maandag 31 december 2007

Tranen

Al dagen loop ik te sniffen en te snotteren. Om niets en om alles. De tranen blijven maar komen. Donderdag, ja donderdag is het begonnen. Of wacht even, vergis ik mij nou? Het was woensdag al, toch? Laat in de avond dat ik iets voelde, iets onbestemds, waarvan ik nog niet helemaal zeker was... Nee toch donderdag, of goed dan in de nacht van woensdag op donderdag. En ook zweten, alsof ik ziek ben. Dan weer rillerig, mijn lichaam schokt en schudt en dan opeens weer warm, een gloed zoals van de zon maar ik krijg het maar niet warm. Terwijl ik wel lig te zweten als een otter. Honger heb ik ook niet. Het eten komt niet door mijn keel. Ik ben niet misselijk, ik heb er gewoon geen zin in, het is zo nutteloos: eten. En op de bank liggen en tv kijken? Het verveelt me nog meer dan anders, de tv blijft uit. Ik zwelg maar wat verder in mijn gevoel. Gevoel? Welk gevoel. Ik voel helemaal niets, ja tranen op mijn wangen op de meest onverwachte momenten. En het gevoel op donderdag dat ik dit voelde aankomen: het zou wel eens even kunnen duren. Meteen naar de winkel voor grootverpakking zakdoekjes, 2 pakken van 30 pakjes met 10 tissues. Dat zijn er 600! En de dag erna nog eens 2 pakken van 10: 200. Ik ben al ver over de helft, mijn voorraad slinkt en nog is het niet helemaal weg. Vandaag is het minder dan de afgelopen dagen, maar gisteren was een hel. Zaterdag, ja zaterdag kon ik nog wat zien op mijn beeldscherm, en was ik niet zo warrig dat ik ook nog wel een tekstje kon schrijven. Maar gisteren heb ik van ellende ook maar meer dan de helft van de dag in bed gelegen. En wat chocolade gekauwd, ze zeggen dat het helpt. Nou mooi niet, voor geen meter, gisteren tenminste niet. En nu weer net uit bed gaat het ook wel weer wat beter, maar hoe zal het straks zijn, als ik weer op weg ga en weer anderen ontmoet en weer ga praten? Ik neem mijn overgebleven voorraad zakdoekjes maar mee in mijn bagage, ben ik in elk geval voorzien. Oh en dan dat rauwe uitgedroogde vel rond je neus van al dat snuiten dat verder ook geen zin meer heeft. Ik voel me vooral leeg, heel erg leeg nu. Hoe lang gaat dit nog duren?
Ik hoor ze al zeggen: "Ach het heeft gewoon wat tijd nodig en dan zal het wel weer beter gaan". Ik geloof het niet. Maar goed, als anderen maar hoop hebben.

zondag 30 december 2007

FF Bijkomen

...een deurpost aan mijn rechterhand en ik ga neer. 1, 2, 3, ... minstens tien tellen blijf ik roerloos liggen. Net niet buiten-westen maar voldoende voor een technisch Knock-Out. Twee mannen snellen mijn richting uit, in fritaliaans spreken ze me toe. Ik doe mijn ogen open maar blijf roerloos liggen, mijn hele lichaam staat strak van de adrenaline. Als in een slow motion shot breng ik mijn rechterhand naar mijn hoofd, het voelt warm en nat...
lees verder

zaterdag 29 december 2007

Blote Voeten

Spijkerbroek, blote voeten. Mijn witte shirt, achteloos geknoopt, hangt half open en toont je gladde buik. Je haren losjes, nog nat van de douche. Je ligt op de bank, op je zij, je linkerbeen schommelt naast de bank. Wang op het kussen, je staart in de verte, half dromend. Ik beweeg niet, van een afstandje observeer ik je. Mijn ogen zijn gefixeerd op het schommelend been dat in een traag ritme mijn gedachten gevangen houdt. Ik denk niet. Je hand raakt even je buik aan, een lichte kriebeling, zonder aandacht. Mijn blik verschuift en raakt je buik, plat en strak, toch zacht. Vanaf hier kan ik nog net de dunne haartjes rond je navel waarnemen. Je weet niet dat ik hier sta, je bent elders met je gedachten. Je ogen zijn gericht op een punt ver van hier. Met mijn ogen neem ik je lichaam in mij op. De twee knoopjes die wel dicht zijn aan het shirt, dat precies dáár onder spanning staat. Schuin tussen je borsten getrokken, de opening tussen de twee knopen tonen je huid met aan beide zijden je ronde welvingen. Ik schat in dat mijn hand er net tussen past. Het gevoel daarbij probeer ik in mij op te laten komen. In mijn gedachten raak ik je aan, lichte opwinding. Je krabt jezelf even in het kuiltje aan de onderkant van je borstbeen. Bij mij keert de rust weer. Je slikt en ik staar naar je hals, de twee pezen van sleutelbeen naar kaak staan gespannen en steken vooruit. Het kuiltje ertussen is gehuld in een donkere schaduw. Het zonlicht verlicht je hals en borst. Ik zie je traag ademhalen. Je bovenste borstreek is vlak, gebruind, aanlokkelijk. Zie hoe ik mijn hoofd er neervlei. Nog steeds heb je mij niet opgemerkt, ik neem waar, jij droomt weg. Een hand onder het shirt, je streelt jezelf in een kort moment. Je ogen sluiten langzaam, je lippen ontspannen, je gezicht opent in kalmte. Je komt tot rust, je laat het los. Nog een keer schuift je hand over de welving onder het shirt. Twee vingers strelen de gevoeligste streek. Je trekt je hand weer terug, je ruikt even aan een vinger. Onder het gespannen katoen zie ik een lichte verstijving, je windt jezelf op. Je eigen geur vervoert jezelf. Op mijn plek op afstand ruik ik je ook, mijn herinnering aan je geur. We genieten beide van jouw lichaam, we zijn weer samen.

dinsdag 25 december 2007

Wish You Were Here

Een dag in het vroege voorjaar. Het is nog stil in huis wanneer ik voorzichtig de trap afsluip. Ik wil niemand wakker maken, mijn missie vandaag is van mij. Mijn voorbereiding op de dag moet in stilte gebeuren. Ongestoord wil ik vertrekken. Mijn ontbijt bestaat uit een pakje saroma met wat melk. Ik klop een hele kom vol en begin traag te eten. Alles moet op, hier zal ik de eerste uren op teren. Onderwijl smeer ik wat boterhammen, met hagelslag. Ik denk niet na over het waarom, ik doe dit omdat ik dit al jaren zo doe. Er zijn geen andere opties. Dit is een dagelijks ritueel. Ik gluur naast het gordijn dat voor het raampje van de achterdeur hangt naar buiten, een half mistige wereld. Nog geen zon, toch is het al mei. Dit jaar laat het voorjaar lang op zich wachten. Ik verwacht een koude dag en heb een extra trui klaargelegd. Veel neem ik niet mee op mijn reis. Ik bereid niet voor, amper eigenlijk. Later, veel later zal ik leren over voorbereiden, het nut en het plezier daarvan. Nu leef ik in het moment, voorbereiden kost momenten, en ik wil geen moment verloren laten gaan. Ik heb mijn boterhammen gesmeerd en in een zakje gedaan. Het zijn er zes, voldoende lijkt mij. Ik eet weinig. Al jaren eet ik weinig en weeg ik evenzo, het is zoals het is.

Even voor achten stap ik op. Mijn route is bepaald. Zonder kaart, namen van steden en de ANWB bewegwijzering zullen mij naar mijn doel leiden. Een andere wegbereider heb ik niet. Jawel, mijn rotsvast vertrouwen in mijzelf: ik zal aankomen. In de kille ochtendlucht duurt het even voordat ik opgewarmd ben. Het is rustig op straat, de lichte mist verwaait de geluiden van verwijderende auto's. Ik sla geen acht op mijn omgeving, ik ben nog niet wakker. De saroma pap drukt zwaar op mijn maag. Ik heb alles opgegeten, ik ben het niet gewend zo'n volle maag te hebben. Ik verman mij. Wat vreemd op deze leeftijd, ik ben nog een jongen, ik verjongen mij dus. Ik draag mijn last omdat ze onderdeel uitmaakt van mijn plan voor deze dag. Ik trap en mijn fiets komt in beweging. Zes uren heb ik minimaal te gaan. Ik jaag de stad uit, zo snel mogelijk wil ik buiten zijn, het gevoel hebben echt op weg te zijn. Over de Selfkant rijd ik noordwaarts, het eerste stuk doorkruis ik duits grondgebied. Hier mag ik niet stoppen zo is mij verteld. Ik haast mij over deze weg en hoop geen lekke band te krijgen.

De mist trekt langzaam op en vervaagt in een grijze wolkenmassa. De zon zal mij vandaag niet vergezellen. Via Koningsbosch rijd ik naar Posterholt en neem de klim naar Roermond, via buitenwijken langs flats met daarop enorme muziekinstrumenten geschilderd, een poging er nog iets van te maken van deze kolossen van beton, tref ik na een bocht net buiten de stad de rivier de Maas. Ze zal me vergezellen tot aan het einde van mijn reis vandaag. In Venlo steek ik de Maas over en fiets weg van de oever in de richting van Bergen. In Vierlingsbeek pauzeer ik voor de laatste keer vandaag. Ik ben bijna op mijn bestemming, Cuijk bereik ik om half vier in de middag. Een korte begroeting en ik ben alleen in de woonkamer, anderen werken en ik vermaak mijzelf.

Door de platen verzameling bladerend kom ik bekende namen van eerder tegen, toen ik nog kleiner was. De muziek waarmee ik opgroeide, Bee Gees, Stones, Boudewijn de Groot. En platen van Freek de Jonge, de laatste oude jaarsconference. Ik luister een stukje, ik ben niet geboeid, heb het al gehoord en ken de clou al. Het is niet nieuw. En na een dag vol nieuwe indrukken, wegen die nog onontdekt waren, zucht mijn brein naar meer, nieuw, nieuw, nieuw! Ik duik nogmaals in de stapel LP's. Creedence Clearwater, CCC, Deep Purple. Ik luister een nummer van de eerste, meer van hetzelfde, ik ken het deuntje. Nog een keer kijken, voor ik het helemaal opgeef en naar ander vertier zoek. Een laatse keer verleg ik platen van de ene naar de ander stapel. Een witte hoes, met een foto: twee mannen waarvan één in brand. Wat is dit? Hoe anders dit beeld dan mannen uit een ver verleden, met lang haar en een dopey uitstraling. Dit is een strak beeld, geregiseerd, als een shot uit een film. En dan het brede witte kader om de foto die brandend uitloopt in het wit. Een kunst-hoes. Geen marketing foto, maar een beeldmerk. Welke band is dit? Ik keer de hoes om, op de voorkant geen namen, geen tekst. Eveneens niet op de achterkant. Ook daar een foto, een man zonder gezicht in een woestijnlandschap waarvan het zand via het kader uit de foto loopt.

Ik haal de LP in haar binnenhoes uit de buitenhoes. Tekst op de binnenhoes, songteksten. De naam van de band. Ik lees vluchtig, onderwijl haal ik de LP eruit. Leg 'm op de draaitafel en laat de naald zakken. Ik wacht, het lijkt een lange aanloopgroef, maar nadat ik het volume heb opgedraaid blijkt de muziek meteen begonnen te zijn, heel langzaam neemt de luidsterkte toe. Vol onbegrip luister ik een paar minuten ademloos. Geen rock-ritmes, geen ballad, niets van wat ik ken. Dit is anders, vreemd, en raar. Wat een rare muziek, is dit wel muziek? Ik til de naald op en verplaats hem naar een flink stuk verder op de plaat. Er zit al meer ritme in en harmonie, maar nog kan ik het niet thuisbrengen. Het eerste nummer beslaat zowat driekwart van kant A van de LP. Een heel lang nummer, moet ik daar op gaan wachten? Ik snap de plaat niet, en de muziek kan ik niet plaatsen. Het past niet in wat ik ken, dit is nieuw, ja dat wel. Ik draai de plaat om. Op zoek naar iets dat ik kan koppelen aan voor mij bekende muziek. Ik vind het niet, ik begrijp het niet. Wie vindt dit nu mooi? Nog een keer probeer ik het, van vooraf aan. Ik raak verwarder en verwarder. Mijn definitie van muziek staat niet toe dit eronder te scharen. Vertwijfeld maar ook boos van onbegrip zet ik de draaitafel stil. De LP gaat weer in de hoes en op de stapel, dat nog net. Nog een keer bekijk ik de hoes, misschien vind ik hier een aanwijzing. Maar nee, ik kom er niet uit. Vandaag geen muziek meer voor mij, ik ga even op bed liggen, vermoeid van deze overdonderende nieuwigheid.

zaterdag 22 december 2007

Het Moment

Met mijn duim beroer ik je wang, het ronde deel, het zachte stuk. Één keer beweeg ik in een zachte streling, je vel verschuift, haast. Mijn vingertoppen steunen in je hals, ik voel je bloed kloppen in de zachte welving die de ader die naar boven kronkelt daar heeft gevormd. Nog een keer strijkt mijn duim over je wang, mijn vingertoppen ervaren een ritmewisseling, heel licht heel zacht, je bloed stroomt sneller. De warmte die uit je hart omhoog wervelt door je hals, ik voel haar, via mijn vingertoppen, mijn vingers, mijn pols en zo door mijn aderen, in een gestage stroom naar mijn hart. Je verwarmt me en ik ontrek wat warmte aan jou. Ik streel, een derde aanraking van duim op wang. De beweging eindigt, net onder je oog. Mijn duim rust, vlak voor je oor, ik voel de stevigheid van je jukbeen, dat de ronding van je wang opvangt in kracht.
Mijn ogen luiken iets naar boven. Van mijn duim via je jukbeen, wang en zo naar de voorkant van je gezicht, naast je neus en langzaam omhoog. Met je blik vang je mijn ogen wanneer ze de beweging naar boven willen doorzetten. We kijken elkaar aan, doordringend, indringend. Je pupillen wijd, je ogen donker, je blik is open, bijna vragend. Ik neem iets waar in een hoekje van mijn gezichtsveld. Je opent je mond, even maar een kleine donkerte in de uithoeken van mijn gezichtsveld, je tong likt je lip, een fractie van wat vocht blijft achter in een glinstering van licht. We kijken elkaar aan, we verdrinken langzaam in elkaars ogen, een minuut, misschien iets langer.
Ik buig mij naar je toe in een trage beweging, mijn hand verschuift van je hals naar je nek, in een ronde streling neem ik je mee in mijn beweging. Je wacht, beweegt niet. Mijn duim beroert even je oorlel, onbedoeld. Onze ogen zijn haast verweven, met onzichtbare draden houden we elkaars blik gevangen. Nogmaals streel ik je oor. In de uiterste hoek van je linkeroog ontwaar ik een lichte reactie, een spiertje dat samentrekt. Je lacht, haast onmerkbaar, meteen veert mijn hart op, het klopt sneller, mijn grip in je nek verstevigt. In je ooghoek ontwaar ik een zweem van een traan, wat vocht dat opwelt boven het onderste ooglid. Mijn beweging naar je toe vertraagt, jij slaat je ogen neer, een kort moment. Haast raken onze voorhoofden elkaar, je kijkt weer op, we zijn bij elkaar, bijna. Je mond, weer wijken je lippen even, een lichte zucht ontsnapt, mijn andere hand raakt jouw vingers, je palm, en neemt je pols. Mijn grip steviger, jij reageert, je hand brengt de onzen omhoog tot aan mijn schouder. We staan hart aan hart, je raakt me aan, je hand is warm en zacht. Langzaam sluit je je ogen en ik volg, je adem verwarmt nu mijn hals en je buigt in een lichte beweging je nek. Je schept ruimte en bent in een moment heel dicht bij me. Jouw lippen raken de mijne en in een warme gloed vinden we elkaar.

zondag 16 december 2007

Voy al Casa

Ik ben er weer, thuis. Daar waar ik nu weer thuis ben, na twee weken Madrid, waar ik me ook thuis voelde. Het maakt niet uit waar ik ben, ik voel me thuis omdat ik er ben. Ook al voelt het nu even vreemd om niet over Plaza Mayor te kunnen slenteren en te kijken naar alle mensen. Te genieten van het spel dat daar wekelijks wordt opgevoerd door talloze straatspelers. En over een half uurtje mijn dagelijkse wandeling naar de Cerveceria Alemana, vandaag moet ik het missen. Zoals ik veel moet missen omdat ik weer hier ben. Waar het bier weer hollands smaakt en mijn tong een vreemde smaak waarneemt, huh is dit ook bier? En straks later op de avond zal ik zonder vino zijn, niet kunnen staan aan de toog van La Venencia en er een cecina bij bestellen.

IMGP7181

Maar ik ben weer thuis, en thuisgebracht door mijn vriend, Lodewijk. Hoe fijn het is om weer te praten met iemand die zo dicht bij je staat. Die je niet je hele verhaal hoeft te vertellen om begrepen te worden. Dit is geweldig thuiskomen, in alle rust gesteund. Ja het voelt goed om er weer te zijn, anders dan toen ik ging. Rijker, veel rijker. En rustiger. Ik heb het gedaan, meegemaakt en er uitgehaald wat ik er nu uit kon halen. En dat is meer dan ik vooraf voor mogelijk hield. Mijn eerste gedachte was: als ik maar in Madrid kom, dan heb ik al veel gewonnen. Het is zoveel meer dan dat gebleken! Ik heb vrienden gemaakt, en ook weer verloren. Gelachen en gehuild. Gesproken, met iedereen. En geschreven, veel geschreven.

De komende weken zal ik nadenken, over alles wat in deze twee weken en de twee maanden daarvoor is gebeurd. Met mij, en met degenen die dichtbij mij staan. En ik zal voor mezelf een balans opmaken. Wat wil ik verder nog? Madrid is mij zo goed bevallen dat ik nu al weet dat ik terug wil. Om te beginnen voor een paar weken. En wie weet voor veel langer. We zullen zien: veremos!

dinsdag 11 december 2007

Maite

"I met her in a bar down in old Madrid
Where you drink sherry and it tastes like wine
See-oh-el-aye vino
She walked up to me and she asked me to dance
I asked her her name and in a dark brown voice she said Maite
El-oh-el-aye Maite ma-ma-ma-ma Maite!"

Zaterdagavond, stapavond. Na een paar biertjes in Cerveceria Alemana, en een inspirerend gesprek met twee roermonders, verhuis ik met erg goede zin naar La Venencia, voor een paar vino's en de drukte. Naast de trap vind ik nog een plaatsje, ik blijf hier een tijdje staan genieten van een palo cortado, een cecina, het geroezemoes dat aanzwelt in de nabijheid van de nacht en het kijken naar alle mooie mensen om mij heen. Hier is het goed, mijn sfeer, mijn plekje. Een groepje stappers is op zoek naar een plekje om te zitten. Wat stoelen verhuizen van het podium naar beneden en weer terug. Antonio verbiedt de verhuizing van zijn meubilair, het moet wel gezellig blijven. Het is druk, lekker druk. Op het podium, achter boven, komt aan de grote tafel een plekje vrij. Ik verhuis van mijn staanplaats, om te zitten en te kunnen schrijven. Het gesprek met Jan en Marga en de drukte hier schenken me de nodige inspiratie. In 10 minuten schrijf ik mijn gedachten leeg in 5, 6 pagina's.

Om bij te komen haal ik een volgend wijntje, net op het moment dat mijn tafelgenoten opstappen. Het groepje dat eerder de stoelendans opvoerde, ziet haar kans schoon, ze invaderen de grote tafel. Mijn bestelling komt eraan, ik neem een tree van de trap en kijk wat er met mijn plekje gebeurt en gebaar naar de verbaasde jongedame dat ik op het hoekje zit en terugkom. Ietwat vertwijfeld wordt er geknikt. Mijn spullen blijven waar ze zijn. Later zal blijken dat er wat ongerustheid was over mijn achtergebleven rugzak, men is hier erg voorzichtig met spullen: bright lights, big city!

Terug op het podium is de tafel gevuld, zes mensen: drie vrouwen, drie mannen. Mijn kant van de tafel is vrij, ik kijk verontschuldigend naar de twee dames links van mijn plekje en de heren aan de rechterkant: "is het goed als ik hier aanschuif", oftewel: "leuk dat jullie bij mij komen zitten!" Ik voorzie meer inspiratie en een gesprek. Ze drinken verschillende wijnen, er komt een fles op tafel. Ik pak mijn spulletjes om verder te schrijven, de dame links van mij kijkt wat ik doe. We raken in gesprek, vanzelf zonder verdere aanleiding. Zo snel mijn spaans en haar engels willen vlotten vliegen de vragen over tafel. Vragen? Vragen??? Ja ze stelt vragen! Veel vragen. Hee, wacht even! Ik was toch degene die hier de vragen stelde?

Maite heet ze, kort voor Maria y Teresa. Ze zijn op stap, zaterdagavond. Zij oorspronkelijk baskisch (!), haar zusje Cristina (let op zonder h!) een biologe die goed op haar grote zus past, vriendin Emma met novio Nils uit Duitsland. Luis, de broer van Emma, en Cesar de ietwat stille artiest, een beeldhouwer. Op twee na allen architecten. Voor ik het weet ben ik in deze groep opgenomen. Ik voel mij weer een beetje student, stappen op zaterdagavond en maar zien waar het eindigt. Het is pas net begonnen, elk onderwerp is goed hier in deze conversatie voor 7. Er komen nog meer flessen op tafel. Het rumoer en de gezelligheid nemen toe. We maken grappen en dagen elkaar uit. De sfeer is uitstekend, dit zijn goede vrienden en ik voel me thuis bij hen.

Vanaf het eerste moment voel ik me op mijn gemak bij Maite. Dat ze net zo vragerig is als ik, vervult me met plezier. In haar ogen zie ik een vuur branden: vertel me hoe het zit, wie ben jij, wat doe je, wat brengt je hier, wat houdt je bezig? Allemaal ook mijn vragen, ik wil snel antwoorden om haar antwoorden te weten. Al pratend maak ik wat aantekeningen, de feitjes die ik ga vergeten. Nu hier schrijvend herbeleef ik het fijne gevoel om opgenomen te zijn in haar vriendengroep. Ze nodigt me uit mee te drinken met hen, Nils schenkt bij. Met eenieder heb ik een korter of langer gesprek. Er is over en weer interesse in en ruimte voor elkaar. We spreken over architectuur, beeldhouwen, wonen, de huizenmarkt, taal, grammatica, kunst, cultuur, de verschillen, de context en het spaanse "ongeveer".

Rond twee uur kondigt Antonio het eind der tijden aan, het licht gaat even uit. We worden geacht ons geld achter te laten en af te taaien. Bij het naar buiten lopen, vraagt Maite me mee te gaan naar Kardomomo, een club waar Gitanos dansen op de flamenco, een happening. Of ik daarvan houd, flamenco. Vraag 724 is dat. Ik hoef niet na te denken, ik loop al mee, het is drie deuren verder. Koud binnen, onze spullen weggestouwd op en in een barkruk, pakt Maite me bij mijn handen en we beginnen te dansen. Heerlijk ongedwongen genieten we van de muziek. Het lijkt alsof dit elke week zo gebeurt. Oude tijden herleven. Nee onzin! Nieuwe avonturen dienen zich aan. Ik voel me opgetild door Maite's ongedwongenheid. Steeds nodigt ze me uit, en telkens is mijn lichaam eerder met reageren dan dat mijn brein een antwoord kan verzinnen. We dansen, omdat het zo is, omdat we hier zijn, samen.

