Ik ben gevallen en opgestaan,
en gevallen en verder gekropen.
En weer opgestaan en uitgegleden.
Ik heb me gestoten, verstuikt,
ik ben geschaafd en gebutst.
Weer onderuitgegaan en afgegleden.
Ik heb de diepste krochten van mijn ziel gezien,
van een afstandje en ben er van weggevlucht.
En weer op mijn knieen verder gegaan.
Ik heb gescholden, gevloekt, gestompt en geschopt.
De wereld, alle mensen en God vervloekt.
En weer heb ik gekeken, naar binnen gekeken,
zonder te zien, zonder te weten wat er daar is.
Ik ben weer opgestaan en heengegaan,
om te zoeken, om te vinden.
En er was niets.
Niets dat me steunde
of verder hielp.
Tot ik stilhield en wachtte...
en gevallen en verder gekropen.
En weer opgestaan en uitgegleden.
Ik heb me gestoten, verstuikt,
ik ben geschaafd en gebutst.
Weer onderuitgegaan en afgegleden.
Ik heb de diepste krochten van mijn ziel gezien,
van een afstandje en ben er van weggevlucht.
En weer op mijn knieen verder gegaan.
Ik heb gescholden, gevloekt, gestompt en geschopt.
De wereld, alle mensen en God vervloekt.
En weer heb ik gekeken, naar binnen gekeken,
zonder te zien, zonder te weten wat er daar is.
Ik ben weer opgestaan en heengegaan,
om te zoeken, om te vinden.
En er was niets.
Niets dat me steunde
of verder hielp.
Tot ik stilhield en wachtte...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten