Je fladdert niet, je vliegt niet meer.
Je gemankeerde vlucht,
brengt je in een flauwe spiraal
langzaam naar de grond.
Je merkt niet dat je daalt, dat je valt.
Je energie neemt traag af,
bezwerend blijf je vragen,
duwen, trekken.
Je slaap is kort, je neemt geen rust
De dagen zijn lang en onoverzichtelijk.
Niet één, twee, maar eerder vijf of wel tien
afspraken op een dag.
Je put je uit, je blijft in touw.
Elke overpeinzing breek je af,
met een huppel, met een lach.
Je loopt op het randje,
vliegen doe je al lang niet meer,
al denk je zelf van wel.
We zien je gaan, duikelen.
Onze waarschuwingen sla je klapwiekend in de wind.
Het enige wat je nog verplaatst is lucht.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten