwijnen, vertelt Hans Carpay wel goede verwachtingen te hebben op verbetering. Hij biedt aan: fysio/manuele therapie óf bij SOMT in Amersfoort óf in huis in Blaricum bij een therapeute die hij wekelijks spreekt. Geen twijfel, ik rijd wel op en neer naar Blaricum, die 5 minuten extra zijn het mij meer dan waard nu ik dit vertrouwen hier heb. Ik bedank hem uitdrukkelijk voor zijn tijd, tenslotte is het een second opinion. Hij nodigt mij uit om in maart terug te komen, wanneer ik al een tijdje fysio heb genoten. Lachend verlaat ik het ziekenhuis, nu wel.
Dit is een deel uit een reeks, eerder verscheen al hoofdstuk 1 van De Therapie over mijn eerste ervaringen bij een manueel therapeut. Nog te verschijnen delen zijn: Het Onderzoek in 3 delen, De Arts in 3 delen, De Specialist hoofdstuk 1, hoofdstuk 2 t/m 5 van "De Therapie" en een aantal tussendeeltjes.
Wanneer ik even voor half tien plaatsneem in de wachtkamer bij de neuro-poli, hoor ik zacht mijn naam. Ik draai mij om en daar staat de man, ik roep: "dat ben ik" en loop met hem mee. Tenger, vriendelijk gezicht, heldere blik in de ogen en met zekere tred. Deze man weet wie hij is en wat hij doet, zelfverzekerd en vol vertrouwen. Hmm, ik ben benieuwd hoe dit gesprek gaat verlopen. Wanneer ik zit en hij vragen stelt over de verwijsbrief van de huisarts interrumpeer ik direct. Het verhaal van de huisarts is - alweer - niet correct. Ik overhandig hem mijn zelfgeschreven ziekte geschiedenis plus symptomen lijst. Twee A4-tjes vol. "Dan zal ik die eerst maar lezen, hè." Hé, ik word meteen gehoord, een expert, zijn methode is de mijne: verdiep je in de ander. Mijn onrust over het gesprek verdwijnt, ik laat hem verder in control. Dit komt goed!
Na wat heen en weer gepraat over mijn huidige toestand merkt hij op dat het moeilijk is om zonder de foto's uit Amersfoort verder iets te zeggen. "Nou dan bekijken we die nu toch even!" antwoord ik en tover de cd-rom met alle foto's en de MRI scan uit mijn binnenzak. "I'm always prepared!" Dit is samenwerken, ik zorg voor de input en hij vertelt er een mooi verhaal over. Meestal heb ik zijn rol, maar nu moet ik me wel even overgeven. Ik heb zijn kennis hard nodig om meer inzicht te krijgen. En ik wil nog iets doen aan mijn klachten, als hij weet wat, dan ga ik daar in mee. Hij bekijkt eerst de nek-rontgen, vervolgens de MRI en merkt meteen op dat er iets mis is aan de stand van de wervels. Huh? Dat is dan nieuws. En er is een beschadiging te zien tussen wervel 4 en 5, hoewel licht. In het ziekenhuis in Amersfoort was er niets mis met de stand. "Een lichte afwijking, maar niets ernstigs, daar kan je die klachten niet van hebben", was de conclusie daar.
Mr. C. beslist anders: je hebt een whiplash achtige ervaring, de irritatie in de wervels en de pijn die daardoor ontstaat zorgen er mogelijk voor dat de spieren zich aanspannen om de wervels in zo'n positie te plaatsen dat de pijn zo min mogelijk gevoeld word. Een beknelling van een zenuw is dan goed mogelijk. Mijn verdoofde gevoel boven het oog en naast het oor aan de gehele rechterkant wordt daardoor veroorzaakt. Hij noemt het klachtenbeeld typisch horend bij deze problemen van de nek. Dat ik ook nog moet "knakken" met mijn nek vanwege oplopende druk completeert het plaatje. Zijn verhaal is consistent met waar ik zelf al die maanden van overtuigd ben geweest. Het een hangt met het ander samen en er is echt iets mis in mijn nek. Ik ben geland, of beter nog: ik ben thuisgekomen. Wat goed dat ik heb doorgezet, tegen alle weerstand in. Nee ik noem hier geen namen, wie de schoen past enzo. Dit is mijn strijd die ik gestreden heb met een handvol getrouwen, hen dank ik voor dit resultaat. Want al lijkt het mager, deze erkenning voor mijn "gelijk" geeft heel veel rust en vertrouwen.
Het inzicht dat ik verwerf dankzij Hans Carpay brengt mij meteen weer verder, ik hoef niet meer te zoeken naar antwoorden, die heb ik nu net allemaal gevonden. Het vervolg past ook helemaal in mijn strategie: een aanval op alle fronten tegelijk. Dus én cognitieve gedragstherapie om mentaal sterk genoeg te zijn deze klachten te dragen én fysiotherapie (oefentherapie) om het fysiek te versterken en de stand van de nek te verbeteren. Onder het voorbehoud dat deze klachten mogelijk nooit helemaal verdwijnen, vertelt Hans Carpay wel goede verwachtingen te hebben op verbetering. Hij biedt aan: fysio/manuele therapie óf bij SOMT in Amersfoort óf in huis in Blaricum bij een therapeute die hij wekelijks spreekt. Geen twijfel, ik rijd wel op en neer naar Blaricum, die 5 minuten extra zijn het mij meer dan waard nu ik dit vertrouwen hier heb. Ik bedank hem uitdrukkelijk voor zijn tijd, tenslotte is het een second opinion. Hij nodigt mij uit om in maart terug te komen, wanneer ik al een tijdje fysio heb genoten. Lachend verlaat ik het ziekenhuis, nu wel.
Dit is een deel uit een reeks, eerder verscheen al hoofdstuk 1 van De Therapie over mijn eerste ervaringen bij een manueel therapeut. Nog te verschijnen delen zijn: Het Onderzoek in 3 delen, De Arts in 3 delen, De Specialist hoofdstuk 1, hoofdstuk 2 t/m 5 van "De Therapie" en een aantal tussendeeltjes.
woensdag 21 november 2007
She's not here
Well, let me tell you about the way she looked
The way she acted, the color of her hair
Her voice was soft and cool, her eyes were clear and bright
But she's not here...
The way she acted, the color of her hair
Her voice was soft and cool, her eyes were clear and bright
But she's not here...
maandag 19 november 2007
Vrienden bedankt!
Hannes, Patrick, Carijn, Ellen, Helen, Marjolein, Marcel, Karin, Silvia, Wim, Pieter, Sam, Piet, Arthur, Christel, en Paula,
Ik vond het ge-wel-dig dat jullie op mijn verjaardag zijn gekomen! Voor mij was dat het grootste kado dat ik heb gekregen, de warmte en gezelligheid te ervaren van het bij elkaar zijn. En dat ik toevallig jarig was, ach een bijkomstigheid. Nogmaals bedankt!
Ik vond het ge-wel-dig dat jullie op mijn verjaardag zijn gekomen! Voor mij was dat het grootste kado dat ik heb gekregen, de warmte en gezelligheid te ervaren van het bij elkaar zijn. En dat ik toevallig jarig was, ach een bijkomstigheid. Nogmaals bedankt!
woensdag 14 november 2007
Mijmering aan het water
Een zakenlunch zou je het moeten noemen. Maar dat is het niet. Mijn ontmoeting met Monique, mijn leidinggevende, is vandaag in Weesp. Op mijn verzoek niet op kantoor. Ik wilde graag met haar de situatie doorspreken met het te volgen traject. En daarbij heb ik wat zakelijkheden die ik met haar wil afstemmen, of waar ik haar hulp bij nodig heb. Precies 4 weken geleden zaten we bij Graaf Floris V in Muiden. Aan de noordkant van de A1 op het punt dat voor mij halverwege huis en werk ligt. Vandaag wederom: "we meet halfway". Nog een keertje wennen voordat ik de hele stap naar Zaandam weer maak.
Ons gesprek vlot gemakkelijk. De vorige keer hebben we een basis van vertrouwen gelegd en dat betaalt zich nu al uit. Het is prettig om hier met ruim uitzicht over het water in een stralend zonnetje te kunnen genieten van het gesprek dat we voeren. Over en weer wisselen we uit wat we eerder meemaakten en hoe dat onze levens kleurt. Ik ben bemoedigd door haar openhartigheid. Nadat we in harmonie aan het eind van onze lekkere lunch de zakelijkheden hebben besproken, gaat ze door naar een volgende afspraak. Ik blijf achter: mijmerend over hoe mooi het leven toch kan zijn als je er voor openstaat. Ik zit op de goede weg, de zon buiten symboliseert dat ook: het licht schijnt ook weer voor mij!
Ons gesprek vlot gemakkelijk. De vorige keer hebben we een basis van vertrouwen gelegd en dat betaalt zich nu al uit. Het is prettig om hier met ruim uitzicht over het water in een stralend zonnetje te kunnen genieten van het gesprek dat we voeren. Over en weer wisselen we uit wat we eerder meemaakten en hoe dat onze levens kleurt. Ik ben bemoedigd door haar openhartigheid. Nadat we in harmonie aan het eind van onze lekkere lunch de zakelijkheden hebben besproken, gaat ze door naar een volgende afspraak. Ik blijf achter: mijmerend over hoe mooi het leven toch kan zijn als je er voor openstaat. Ik zit op de goede weg, de zon buiten symboliseert dat ook: het licht schijnt ook weer voor mij!
dinsdag 13 november 2007
Þakka þér kærlega fyrir
"Þakka þér kærlega fyrir", oftewel: Bedankt! Ik ben bedankt door Rebekka Guðleifsdótti voor het bestellen van deze foto. En ik bedank mezelf ook maar meteen. Dit is mijn kado aan mijzelf voor mijn verjaardag! Nee nu eens geen fotocamera zoals de afgelopen 2 jaar, of een boek, muziek, een weekendje weg. Nee, een kunstwerkje voor aan de muur. Moderne kunst van een jonge IJslandse fotografe. Die het verdient om gesteund te worden, zodat ze nog meer mooie kunstwerken kan maken. Een dubbel kado voor mij dus, heerlijk: geven is dubbel ontvangen!
zondag 11 november 2007
De Dood
Geconfronteerd met de dood van de vader van een goede vriend - nee mijn kleine broertje dat ik nooit gehad heb: Tristan - realiseer ik me dat ik ook wat wil met mijn begrafenis. Al ben ik nog steeds overtuigd van het feit dat er niets is na het leven. Het leven is biologisch, niet meer en niet minder. Dus als mijn lichaam sterft dan is mijn geest er ook niet meer. Alleen de herinnering bij de mensen die er "achter" blijven - ze blijven niet achter: ze gaan door, ik blijf achter op het moment dat ik sterf, de trein rijdt verder, ik ben dan uitgestapt - houdt mijn geest in leven. En mijn literatureluur, maar ook dat is vergankelijk, zoals alles, dit hele universum komt ooit aan haar einde. Dus wat zijn wij mensen anders dan een ademtocht in het leven van de grote klok van de tijd, de eeuwigheid. Niets zijn wij en tot niets zullen wij wederkeren.
Wat heb ik te willen op het moment dat ik er niet meer ben? Niets, alles is goed, ik maak het niet mee, ik heb er geen gevoel bij, geen oordeel over. Het is ook niet voor mij en niet aan mij, te bepalen wat anderen doen en hoe anderen doen als ik weg ben. Het beïnvloedt mij niet meer, ik heb er noch last, noch profijt van. Nee, dit gevoel iets te willen regelen voor het moment dat je er niet meer bent, reikt veel verder. Er is de verantwoordelijkheid die je voelt naar allen die je nabij zijn, de mensen van wie je houdt. Hen die je het beste en het mooiste wenst, ook als jij er niet meer bent om dat moois mee te maken. Dat is één. Natuurlijk is het ook het proces van voorbereiden op. Hoe ga ik naar mijn dood toe? Hoe creëer ik bij mijzelf de rust. Hoe groei ik toe naar het grote afscheid?
Dat ik bij mijn eigen dood aanwezig ben, is een absolute zekerheid. In de zin dat ik er dan ook niet meer ben, daarna dan. Dus een deel van het succes van mijn dood is gegarandeerd, volgens mijn eigen 80/20 regel! Voor die andere 20 procent vertrouw ik zondermeer op de mensen in mijn omgeving die dan dichtbij mij staan en het meest behoefte hebben aan een mooi en harmonieus afscheid. Zij zullen van mij moeten scheiden, en daar de energie in moeten steken die nodig is. De energie die het hen mogelijk maakt de dood als einde te zien, maar meer nog als een nieuw begin. Laat mijn dood de mest zijn voor de rozen die groeien wanneer ik er niet meer ben. Zo leef ik voort, in de energie die zij ontlenen aan mijn verscheiden.
Dan blijft over mijn zorg voor mij zelf. Wat is mijn eigen visualisatie van mijn afscheid? Wat zie ik dan? Ik zie mezelf zweven boven de mensen waarmee ik gedeeld heb wie ik ben. Hun zorgen, hun liefde, hun verdriet, hun geluk. En het mijne, dat ik meeneem naar het grote niets. Ik zweef steeds hoger, steeds ijler totdat ik oplos in het niets. Zo wil ik het zien: het absolute loslaten. En dat is nu begonnen. Symbolisch op de helft, nu ik net veertig ben geworden.
Wat heb ik te willen op het moment dat ik er niet meer ben? Niets, alles is goed, ik maak het niet mee, ik heb er geen gevoel bij, geen oordeel over. Het is ook niet voor mij en niet aan mij, te bepalen wat anderen doen en hoe anderen doen als ik weg ben. Het beïnvloedt mij niet meer, ik heb er noch last, noch profijt van. Nee, dit gevoel iets te willen regelen voor het moment dat je er niet meer bent, reikt veel verder. Er is de verantwoordelijkheid die je voelt naar allen die je nabij zijn, de mensen van wie je houdt. Hen die je het beste en het mooiste wenst, ook als jij er niet meer bent om dat moois mee te maken. Dat is één. Natuurlijk is het ook het proces van voorbereiden op. Hoe ga ik naar mijn dood toe? Hoe creëer ik bij mijzelf de rust. Hoe groei ik toe naar het grote afscheid?
Dat ik bij mijn eigen dood aanwezig ben, is een absolute zekerheid. In de zin dat ik er dan ook niet meer ben, daarna dan. Dus een deel van het succes van mijn dood is gegarandeerd, volgens mijn eigen 80/20 regel! Voor die andere 20 procent vertrouw ik zondermeer op de mensen in mijn omgeving die dan dichtbij mij staan en het meest behoefte hebben aan een mooi en harmonieus afscheid. Zij zullen van mij moeten scheiden, en daar de energie in moeten steken die nodig is. De energie die het hen mogelijk maakt de dood als einde te zien, maar meer nog als een nieuw begin. Laat mijn dood de mest zijn voor de rozen die groeien wanneer ik er niet meer ben. Zo leef ik voort, in de energie die zij ontlenen aan mijn verscheiden.
Dan blijft over mijn zorg voor mij zelf. Wat is mijn eigen visualisatie van mijn afscheid? Wat zie ik dan? Ik zie mezelf zweven boven de mensen waarmee ik gedeeld heb wie ik ben. Hun zorgen, hun liefde, hun verdriet, hun geluk. En het mijne, dat ik meeneem naar het grote niets. Ik zweef steeds hoger, steeds ijler totdat ik oplos in het niets. Zo wil ik het zien: het absolute loslaten. En dat is nu begonnen. Symbolisch op de helft, nu ik net veertig ben geworden.
woensdag 7 november 2007
Verklaring
Het is weer herfst. Een feest om op stations rond te lopen, als je houdt van haastende mensen met een kwade blik. Niets dan vertraging bij de NS vandaag. "En gisteren ook al": hoor ik iedereen vertellen. Tja, ik reis maar sporadisch met de trein, voor mij is het een spannend avontuur. Wanneer ik drie keer op een ander perron ben geweest om van Amersfoort centraal naar Vathorst te komen, begint bij mij de irritatiegrens ook te naderen.
Vanuit Utrecht gekomen met de intercity, heb ik in Amersfoort nog een wachttijd totdat de sneltrein uit Amsterdam komt om 17.27u. Dan ben ik nog niet thuis, maar al een half uur onderweg. Die trein laat echter op zich wachten en al snel heb ik een alternatief: de stoptrein naar zwolle die uit Utrecht komt, 17.42u. Om de minuut roept men om hoe de status van de trein naar Vathorst is: 10 minuten later. Nee 15 minuten later. Nee toch 10 minuten, NeeHee, 20 minuten. Ik zoek naar borden waarop de trein naar Zwolle op staat. Niet te vinden allemaal intercities, ook met vertraging. Alle vertekschermen staan te "blinken": vertraging, vertraging. Vertraging, Vertraging! the musical. Man, wat is dit.
Dan: de intercity naar Vathorst van 17.31u heeft een zodanige vertraging dat deze niet zal rijden. Huh? Welke trein is dat dan weer, die van 17.31u? Ik ga meteen bij de minister klagen dat de NS de dienstregeling ad-hoc heeft angepast. De trein van 17.31u naar Vathorst. Die trein moet nog gemaakt worden! De trein naar Zwolle: nog niets bekend. Op geen enkel perron ook maar iemand officieel van de NS om uitleg te geven over de sitautie. Mensen die van hot naar her rennen. Wat een puinhoop.
