Stoer wil jij een plekje dat bezet is, vooraan in de bar. Ik leid je naar achteren, het rustige deel. We moeten praten. Privé: onder ons.
"Wat wil je" zegt ze, en maakt meteen haar wens kenbaar: "ik neem warme chocolademelk en taart".
"Ik ga je nu niet vertellen wat ik werkelijk wil" probeer ik haar nieuwsgierigheid te voeden.
Mijn gedachten vervolgen: Wat ik wil, wat mijn lijf mij vertelt, dat toonde ik hiervoor al in de kledingzaak waar ik even je lippen aanraakte met mijn duim. Zogenaamd omdat er een vlekje in je lipgloss zat.
En voordat we gaan zitten wil ik je kussen. Geen onschuldige kus op je wang. Ik voel een heftig verlangen je lippen zacht en vochtig te beroeren met de mijne. Ik zeg het niet. Mijn verstand beveelt mijn gevoel te wachten.
Wanneer we zitten pak ik je hand om contact te maken. Ik wil dichtbij je zijn. Bij het bestellen grappen we dat je zowel van chocola als van koffie heel onrustig kan worden. De trap achter je op en neer rennen, dat is jouw manier om van je overtollige energie af te komen, zeg je.
Ik vertel je dat ik het nog nooit op een trap heb gedaan. Meteen kruis jij je armen voor je borst. We praten over flirten, ik open het gesprek met mijn gevoel voor jou. Je vraagt me hoever dat gaat en deinst even terug van het antwoord. Het is je teveel. Ik pak je hand en je veert weer terug naar mij.
"Ik ben veel te oud voor jou", is de reactie die ik al zo vaak van je hoorde.
Het irriteert me dat je jezelf daarmee zo beperkt. Of doe je het juist om jezelf te beschermen? Om niet verder na te hoeven denken over wat dit is. De spanning tussen ons twee, onmiskenbaar ook door jouw flirtigheid versterkt. De stap verder, of terug wil je niet maken. Precies hier aan deze kant van het randje lopen. Ik probeer je erover heen te trekken, je een uitspraak te ontlokken. Weer vergroot jij de afstand door zover mogelijk achterover in je stoel te gaan zitten. Je bespiedt me vanachter je koffiekopje dat je met beide handen stevig vasthoudt.
"Zie je mij als een gevaar?" probeer ik haar weer wat dichter bij me te krijgen. Haar ogen slaan neer. Dan staart ze kort naar de muur. Ze kijkt me niet direct aan wanneer ze zegt: "Ik zie wel wat je doet", en plots verandert haar gezicht in een grote glimlach. Ik schrik van de verandering van haar gezichtsuitdrukking, speelt ze dit?
Ineens heeft ze bedacht hoe ze mijn ontboezemingen gaat pareren, onschadelijk maken.
"Maar ik doe niet mee aan je spelletje, oh nee!"
Nu probeert ze voluit te lachen, licht zenuwachtig vervolgt ze: "Je bent aan het experimenteren, hè? Maar daar pas ik voor. Op mij moet je niet uitproberen, je hebt me te hard nodig om te reflecteren. Dat zou dan niet meer kunnen."
Ze heeft het gezegd, tevreden glimlachend leunt ze nu achterover. De rust keert terug in haar lijf en gezicht.
Ben ik aan zet? Vraag ik mezelf af. Of komt er nog wat?
"Je bent te teer, te zacht, je hebt niet echt veel meegemaakt", ze probeert een wig te drijven door een verschil te benadrukken. "Je hebt niet in de straat geleefd, geen ervaring met de zelfkant van de samenleving."
Ze gist maar wat, ze vult in op basis van wat ze ziet, niet wat ze weet. Ik denk, maar zwijg, dit laat ik aan haar over.
"Nee mannetje, lief mannetje, ik zou je verdrukken, je bent niet sterk genoeg voor mij".
Ze bezweert haar eigen onzekerheid. Langzaam begin ik te glimlachen. Haar gezicht betrekt, de ogen donker, haar gelaatskleur zweemt naar grijs. Pas nu bemerkt ze wat ze net deed.
Hier is mijn moment.
"Wil je nog weten wat ik opschreef toen jij net naar de WC was? Over wat ik wilde vragen op het moment dat we hier gingen zitten?" handig verschaf ik haar een vlucht uit het mentale doolhof dat ze net aan het bouwen was. Haar gezicht klaart ineens op, nieuwsgierigheid is haar andere kern.
"Ja?" grote ogen kijken mij aan, ze zit op het puntje van haar stoel. "Ben je er nu klaar voor om het te vragen?"
"Kun je het aan, denk je?"
"Twijfel je daaraan? Natuurlijk! Kan! Ik! Het! Aan!"
Een korte pauze om haar opwinding nog wat te voeden en ik vertel haar wat ik voelde:
"Ik wilde je kussen", een paar seconden stilte en dan: "Hartstochtelijk op je mond."
Ze verschiet van kleur en begint meteen te lachen:
"Wat lief, dat is een mooi compliment" een moment van twijfel, ze schuift haar stoel naar achteren en gaat klaar staan voor een kus, de lippen getuit.
"Je mag me kussen" zegt ze met een knipoog.
Ik ga voor haar staan en kus haar op de mond, haar lippen blijven gesloten en vormen een strakke streep. Ze wil mijn kus niet ontvangen.
Een vergissing, ze is niet klaar voor mij. En toch wilde ze er voor me zijn. Is dit haar moederinstinct?
"Wat wil je" zegt ze, en maakt meteen haar wens kenbaar: "ik neem warme chocolademelk en taart".
"Ik ga je nu niet vertellen wat ik werkelijk wil" probeer ik haar nieuwsgierigheid te voeden.
Mijn gedachten vervolgen: Wat ik wil, wat mijn lijf mij vertelt, dat toonde ik hiervoor al in de kledingzaak waar ik even je lippen aanraakte met mijn duim. Zogenaamd omdat er een vlekje in je lipgloss zat.
En voordat we gaan zitten wil ik je kussen. Geen onschuldige kus op je wang. Ik voel een heftig verlangen je lippen zacht en vochtig te beroeren met de mijne. Ik zeg het niet. Mijn verstand beveelt mijn gevoel te wachten.
Wanneer we zitten pak ik je hand om contact te maken. Ik wil dichtbij je zijn. Bij het bestellen grappen we dat je zowel van chocola als van koffie heel onrustig kan worden. De trap achter je op en neer rennen, dat is jouw manier om van je overtollige energie af te komen, zeg je.
Ik vertel je dat ik het nog nooit op een trap heb gedaan. Meteen kruis jij je armen voor je borst. We praten over flirten, ik open het gesprek met mijn gevoel voor jou. Je vraagt me hoever dat gaat en deinst even terug van het antwoord. Het is je teveel. Ik pak je hand en je veert weer terug naar mij.
"Ik ben veel te oud voor jou", is de reactie die ik al zo vaak van je hoorde.
Het irriteert me dat je jezelf daarmee zo beperkt. Of doe je het juist om jezelf te beschermen? Om niet verder na te hoeven denken over wat dit is. De spanning tussen ons twee, onmiskenbaar ook door jouw flirtigheid versterkt. De stap verder, of terug wil je niet maken. Precies hier aan deze kant van het randje lopen. Ik probeer je erover heen te trekken, je een uitspraak te ontlokken. Weer vergroot jij de afstand door zover mogelijk achterover in je stoel te gaan zitten. Je bespiedt me vanachter je koffiekopje dat je met beide handen stevig vasthoudt.
"Zie je mij als een gevaar?" probeer ik haar weer wat dichter bij me te krijgen. Haar ogen slaan neer. Dan staart ze kort naar de muur. Ze kijkt me niet direct aan wanneer ze zegt: "Ik zie wel wat je doet", en plots verandert haar gezicht in een grote glimlach. Ik schrik van de verandering van haar gezichtsuitdrukking, speelt ze dit?
Ineens heeft ze bedacht hoe ze mijn ontboezemingen gaat pareren, onschadelijk maken.
"Maar ik doe niet mee aan je spelletje, oh nee!"
Nu probeert ze voluit te lachen, licht zenuwachtig vervolgt ze: "Je bent aan het experimenteren, hè? Maar daar pas ik voor. Op mij moet je niet uitproberen, je hebt me te hard nodig om te reflecteren. Dat zou dan niet meer kunnen."
Ze heeft het gezegd, tevreden glimlachend leunt ze nu achterover. De rust keert terug in haar lijf en gezicht.
Ben ik aan zet? Vraag ik mezelf af. Of komt er nog wat?
"Je bent te teer, te zacht, je hebt niet echt veel meegemaakt", ze probeert een wig te drijven door een verschil te benadrukken. "Je hebt niet in de straat geleefd, geen ervaring met de zelfkant van de samenleving."
Ze gist maar wat, ze vult in op basis van wat ze ziet, niet wat ze weet. Ik denk, maar zwijg, dit laat ik aan haar over.
"Nee mannetje, lief mannetje, ik zou je verdrukken, je bent niet sterk genoeg voor mij".
Ze bezweert haar eigen onzekerheid. Langzaam begin ik te glimlachen. Haar gezicht betrekt, de ogen donker, haar gelaatskleur zweemt naar grijs. Pas nu bemerkt ze wat ze net deed.
Hier is mijn moment.
"Wil je nog weten wat ik opschreef toen jij net naar de WC was? Over wat ik wilde vragen op het moment dat we hier gingen zitten?" handig verschaf ik haar een vlucht uit het mentale doolhof dat ze net aan het bouwen was. Haar gezicht klaart ineens op, nieuwsgierigheid is haar andere kern.
"Ja?" grote ogen kijken mij aan, ze zit op het puntje van haar stoel. "Ben je er nu klaar voor om het te vragen?"
"Kun je het aan, denk je?"
"Twijfel je daaraan? Natuurlijk! Kan! Ik! Het! Aan!"
Een korte pauze om haar opwinding nog wat te voeden en ik vertel haar wat ik voelde:
"Ik wilde je kussen", een paar seconden stilte en dan: "Hartstochtelijk op je mond."
Ze verschiet van kleur en begint meteen te lachen:
"Wat lief, dat is een mooi compliment" een moment van twijfel, ze schuift haar stoel naar achteren en gaat klaar staan voor een kus, de lippen getuit.
"Je mag me kussen" zegt ze met een knipoog.
Ik ga voor haar staan en kus haar op de mond, haar lippen blijven gesloten en vormen een strakke streep. Ze wil mijn kus niet ontvangen.
Een vergissing, ze is niet klaar voor mij. En toch wilde ze er voor me zijn. Is dit haar moederinstinct?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten