maandag 29 maart 2010

De Ketchud-man

Mijn vriend is een echte gadget-man. Zelf zegt ie van niet. Dan komt ie altijd aan met dat zijn broer een trendwatcher is. Die altijd het nieuwste van het nieuwste heeft, nog voordat iemand er van gehoord heeft. Het lijkt er soms op dat de gadgets van zijn broer nog moeten worden uitgevonden. Zelfs dan heeft mijn vriend ze al.

Ik kan niets met gadgets, ik snap ze niet. Jaren geleden kreeg ik van een andere vriend een GPS in mijn handen geduwd. Ik begreep niet wat dat lijntje betekende wat ik dan moest volgen. En het "zie eens hoe makkelijk, nu weet je waar je bent', dat kwam ook niet over. Ik had het idee meer verdwaald te zijn dan ooit. Het heeft nog jaren geduurd voordat ik snapte waartoe zo'n apparaat kon dienen. Toen heb ik er meteen één aangeschaft en de handleiding van buiten geleerd. Laatst liet ik die vriend met de GPS wat features zien op de mijne. Hij bleef maar ontkennen dat het mogelijk was. Typisch Ketchud-mannen gedrag.

Dit toont aan dat mijn vriend gelijk heeft, mijn vriend met de broer die trendwatcher is. Hij is zo a-technisch als wat, en toch weet ie al die apparaten aan de praat te krijgen en snapt ie precies wat je ermee moet en gebruikt het ook. Hij is een echte a-typische Ketchud-man. Hij was de eerste twitteraar in Nederland. Ik vroeg het hem steeds weer: wat moet je er nu mee met dat twitteren? Met zijn vage antwoorden kon ik niets, ik snapte het niet, dus gebruikte ik het niet. Totdat een vriendinnetje me liet zien hoe leuk het was om op haar I-Pod te volgen wat een ander vriendinnetje aan het doen was. Ik heb meteen Twitter geïnstalleerd. En het één keer gebruikt. Het is teveel een gadget voor mij.

En nu heeft mijn vriend al een paar weken een I-phone. Eerst kreeg ik grafieken van zijn slaapritme. Fantastisch, ik wilde meteen ook zo'n ding! En nu belde hij mij met Skype via zijn I-phone. Ik snapte meteen waarom: dat kost geen beltegoed. Nee, mijn vriend is geen Ketchud-man, mijn vriend is een slimme uitvinder!

vrijdag 26 maart 2010

Rust

De telefoon gaat. Zal ik opnemen? Of werk ik nog wat verder aan de tekst die nu voor me ligt. Ach, het lukte toch al niet zo goed, laat ik maar eens kijken wie mij wil storen en met wat. Oei, de telefoon opnemen, een lastige. Nog steeds belemmert mijn telefonofobie mij in mijn contacten met de buitenwereld. Maar hier en nu in de Schotse Hooglanden ben ik ervan afhankelijk. En het is beter dat ze mij bellen, dan krijg ik nog een signaal van buiten dat me aan de 'wereld' verbindt, aan me trekt. Vanuit mezelf opbellen, die stap is veel groter. Al 3 weken zit ik hier in het "hutje". Buiten waait de wind guur om de oeroude stenen waaruit mijn tijdelijk onderkomen is opgetrokken. Eeuwenlang staat het hier stevig verankerd in de rotsige bodem. Voor 3 maanden proviand en met het beekje 'up-hill', zoals de oude McBain mij typisch weet na te bauwen, is vers water ook geen probleem. Zeker niet met de regens van de afgelopen periode. Saai is niet het goede woord om de dagen te beschrijven die ik hier tot vandaag heb doorgebracht. En geheel zonder inspiratie zat ik ook niet. Toch lukte het niet om een sterk begin te maken met de meegenomen opdrachten voor de weekendbijlage van de Volkskrant. Teveel bezig geweest met columpjes voor allerhande dag en weekbladen. Leuk om te doen, en elke dag ook wel iets om te verzinnen. Maar veel zoden aan het dijk zet het niet. Alweer een columnpje. En dan is er voor een moment de berusting, het fijne gevoel: ik heb weer iets geproduceerd. Even genieten met een drankje en wat chatten met mijn vrienden over de situatie in Nederland, en mijn alweer net zo zen-achtige dag als gisteren.