Ik besluit dat het genoeg is geweest! Genoeg is genoeg, te laat is te laat, maar die waardeloze communicatie erover is toch o zo "gisteren". Dat hadden ze toch nu zo goed voor elkaar bij de NS? Niet dan? Ik loop naar de loketten en vraag met een enorme glimlach waar ik kan klagen. Nou hier klinkt er in koor, twee dames kijken mij met een brede lach van oor tot oor aan. Zeg het maar, waarover wil je klagen. Oei, denk ik: dit kan heel lang gaan duren. Ik kies toch maar voor het meest voor de hand liggende en laat de regering, Geert (Wilders), Rita, de euro, de luchtvervuiling, files, de belasting en God even zitten. Ook de vertragingen boeien mij niet zo: als er maar goed geinformeerd wordt is het best te harden. Ik krijg echt de volle aandacht van deze twee schatten. De top heeft het goed voor elkaar: hou het gerommel op de vloer dan hoeven we helemaal niet ons best te doen ECHT iets te veranderen. Kwestie van de klacht afleiden, dat scheelt een hoop inspanning. Het komt nooit meer goed met deze NS en de spoorwegen in Nederland, niet met dit politieke blaseje klimaat, Nederland is volgevreten. Het verval is al ingezet.
Lachend verlaat ik het ticketkantoor en ga op een bankje verder zitten genieten van de chaos. Een meisje naast mij vraagt verwonderd: "Waarom doet u dat, die foto nemen?". We praten wat en lachen om de toestand. Eindelijk verschijnt de trein naar Zwolle op de borden: 17.42 +15minuten. Hahaha, alle treinen hebben vertraging. Ik loop om 10 voor zes naar het perron op mijn gemak, als ik'm mis maakt het me ook niet uit, ik ben toch al te laat voor het avondeten. En dan heb ik echt een reden om naar Lobbes te lopen voor een biertje. Wanneer ik op het perron sta te wachten komt aan de overkant de sneltrein van Amsterdam naar Vathorst binnen. Deze is nu wel op tijd...
Vanuit Utrecht gekomen met de intercity, heb ik in Amersfoort nog een wachttijd totdat de sneltrein uit Amsterdam komt om 17.27u. Dan ben ik nog niet thuis, maar al een half uur onderweg. Die trein laat echter op zich wachten en al snel heb ik een alternatief: de stoptrein naar zwolle die uit Utrecht komt, 17.42u. Om de minuut roept men om hoe de status van de trein naar Vathorst is: 10 minuten later. Nee 15 minuten later. Nee toch 10 minuten, NeeHee, 20 minuten. Ik zoek naar borden waarop de trein naar Zwolle op staat. Niet te vinden allemaal intercities, ook met vertraging. Alle vertekschermen staan te "blinken": vertraging, vertraging. Vertraging, Vertraging! the musical. Man, wat is dit.
Dan: de intercity naar Vathorst van 17.31u heeft een zodanige vertraging dat deze niet zal rijden. Huh? Welke trein is dat dan weer, die van 17.31u? Ik ga meteen bij de minister klagen dat de NS de dienstregeling ad-hoc heeft angepast. De trein van 17.31u naar Vathorst. Die trein moet nog gemaakt worden! De trein naar Zwolle: nog niets bekend. Op geen enkel perron ook maar iemand officieel van de NS om uitleg te geven over de sitautie. Mensen die van hot naar her rennen. Wat een puinhoop.
Ik besluit dat het genoeg is geweest! Genoeg is genoeg, te laat is te laat, maar die waardeloze communicatie erover is toch o zo "gisteren". Dat hadden ze toch nu zo goed voor elkaar bij de NS? Niet dan? Ik loop naar de loketten en vraag met een enorme glimlach waar ik kan klagen. Nou hier klinkt er in koor, twee dames kijken mij met een brede lach van oor tot oor aan. Zeg het maar, waarover wil je klagen. Oei, denk ik: dit kan heel lang gaan duren. Ik kies toch maar voor het meest voor de hand liggende en laat de regering, Geert (Wilders), Rita, de euro, de luchtvervuiling, files, de belasting en God even zitten. Ook de vertragingen boeien mij niet zo: als er maar goed geinformeerd wordt is het best te harden. Ik krijg echt de volle aandacht van deze twee schatten. De top heeft het goed voor elkaar: hou het gerommel op de vloer dan hoeven we helemaal niet ons best te doen ECHT iets te veranderen. Kwestie van de klacht afleiden, dat scheelt een hoop inspanning. Het komt nooit meer goed met deze NS en de spoorwegen in Nederland, niet met dit politieke blaseje klimaat, Nederland is volgevreten. Het verval is al ingezet.
Lachend verlaat ik het ticketkantoor en ga op een bankje verder zitten genieten van de chaos. Een meisje naast mij vraagt verwonderd: "Waarom doet u dat, die foto nemen?". We praten wat en lachen om de toestand. Eindelijk verschijnt de trein naar Zwolle op de borden: 17.42 +15minuten. Hahaha, alle treinen hebben vertraging. Ik loop om 10 voor zes naar het perron op mijn gemak, als ik'm mis maakt het me ook niet uit, ik ben toch al te laat voor het avondeten. En dan heb ik echt een reden om naar Lobbes te lopen voor een biertje. Wanneer ik op het perron sta te wachten komt aan de overkant de sneltrein van Amsterdam naar Vathorst binnen. Deze is nu wel op tijd...
dinsdag 6 november 2007
40
Veertig staat nog erg zacht, het valt niet zo op dat dat op een leeftijd slaat. Maar 40 in cijfers dat staat echt als een blok. Het is toch echt zo vandaag wordt ik 40 jaar! Ik ben jarig, vandaag hoef ik niet te schrijven van mijzelf, de schrijver heeft een vrije dag! Dan maar wat oud nieuws, dat kan soms ook verrassend zijn!
Hoi,
Aanstaande dinsdag 6 november 2007 zal ik eindelijk het fysieke weer in lijn brengen met het mentale: Ik word 40, opnieuw! Het leven kan nu echt beginnen. "Pas bij 40 wordt het leven leuk en trouw niet voor je 40 bent": Die grens is bereikt, ik ben eroverheen. Zo ervaar ik het ook: een nieuwe fase in mijn leven breekt aan: een avontuur waarbij ik zelf de schrijver ben! Samen met de mensen die mij de afgelopen jaren hebben zien worstelen om het mentale in lijn te brengen met het fysieke, wil ik dit moment graag markeren. Dan kunnen we samen weer verder op deze avontuurlijke reis!
Graag ga ik met jou/jullie iets drinken in mijn favoriete Amersfoortse kroeg: Lobbes. Dinsdagavond, op mijn geboortedag, ben ik vanaf acht uur (tot?) daar om het glas te heffen op mijn volgende 40 jaar.
Ik vind het heel leuk en waardeer het enorm als jij er ook bent! Neem alsjeblieft geen kado mee, dat je er bent is voor mij al een kado. Het tastbare zal de vermelding van je naam op mijn blog zijn: "... was er ook"! Kun je je er toch niet overheen zetten om met lege handen te komen: in de kroeg zijn ook talloze kado's voorhanden: geef je buurvrouw/man dan een drankje en maak zo kennis met de vrienden van je vrienden! En anders, als het echt moet: ik heb al een boek, maar er kan er altijd nog 1 bij op mijn stapel. Als je dat aandurft! Dan ben ik heel benieuwd naar wat je mij als breinvoer aanbiedt. Oh en als je behoefte voelt om foto's te maken: graag. Dan laat ik mijn toestel voor de verandering eens thuis.
Tot dinsdag dan!
Hartelijke groet,
RobT
Hoi,
Aanstaande dinsdag 6 november 2007 zal ik eindelijk het fysieke weer in lijn brengen met het mentale: Ik word 40, opnieuw! Het leven kan nu echt beginnen. "Pas bij 40 wordt het leven leuk en trouw niet voor je 40 bent": Die grens is bereikt, ik ben eroverheen. Zo ervaar ik het ook: een nieuwe fase in mijn leven breekt aan: een avontuur waarbij ik zelf de schrijver ben! Samen met de mensen die mij de afgelopen jaren hebben zien worstelen om het mentale in lijn te brengen met het fysieke, wil ik dit moment graag markeren. Dan kunnen we samen weer verder op deze avontuurlijke reis!
Graag ga ik met jou/jullie iets drinken in mijn favoriete Amersfoortse kroeg: Lobbes. Dinsdagavond, op mijn geboortedag, ben ik vanaf acht uur (tot?) daar om het glas te heffen op mijn volgende 40 jaar.
Ik vind het heel leuk en waardeer het enorm als jij er ook bent! Neem alsjeblieft geen kado mee, dat je er bent is voor mij al een kado. Het tastbare zal de vermelding van je naam op mijn blog zijn: "... was er ook"! Kun je je er toch niet overheen zetten om met lege handen te komen: in de kroeg zijn ook talloze kado's voorhanden: geef je buurvrouw/man dan een drankje en maak zo kennis met de vrienden van je vrienden! En anders, als het echt moet: ik heb al een boek, maar er kan er altijd nog 1 bij op mijn stapel. Als je dat aandurft! Dan ben ik heel benieuwd naar wat je mij als breinvoer aanbiedt. Oh en als je behoefte voelt om foto's te maken: graag. Dan laat ik mijn toestel voor de verandering eens thuis.
Tot dinsdag dan!
Hartelijke groet,
RobT
maandag 5 november 2007
Forens
Vanochtend ga ik in mijn pyama naar mijn werk. Dat betekent dat ik even voor negenen de trap afloop. Precies om negen uur groet ik mijn collega's en kruip achter mijn PC. Geen verhalen over file's of vermoeid zijn van de lange zit in de auto. Heerlijk, de gedachten die ik in bed formuleerde kan ik nu meteen neerschrijven. Een nieuwe werkdag is begonnen, en ik heb er zin an! Het is lang geleden dat ik met zoveel plezier naar mijn werk ging!
vrijdag 2 november 2007
Ga Stritis
Wanneer ik mijn felicitatieblog heb geschreven maak ik een afspraak voor een rontgenfoto van mijn bijholten. Een volgend onderdeel in mijn campagne tegen de chronische hoofdpijn. Ik kan vanmiddag nog terecht, om 15:15u. Heb ik nog even om wat te eten en wat te mailen. Eenmaal in de auto begint het weer: buikpijn. Exact hetzelfde als een week geleden in de trein naar Breda. Stekende pijn, oprispingen en meteen misselijk. Verder voel ik me prima. Halverwege is de pijn zo heftig dat ik stop bij een Etos. Ik koop een doosje Rennies, helemaal niets voor mij want ik ben de Anti-Pil. Maar deze pijn is zo heftig dat ik wel iets moet. Het voelt helemaal niet goed, en het is dus na een week nog niet weg. Afgelopen zondag heb ik veel in bed gelegen nadat ik zaterdag de avond en de nacht zowat op de plee had doorgebracht. En koud, ik had het vreselijk koud.
Nu iets tegen de pijn, en dan even volhouden. Ik neem me voor om straks meteen een afspraak te maken bij de huisarts. De Etos-apotheker wil graag weten wat er aan de hand is. Wanneer ik mijn verhaal heb gedaan, pakt ze mij de Rennies af. Huh, wat zullen we nou krijgen? Ze wil toch echt de toezegging dat ik meteen naar de huisarts ga, een week voor zo'n maagpijn is niet normaal en zeker niet goed. Ik had natuurlijk ook eerlijk gezegd dat ik sinds zaterdag niet meer normaal gegeten had. Die pannenkoek van gisteren was het eerste warme voer sindsdien. Wanneer ik mijn belofte heb afgelegd mag ik weg, ik moet opschieten, radiologie wacht niet op mij. Het is meestal andersom. De Rennies gaan mee, maar net want mijn grapje: "Ik ga zo naar het ziekenhuis, als het misgaat dan rapen ze me daar toch wel op" valt niet zo goed hier.
Uit het ziekenhuis, in totaal ben ik 45 minuten binnen geweest voor een foto en het maken daarvan duurde 2 minuten, ga ik naar de bieb. Eerst maar weer eens wat breinvoer. Daarna bedenk ik dat ik direct naar de dokterspost rijd. Maar zien of ze me meteen kunnen helpen. De assistente begint met:"afspraak voor morgen". Als ik aandring en de klachten en duur daarvan vertel, zegt ze me te gaan zitten wachten. Ach ja waarom ook niet. Een kwartiertje later loop ik naar buiten met een recept! Ja ik ga pillen slikken. Gastritis, een maagwandinfectie, veroorzaakt door een virus. Niets aan te doen, maar je moet wel blijven eten. Het teveel aan maagzuur weerhoud je van eten: alles komt er meteen uit. Omeprazol heet het middel: een protonpompremmer. Zorgt ervoor dat er minder maagzuur komt, dus geen pijn meer en wel eten. Om half acht eet ik een broodje bij bakker Bart. Ter afleiding van de pijn ben ik maar de stad in gegaan. Na drie uur is de pijn zodanig gezakt dat ik weer zin in eten heb. Nog 10 dagen kuren.
Nu iets tegen de pijn, en dan even volhouden. Ik neem me voor om straks meteen een afspraak te maken bij de huisarts. De Etos-apotheker wil graag weten wat er aan de hand is. Wanneer ik mijn verhaal heb gedaan, pakt ze mij de Rennies af. Huh, wat zullen we nou krijgen? Ze wil toch echt de toezegging dat ik meteen naar de huisarts ga, een week voor zo'n maagpijn is niet normaal en zeker niet goed. Ik had natuurlijk ook eerlijk gezegd dat ik sinds zaterdag niet meer normaal gegeten had. Die pannenkoek van gisteren was het eerste warme voer sindsdien. Wanneer ik mijn belofte heb afgelegd mag ik weg, ik moet opschieten, radiologie wacht niet op mij. Het is meestal andersom. De Rennies gaan mee, maar net want mijn grapje: "Ik ga zo naar het ziekenhuis, als het misgaat dan rapen ze me daar toch wel op" valt niet zo goed hier.
Uit het ziekenhuis, in totaal ben ik 45 minuten binnen geweest voor een foto en het maken daarvan duurde 2 minuten, ga ik naar de bieb. Eerst maar weer eens wat breinvoer. Daarna bedenk ik dat ik direct naar de dokterspost rijd. Maar zien of ze me meteen kunnen helpen. De assistente begint met:"afspraak voor morgen". Als ik aandring en de klachten en duur daarvan vertel, zegt ze me te gaan zitten wachten. Ach ja waarom ook niet. Een kwartiertje later loop ik naar buiten met een recept! Ja ik ga pillen slikken. Gastritis, een maagwandinfectie, veroorzaakt door een virus. Niets aan te doen, maar je moet wel blijven eten. Het teveel aan maagzuur weerhoud je van eten: alles komt er meteen uit. Omeprazol heet het middel: een protonpompremmer. Zorgt ervoor dat er minder maagzuur komt, dus geen pijn meer en wel eten. Om half acht eet ik een broodje bij bakker Bart. Ter afleiding van de pijn ben ik maar de stad in gegaan. Na drie uur is de pijn zodanig gezakt dat ik weer zin in eten heb. Nog 10 dagen kuren.
donderdag 1 november 2007
Felicitatie
Vandaag is het Feest! Ik feliciteer mezelf met mijn beslissing. En daar hoort een presentje bij om het te markeren, bloemen natuurlijk. En een blog item omdat de hele wereld mee mag vieren, en dan nog sjampanje waarna we echt gaan zuipen. Gisteren op het Trekvogelpad heb ik het voor het eerst uitgesproken en ben ik er spontaan mee gefeliciteerd, ook voor het eerst. Met een ferme mannenhanddruk, zo hoort dat! Arthur, jij hebt de primeur.
Eerder al zei ik het hier en daar en schreef ik het. Niet dat ik er niet van overtuigd was dat die keren niet geldig waren. Nee, meer dat ik het nog vaker moest zeggen voordat ik het zelf ook hoorde. Afgelopen weekend begon het langzaam door te sijpelen in mijn hoofd. Ja, ik had het dan wel tegen die en die gezegd. Maar dat is veilig, die kennen mij al langer. En dan Helen, die mij 2 weken geleden vertelde wat ik zelf nog niet wilde zien en daarmee de knop van de vooruit diep indrukte, dankjewel Helen!
Afgelopen zaterdag moest ik al glimlachen: ik doe het toch al? Waarom noem ik het dan niet zo? Dinsdag in de Loro sessie kwam het ook ter sprake, met een brede glimlach als resultaat. En in de diverse mailwisselingen van afgelopen week met mijn grote zus, het telefoontje met Patrick gisteravond, weer tintelingen in mijn buik. Gisteren al wandelend en erover pratend gaf het me een heel spannend gevoel: een nieuw avontuur in mijn leven. En nu ik het tegen een echte schrijver heb gezegd - Arthur ik kan je niet anders zien - en die niet reageerde met hooggefronste wenkbrauwen zei ik tegen mezelf, nu is het een feit: Ik ben schrijver.
Eerder al zei ik het hier en daar en schreef ik het. Niet dat ik er niet van overtuigd was dat die keren niet geldig waren. Nee, meer dat ik het nog vaker moest zeggen voordat ik het zelf ook hoorde. Afgelopen weekend begon het langzaam door te sijpelen in mijn hoofd. Ja, ik had het dan wel tegen die en die gezegd. Maar dat is veilig, die kennen mij al langer. En dan Helen, die mij 2 weken geleden vertelde wat ik zelf nog niet wilde zien en daarmee de knop van de vooruit diep indrukte, dankjewel Helen!
Afgelopen zaterdag moest ik al glimlachen: ik doe het toch al? Waarom noem ik het dan niet zo? Dinsdag in de Loro sessie kwam het ook ter sprake, met een brede glimlach als resultaat. En in de diverse mailwisselingen van afgelopen week met mijn grote zus, het telefoontje met Patrick gisteravond, weer tintelingen in mijn buik. Gisteren al wandelend en erover pratend gaf het me een heel spannend gevoel: een nieuw avontuur in mijn leven. En nu ik het tegen een echte schrijver heb gezegd - Arthur ik kan je niet anders zien - en die niet reageerde met hooggefronste wenkbrauwen zei ik tegen mezelf, nu is het een feit: Ik ben schrijver.
Abonneren op:
Posts (Atom)