Zo even slenterden we hier voorbij, druk in gesprek. Vlak daarvoor hadden we plezier met kinderen die uit twee tegenoverliggende zolderramen spullen naar elkaar overgooiden. Een vervanger van stoeprandje in dit smalle straatje zonder trottoir. We wierpen hen toe wat er op de grond was gevallen. In een lacherig bui stonden we plots voor de open deur. Na een korte aarzeling wees ik, bracht ik haar blik naar het bordje: "kunstkijkroute". We keken elkaar aan, haar hand trok mij al in de richting van de uitnodigend open staande deur. Ik zag de opening, de mogelijkheid, de kans, de optie. Twijfel, even was er twijfel. Wil ik dit wel? Wil ik niet liever nog wat in onzekerheid en luchtige vrolijkheid met haar door deze kleine straatjes slenteren? Als een beginnend koppeltje dat nog niet vastlegt hoe het verder gaat. De keuze uitstellen, het moment van nu rekken. Ik wil niet, ik hoef nog niet zo nodig. Zij is resoluut, neemt mij aan de hand. Ze kiest, het moment is daar. Zij weet, zij ziet. Ik zag het gisteren al, de eerste aankondiging van de duidelijkheid. Toen ze voor mij precies verwoordde wat er in mij leefde. Tot op de komma nauwkeurig keek ze diep in mijn ziel, en raakte mij. Nu laat haar lichaam zien waar we staan. Ik kan niet anders dan er in meegaan. Steeds heb ik ja gezegd tegen wat er is, wat er was, wat er komt. Ik loop voorop naar binnen, neem schijnbaar initiatief. Zij stuurt me. De keuzes komen uit haar, omdat ze weet. Ik neem de stappen, ga voorop. Hierin staan we samen sterk, weten en kiezen. Zij weet, ik kies. We sturen elkaar, als navigator en bijrijder. Zonder elkaar zijn we beiden gemankeerd. We kunnen zeker zonder elkaar op eigen kompas varen. Met elkaar heeft het leven van ons allebei zoveel meer rijkdom, is het zoveel meer intens. Ik straal en zij heeft de energie, zij weet en ik kies, zij begrijpt en ik accepteer. We versterken elkaar, vullen aan en maken elkaar zichtbaarder voor de wereld. Samen gaan we op in het geheel. We groeien, snel en groot, in elkaars nabijheid.
{wordt vervolgd}