Hoe anders de reeks waarvoor ik met de hoofdredactie een strakke planning heb afgesproken. En waarom ik me helemaal hier heb teruggetrokken in het verlaten Schotse land. Nu ja, de dieren lopen buiten rond, als je dat bevolking kunt noemen. Het uitzicht is fantastisch, de regen deert me niet. Op mijn dagelijkse wandelingen word ik toch wel nat, ook in het geleende dikke regenpak. McBain zweert nog steeds bij de goede oude kwaliteit van het zware gevoerde plastic. Ik vrees dat het pak wel 2 kilo weegt. Maar het went, en het brengt voor mij een zekere romantiek met zich mee. "Alles is materiaal", en zo gebruikte ik dit voor een vluchtig stukje over 'normen en waarden'. En dan had ik gedacht hier ook tijd te vinden om verder te werken aan de structuur van mijn boek, het verhaal dat ik geen roman wil laten worden. Pagina's produceren is voor mij haast organisch en lukt me zelfs in een druk café wel. Beter zelfs. Hoe meer geroezemoes, hoe minder ik mijn gedachten waarneem en het schrijven een eigen weg neemt. Maar bij het opzetten van de structuur, het nadenken over en beschouwen van wat er al is en of het correct in elkaar grijpt, daarvoor heb ik mijn volle verstand nodig. En rust en stilte. Die vind ik hier maar niet, die rust. Hoe verraderlijk het idee zo'n stille plek op te zoeken, om er daar aangekomen achter te komen dat het niet biedt wat ik nu nodig heb. De worsteling duurt al maanden, een jaar geleden startte ik met het manuscript. Vanuit het niets, om een lolletje. De reacties uit de omgeving waren zo stimulerend dat ik in een maand een redelijk begin had gemaakt, karakters, een plot, verhaallijn, opbouw. Alle ingrediënten rolden als vanzelf uit mijn pen. En toen begon ik met nadenken, en bleef het verhaal lang in de kast liggen. Gelukkig ben ik er voor mijn bestaan niet van afhankelijk. Het commercieel schrijven levert genoeg op om in mijn onderhoud te voorzien. En dat gaat steeds door, waar ik ook ben. Goed, ik kan niet reizen zoveel en zo vaak ik wil, maar al veel meer dan voordat ik besloot te schrijven. Ik ben er niet uit welke nu beter smaakt, Schotse of Ierse whisk(e)y. Ik blijf hier nog even!

woensdag 24 maart 2010

Torbellino

Met een bezweet lijf gestoken in verschillende lagen vochtige kleding, in een te krap toilethokje zodanig lang hannessen dat het binnen uiteindelijk voelbaar kouder is dan een paar minuten daarvoor op de piste in een behaaglijk zonnetje. Plassen en poepen, het zijn van die dingen die moeten, en waarover het leuk kletsen is, maar die onnodig tijd kosten en ergernis opwekken. Het komt nooit gelegen en je krijgt er vieze handen van. Het lijkt teveel op werken.

Lees verder op Bruce's bike blog

zondag 21 maart 2010

Nut van chaos


Één kaartje alsjeblieft.
-Wat voor een kaartje?
Gewoon, een kaartje. Een van die daar.
-Die zijn voor de spits, die zijn nu niet geldig.
Oh, jammer. Dat zijn wel de goedkoopste.
-Waar moet u naartoe?
De stad.
-Dan had u deze moeten hebben, met drie strippen. Die goedkoopste hebben er maar twee, voor één zone. Daarmee kom je niet in de stad.
Maar die zijn voor in de spits begrijp ik? Wanneer is dat dan?
-Tot negen uur. En van vier tot zes.
Van vier tot zes??? En als ik om vijf voor vier instap?
-Dan moet je deze hebben, kijk een enkeltje. Kost één euro vijfentwintig. Maar als je die kiest en je reist vaker, dan kun je beter deze nemen. Negen enkeltjes voor een tientje, betaal je maar één euro elf per keer.
Oh ja, maar alleen buiten de spits dus?
-Nee ze zijn ook in de spits geldig, maar dan betaal je meer dan voor een spitskaartje. Die zijn vijftig cent voor twee strippen, en vijfenzeventig cent voor drie strippen.
Tot negen uur en tussen vier en zes. Euhh, ik raak de weg een beetje kwijt.
-We gaan zo weer rijden.
Welk kaartje heb ik nu dus nodig?
Waar moet je zijn in de stad?
Ziekenhuis.
-Dan moet je dus overstappen. Het is na negenen, buiten de spits, dus dan krijg je deze kaartjes.
Maar die zijn wel veel duurder! Één euro zestig voor twee strippen en twee veertig voor drie! Dat is ruim drie keer duurder dan in de spits!!!
-Ja, ik heb het ook niet verzonnen. Van mij mogen jullie allemaal gratis mee, maar dat vindt mijn baas niet goed.
Als ik de volgende keer ga, dan kan ik met die spitskaartjes reizen? Daarmee kun je wél overstappen?"
-Inderdaad, maar alleen vóór...
Negen uur
-en...
tussen vier en zes.
-Inderdaad, dan is 't het goedkoopst.
Oke, dan maar een kwartier eerder opstaan. Kan ik de bus van kwart voor negen nemen. Scheelt mooi één euro vijfenveertig, en met de spits terug is dat twee negentig. Bijna vijftien euro per week!
-Als u elke dag reist, kunt u beter een abonnement nemen, dat is vaak goedkoper.
Ook in de spits?
-Dat weet ik niet, dat zou u even moeten navragen bij Connexxion. Wacht, hier heb ik een kaartje met de servicenummers.
Oh, dankje wel.
-Dus maar zo'n kaartje met drie strippen doen, da's dan twee euro veertig.
Nee, kijk ik heb nog een strippenkaart. Stempel er maar drie af. Zo kan het toch ook?
-Inderdaad, en dan kost het maar één vierenveertig.
Wordt jij niet helemaal gek van al die kaartjes?
-Er zijn er nog meer, op de streek heb je ook dalkaartjes. Lijken op de spitskaartjes maar zijn één vijftig en twee vijftig. Voor twee en drie zones. En natuurlijk: niet vóór negen uur en niet tussen vier en zes.
Om het makkelijk te maken...
-Nog even en dan gaat alles met dat ding daar.
OV-Chip? Werkt ie al?
-Soms.

Excuus

De prachtigste praatjes, de meest fantastische verzinsels, uitgekookte uitvluchten, smeuige smoezen, valse voorwendsels, schitterende schijnredenen, extravagante excuses. Ik hoor ze dagelijks, meerdere malen, uit meest onverwachte hoek. Oh, en ik ben zelf natuurlijk meester in het maken van vreselijke verzinsels.

En altijd, echt altijd, zijn het excuses om iets niet te doen, of niet te hebben gedaan. Of nog niet te hebben gedaan. Maar dat nog, dat verandert langzaam in een nooit. Een smoes om iets niet te doen. Om het nooit te doen.
Kunnen we onszelf dan niet ook andersom voor de gek houden? Is het niet beter geen spijt te hoeven hebben omdat we iets wel hebben gedaan? In plaats van gespeeld trots te zijn op het prachtige praatje dat we verzonnen omdat we te lui, te dom, te slap, te laf, te beroerd, te mens waren om iets niet te doen?
"Ik ben op tijd omdat mijn wekker te vroeg afging, ik kon er niets aan doen", "Ik heb wat je me vroeg gedaan, ik kon het gewoon niet laten, ik weet ook niet wat ik had, slechte dag denk ik", "Ja ik bel je nu, dat was ook de afspraak, maar eigenlijk een ongelukje want ik dacht iemand anders te bellen, maar nu ik je toch spreek...".
Het klinkt waarschijnlijk belachelijk, ietwat hilarisch, maar euhh: Probeer het eens!

120 years ago...