Het eind van de avond komt eerder dan ik wens. Mijn geest is helder ondanks de drank en mijn lichaam voelt relaxed. Dit moment mag langer duren. We krijgen vlak voor sluitingstijd nog een staartje mee van wat Gitanos die zich uitleven op de flamenco, vol vuur wordt er gedanst, gestampt met laarzen en in een opzwepend ritme in handen geklapt. Of je wil of niet, je doet mee, de muziek en de broeierige sfeer geven je lichaam het signaal: dans! Buiten nemen we deel aan een typisch spaans tafereel. Lang delibreren over wat te doen. Voor nu: hoe komen we thuis, voor later: wat doen we morgen. Een derde uitnodiging van Maite volgt. De rastro, zondag om half een. Ze sms't me, morgen. Met drie kussen nemen we afscheid, tot morgen!

zondag 9 december 2007

Conversaciones en España

Spanjaarden praten graag en veel, claro. In al hun gesprekken kunnen ze zeggen wat ze willen, heftige discussies zijn niet uitgesloten. Maar altijd willen ze in gesprek blijven. Echt ruzie maken is er dus niet bij. Er zijn drie belangrijke manoeuvres in een spaanse conversatie die daarbij gebruikt worden. Wanneer er mogelijk sprake is van het aanduiden van een verschil tussen beter en slechter dan zal een spanjaard daar eerder op een mooie manier geen antwoord op geven dan het gevaar te lopen een duidelijke keuze te maken. Bij de vraag wie vind je leuker, haar of mij, antwoord een spanjaard met "Hay diferencias". Zeer diplomatieq en op de vervolg vraag qan dan weer een uitweiding volgen, het gespreq is nooit af met een spanjaard.

Wanneer je de spaanse taal nog niet zo machtig bent, dan loop je het gevaar dat je denqt je spaanse gespreqspartner te begrijpen wanneer je weet welqe woorden hij gebruiqt. Vergissing! Hou altijd in je achterhoofd: alle beteqenis hangt af van de context. Als je recapituleert en zegt: "je bedoelt dus...", dan qan je gesprespartner zeggen: "mogelijq, maar het hangt wel van de context af." Valt er in een gespreq toch een iets stevigere uitspraaq te noteren dan wordt er vaaq snel aan toegevoegd: "mas o menos". Oftewel: "iq zei net wel dat het zo is, maar iq bedoel dat het ongeveer zo is". Spanjaarden zijn er meesters (en meesteressen) in om een conversatie eindeloos op gang te houden en voor de speldepriqjes die ze uitdelen om het gespreq leuq en spannend te houden, hebben ze methodes gevonden om ze te neutraliseren. Wil je echt weten wat een spanjaard van iets vindt? Praat dan over voetbal.

zaterdag 8 december 2007

Chicas y Mujeres

Het jachtseizoen is geopend. Op chicas en mujeres kan in Madrid ongelimiteerd gejaagd worden. Op beide in een eigen stijl en met een specifiek doel. Het globale doel is hetzelfde: veroveren. Maar beter nog is het om tegelijkertijd veroverd te worden. Echter, chicas veroveren nog niet zelf. Chicas hebben nog geen vaste plek in het leven en ze weten nog niet precies wat ze met hun buit moeten doen. Chicas zijn net jonge hondjes, puppies: springerig en naief. Maar toch niet helemaal, want chicas weten wel wat ze niet willen. Hun grenzen liggen vast, schijnbaar. Omdat ze chicas zijn kunnen hun grenzen verschuiven. Vandaag is het nee, morgen ja en overmorgen weer nee. Chicas zijn net zo onvoorspelbaar als jonge katjes. Ze spelen met je en plotseling, zonder een "verklaarbare" aanwijzing bloed je. Je hebt het niet zien aankomen, haar scherpe nageltjes zitten al in je vlees voordat je doorhad dat ze naar je uithaalde. Daarom, juist daarom is het jagen op chicas zo spannend en gevaarlijk tegelijk.

Je weet nooit wat er volgt, wat haar reactie is op jouw voorbereide volgende aanval. En was het gisteren links, vandaag kan het nog steeds links zijn maar net zo goed voor, achter, opzij of iets wat je totaal niet verwacht. Het is niet te voorspellen wat zal doen. Onvoorspelbaar als het leven zelf, dat zijn chicas. Het is een kunst om je over te geven aan haar grillen, dan wordt de jacht een dans voor twee. Probeer haar ritme te volgen en haar uit te dagen tot een stap die iets verder reikt dan haar grens. Ze slaat dan graag haar nagels uit om daarna weer de onschuld te kunnen spelen. Het spel heet aantrekken en afstoten en is al zo oud als de wereld. Er zijn geen regels, er zijn geen winnaars, enkel de spelers en het spel.

Ik dans met mijn chicas in een ritme dat mij bevalt. Of andersom, mijn chicas willen met mij dansen en hun ritme bevalt mij. Hier in Madrid, hoe anders dan in Nederland, voel ik niet dat ik iets te verliezen heb in deze dans. Hier heb ik enkel te winnen. Niet het spel, nee. En ook niet de chica. Het gaat niet om de verovering van de prooi, het winnen van iets buiten mijzelf. Wat ik te winnen heb is meer van mijzelf. Ik kom met elke pas in de dans dichter tot de kern van mijzelf. Wat wil ik in dit leven en als met iemand samen, met wie dan? Welke dans moet zij dansen voor mij om mij uitgenodigd te voelen? Het antwoord op die vraag is mijn buit van de jacht.

Voet tussen de deur

"Voet tussen de deur", kent u die uitdrukking, lezers? Op deze wijze begint Ds. Gremdaat zijn gesproken column. En ik neem het maar even van hem over, hier in Madrid. Nee, veel dominees heb je hier niet. Maar gelovig zijn de spanjaarden zeker wel. Katholiek natuurlijk en van een andere orde dan de italianen. Veel strenger. De italianen hebben de paus, en leven er gewoon op los. De spanjaarden zijn veel godsvrezender. Jaren van onderdrukking, het is nog maar 29 jaar geleden dat de dictatuur tot een einde kwam, hebben er voor gezorgd dat veel spanjaarden nog doorvoed zijn met angst. Angst voor de staat, angst voor de kerk en angst voor god.

Dat voel je overal in de stad, en je ziet het ook. Veel mensen kijken angstig uit hun ogen. In een grote stad natuurlijk niet zo vreemd, met zoveel mensen bij elkaar moet je goed passen op huis en haard. Maar hier in Madrid is de angst wat groter dan elders. Er wordt ook minder gelachen, op straat kijkt iedereen nors voor zich uit. Zijn de mensen onvriendelijk dan? Nee hoor, maar ik krijg de indruk dat genieten in Spanje nog maar recentelijk is uitgevonden. Spanje is, al lijkt het in europees verband misschien anders, nog steeds een land van armoede. Zowel financieel, de mensen zijn gemiddeld minder rijk dan in de rest van west-europa, als geestelijk. De jaren van beperkingen tijdens Franco hebben diepe wonden geslagen in het geestelijk welbevinden van de bevolking. Dit volk is jarenlang getergd en geknoet, in alles.

Het verband tussen de dictatuur van Franco en de katholieke kerk heeft veel spanjaarden ook in vewarring gebracht over hun geloof. Tijdens die periode was het eenvoudig kiezen, katholiek zijn was veilig. Maar vanaf de jaren tachtig hing er toch een zweem van "fout zijn" over je als je katholiek bent. Die gespletenheid zie je hier en daar terug in de spaanse samenleving. Of men houdt streng, strenger dan elders, vast aan de katholieke normen en waarden, of men heeft ze volledig verlaten. Zo ook mijn "mujeres". De twee dames bij wie ik in huis verblijf. Dat wil zeggen dat ik er slaap, ontbijt en indien toegestaan een douche neem. Ze zijn van de orde van "Voet tussen de deur". U kent ze wel dames en heren: de Jehova´s getuigen.

Wat een rare term eigenlijk: "Voet tussen de deur". Hoe doe je dat: "een voet tussen de deur zetten." Maar goed, het is maar een uitdrukking, de betekenis is duidelijk. Zodra de deur open is, zal iemand van die orde er alles aan doen om de deur verder te openen. Zo ook mijn mujer: Ma Carmen. De tweede dag al kreeg ik de blaadjes van de orde in mijn handen gedrukt. Haar moeder Julia spreekt voortdurend over de chaos op aarde in het huidige tijdperk. De aankondiging van het eind der tijden en dat alleen zij die geloven gespaard zullen worden. Ik heb enig medelijden met hen. Hun angst om echt te leven, hun pertinente afwijzing van alles wat "kwaad" is, zoals ziekte, oorlog, ruzie, en de beperkingen in genieten die zij zichzelf opleggen.

Het is zo´n verspilling van energie, verloren energie. Het verzet tegen het kwaad, dat zij benoemen als het menselijke, en daarnaast hun geloof in en verlangen naar het goede dat goddelijk is. Voor mij is het een uiting van hulpeloosheid, het overgeven aan een externe entiteit om zo de eigen verantwoordelijkheid voor een gelukzalig leven niet te hoeven dragen. Alleen het volgen van de regels die gelden - die overigens door mensen zijn geschreven - is voldoende om straks, na de dood of ten tijde van het armageddon, de gelukzaligheid te verwerven.

Het gesprek hierover volgt mogelijk nog, op dit moment reikt mijn spaans niet zover om er een boom over op te zetten met mijn "mujer". Ik ben op bezoek en pas mij waar mogelijk aan. Dat ik niet geloof is toegestaan in haar huis, gelukkig, we leven in een land van vrije meningsuiting. Dat is geen grap, ten tijde van Franco waren er veel zaken verboden. De broer van Maria Carmen heeft destijd in de gevangenis gezeten voor dienstweigering. Laat zeker zijn dat het er daar anders aan toeging dan in Nederland met dienstweigeraars!

In de cultuurles van enige dagen geleden kwamen strips aan de orde die handelden over het franco regime. Geen frisse plaatjes, maar allemaal gebeurd, zo´n dertig jaar geleden, in west europa. Nog steeds voelt Spanje en met name alle spanjaarden, geen verbintenis met de rest van Europa. Ze zijn destijds in de steek gelaten. Sterker nog: er is nooit hulp geweest voor de onderdrukte spanjaarden vanuit europa ten tijde van franco. Europa is nu handig voor de financiele ondersteuning, het toerisme brengt geld binnen. Maar verder hebben de spanjaarden weinig vewachtingen bij Europa. Het zal nog minstens een generatie duren voordat de ergste pijn van het voorbije regime is weggesleten.

Los Viñedos

Vandaag is volgens mijn kalender Erik O. jarig, maar het zal wel de twaalfde zijn. Al jaren vergis ik me in zijn geboortedag, ik houd stug vol. Ik zit in Los Viñedos, naast de "oude" Don Quijote school, gisteren had ik hierboven nog les, vanaf maandag zitten we op een andere locatie. Waarschijnlijk is dit de laatste keer dat ik hier kom, en nu zijn de zoete croissants ook al op. Van ellende doe ik vandaag een koffiebroodje. Verrassing: het smaakt helemaal naar Fries suikerbrood: "lekker beppe, sukerbolle!". Ik ben meteen weer thuis, Fryslañ in Madrid! ¿Que estraña? Het is half één en de spanjaarden zijn al aan het bier. Tja, weekend en na twaalf uur, wat kan ik ervan zeggen: het is toegestaan.

Deze ochtend kletste ik bij met Ma. Carmen die vooral zelf wil praten. Ze schijnt me eenzaam toe en dat begrijp ik. Ze vertelt dat Segovia mooier en beter is om naar toe te gaan dan Avila. Avila is veel religieuzer en er zijn veel meer oude doden. Angst in haar ogen: in Avila kom je op het verkeerde pad. Ik zeg haar dat Clara, de profesora van de cultuurklas juist Avila interessanter vond. Minder toeristen en een echte Historie. Dat is dus het verschil tussen willen weten en kennen en jezelf verstoppen. Need I say more? Het neigt ernaar dat Ma. Carmen de hoofdpersoon in mijn boek wordt!

Ze vraagt me of het goed is dat ze mijn kamer maandag pas schoonmaakt. Ze heeft een of andere smoes die ik toch niet begrijp en ik knik dus maar van ja. Één discussie per dag met haar is wat ik net aankan. Ik zie de graagte in haar ogen om mij te vertellen hoe het zit met Jehova. Ik heb geduld, veel geduld. Over het hare ben ik niet zo zeker.

zaterdag 1 december 2007

Wake up in a city that is new

Twee maanden geleden, op 1 oktober precies te zijn, ging voor mij het licht weer schijnen. Eerst een beetje maar al snel werd het een grote vlam die ook in mij ging branden. Een maand geleden op 1 november startte vervolgens een nieuw avontuur, ik werd schrijver en kon weer verder met een nieuw hoofdstuk in mijn leven. En vandaag op 1 december 2007 werd ik wakker in een nieuwe stad. Madrid, niet eerder was ik hier, ik overwon mijn angst om deze reis alleen te maken en hier ben ik. Gisteren kwam ik aan, maar het wakker worden in zo'n stad, een miljoenenstad met leven dat de hele dag doorgaat, dat is de toets of je er thuis kunt zijn of niet. Vandaag heb ik het ervaren. Ik doe als een spanjaard nee ik moet zeggen Madrileen, eet als een Madrileen, wandel, ga met de metro als een Madrileen, ja ik voel me hier thuis. Ik blijf!

Gisteren verkende ik vluchtig de stad. Op het vliegveld trof ik Eline, 19 jaar uit Amsterdam. Beiden onhandig met de kaartjesautomaat voor de metro, ik iets eerder dan zij, kwamen we even in contact. Ik hielp haar op weg en hielp zo mezelf ook verder, de automaat was daarna de eenvoud zelve. Ik had daarvoor wel 2 keer uitleg gekregen van een overigens erg vriendelijk spaanse dame, die er daar gewoon voor zat. Op het perron van de metro naar de stad kwam ik haar weer tegen, Eline. We raakten aan de praat en besloten om samen naar het centrum te reizen. Ruim een half uur met de metro inclusief 2 x overstappen.

Ze is wat onwennig in het contact, ik begin de conversatie. Er dreigt een kleine aanvaring, ik zie haar blozen wanneer ik haar vraag of ze ook op mijn vlucht zat. Ik schakel naar het onderwerp schrijven en ik zie een lichtje fonkelen in haar ogen: gedichten schreef ze, voor zichzelf om haar emoties een plaats te geven. We hebben iets gemeenschappelijk en het gesprek vlot verder langs sport, fotografie, Madrid, reizen, kunst, cultuur, studeren. Voor we het doorhebben zijn we op metro station Gran Via, mijn eindpunt van deze korte reis. Ik neem afscheid van haar, ze gaat op zoek naar "de beer die appeltjes uit de boom eet". Daar ziet ze haar vriendin later op de dag, de vriendin die al een tijdje in Madrid woont.

Ik heb nog wat te regelen voordat ik mijn flat in kan. Eerst de sleutels ophalen, Gran Via 15, Hotel Plata. Geen sleutels, is het nog te vroeg? Wel heb ik hier een gesprekje met een Roemeense die op mijn vraag hoe ze het vind in Spanje, haar hart lucht: ze mist haar vaderland en Spanje is zo dor en droog. Eens zal ze terugkeren, ook al is het land erg arm en zijn de kansen op een welvarend leven klein. Geluk zal ze er zeker vinden.
Om de hoek is Don Quijote - de school - gevestigd. Calle de la Virgen de los Peligros. Ik zoek me rot, maar kom er pas met de hulp van 3 Madrilenen: een man die een taxi voor me aanhoudt om te vragen waar die "maagd van het gevaar" ergens zit. En dan loop ik er nog 3 keer voorbij voordat ik het bordje naast de deur zie. Huisnummers vinden levert je hier een stijve nek op. En nekklachten heb ik al, zover kan ik helemaal niet omhoog kijken! Ik ben oveweldig door deze stad. Hele grote gebouwen, brede straten, veel verkeer, heel veel mensen en continu lawaai. Het is hier 24 uur per dag kermis, zo'n geluid. En de lucht. We hadden een "knijp" moment, Eline en ik, bij het verlaten van de metro. De trap oplopend snoven we allebei tegelijkertijd onze neus op, om te ervaren hoe deze stad ruikt, maar ook om frisse lucht binnen te krijgen na de bedomptheid van de metro. Tegenvaller, een vieze geur van rook walmde ons tegemoet. We lachten om onszelf: wat grappig zo'n zelfde behoefte om de stad op te willen snuiven.

Ook bij don Qujiote geen sleutel, ik had meteen naar het adres van Maria Carmen gemoeten. Tja dat stond niet zo in de brief. Het maakt niet uit, ik heb een leuke ontmoeting kado gekregen op mijn reis met de metro. Het is goed zo. Eerst maar even wat eten. Nog onwennig in deze grote stad, stap ik bij de McDo aan de Gran Via binnen. Een cafe solo en een muffin. De koffie is fantastisch!
Hierna op naar het adres dat ik bij me heb. Hmm, wel spannend, hoe zal ze eruit zien? Hoe is haar moeder? Hoe ziet mijn kamer eruit?

dinsdag 27 november 2007

Post from Iceland!

IMGP7080

Ze is binnen. Of eigenlijk: ze zijn binnen. De drie Rebekka's.

De Specialist: hoofdstuk 2

Vandaag is C-day. Ik mag op bezoek bij Hans Carpay, dé hoofdpijnneuroloog van midden Nederland. Ik heb hoge verwachtingen. Zijn naam stond in het hoofdpijnartikel in de Elsevier van 6 oktober. De dag erna maakte ik deze afspraak. Ik ben vandaag meer dan welkom in het ziekenhuis in Blaricum, behalve dan dat ik moet betalen om te parkeren. Is dat gezondheidsbeleid, of discriminatie van de slechteren ter been? Op tijd, dat wil zeggen 3 kwartier te vroeg sta ik bij de balie voor een ponskaartje. Een ander ziekenhuis, een ander ponskaartje. Er valt nog heel veel te halen op gezondheidsgebied in Nederland. Maar dat is voor een later boek. Om 10 uur is mijn afspraak en ik overweeg even om door het Ziekenhuis te dolen. Ik heb tijd zat en vind het een leuke bezigheid het idee te hebben te verdwalen en dan toch weer de weg terug te vinden. Ja een mannending, nou en?

Wanneer ik even voor half tien plaatsneem in de wachtkamer bij de neuro-poli, hoor ik zacht mijn naam. Ik draai mij om en daar staat de man, ik roep: "dat ben ik" en loop met hem mee. Tenger, vriendelijk gezicht, heldere blik in de ogen en met zekere tred. Deze man weet wie hij is en wat hij doet, zelfverzekerd en vol vertrouwen. Hmm, ik ben benieuwd hoe dit gesprek gaat verlopen. Wanneer ik zit en hij vragen stelt over de verwijsbrief van de huisarts interrumpeer ik direct. Het verhaal van de huisarts is - alweer - niet correct. Ik overhandig hem mijn zelfgeschreven ziekte geschiedenis plus symptomen lijst. Twee A4-tjes vol. "Dan zal ik die eerst maar lezen, hè." Hé, ik word meteen gehoord, een expert, zijn methode is de mijne: verdiep je in de ander. Mijn onrust over het gesprek verdwijnt, ik laat hem verder in control. Dit komt goed!

Na wat heen en weer gepraat over mijn huidige toestand merkt hij op dat het moeilijk is om zonder de foto's uit Amersfoort verder iets te zeggen. "Nou dan bekijken we die nu toch even!" antwoord ik en tover de cd-rom met alle foto's en de MRI scan uit mijn binnenzak. "I'm always prepared!" Dit is samenwerken, ik zorg voor de input en hij vertelt er een mooi verhaal over. Meestal heb ik zijn rol, maar nu moet ik me wel even overgeven. Ik heb zijn kennis hard nodig om meer inzicht te krijgen. En ik wil nog iets doen aan mijn klachten, als hij weet wat, dan ga ik daar in mee. Hij bekijkt eerst de nek-rontgen, vervolgens de MRI en merkt meteen op dat er iets mis is aan de stand van de wervels. Huh? Dat is dan nieuws. En er is een beschadiging te zien tussen wervel 4 en 5, hoewel licht. In het ziekenhuis in Amersfoort was er niets mis met de stand. "Een lichte afwijking, maar niets ernstigs, daar kan je die klachten niet van hebben", was de conclusie daar.

Mr. C. beslist anders: je hebt een whiplash achtige ervaring, de irritatie in de wervels en de pijn die daardoor ontstaat zorgen er mogelijk voor dat de spieren zich aanspannen om de wervels in zo'n positie te plaatsen dat de pijn zo min mogelijk gevoeld word. Een beknelling van een zenuw is dan goed mogelijk. Mijn verdoofde gevoel boven het oog en naast het oor aan de gehele rechterkant wordt daardoor veroorzaakt. Hij noemt het klachtenbeeld typisch horend bij deze problemen van de nek. Dat ik ook nog moet "knakken" met mijn nek vanwege oplopende druk completeert het plaatje. Zijn verhaal is consistent met waar ik zelf al die maanden van overtuigd ben geweest. Het een hangt met het ander samen en er is echt iets mis in mijn nek. Ik ben geland, of beter nog: ik ben thuisgekomen. Wat goed dat ik heb doorgezet, tegen alle weerstand in. Nee ik noem hier geen namen, wie de schoen past enzo. Dit is mijn strijd die ik gestreden heb met een handvol getrouwen, hen dank ik voor dit resultaat. Want al lijkt het mager, deze erkenning voor mijn "gelijk" geeft heel veel rust en vertrouwen.

Het inzicht dat ik verwerf dankzij Hans Carpay brengt mij meteen weer verder, ik hoef niet meer te zoeken naar antwoorden, die heb ik nu net allemaal gevonden. Het vervolg past ook helemaal in mijn strategie: een aanval op alle fronten tegelijk. Dus én cognitieve gedragstherapie om mentaal sterk genoeg te zijn deze klachten te dragen én fysiotherapie (oefentherapie) om het fysiek te versterken en de stand van de nek te verbeteren. Onder het voorbehoud dat deze klachten mogelijk nooit helemaal verdwijnen, vertelt Hans Carpay wel goede verwachtingen te hebben op verbetering. Hij biedt aan: fysio/manuele therapie óf bij SOMT in Amersfoort óf in huis in Blaricum bij een therapeute die hij wekelijks spreekt. Geen twijfel, ik rijd wel op en neer naar Blaricum, die 5 minuten extra zijn het mij meer dan waard nu ik dit vertrouwen hier heb. Ik bedank hem uitdrukkelijk voor zijn tijd, tenslotte is het een second opinion. Hij nodigt mij uit om in maart terug te komen, wanneer ik al een tijdje fysio heb genoten. Lachend verlaat ik het ziekenhuis, nu wel.

Dit is een deel uit een reeks, eerder verscheen al hoofdstuk 1 van De Therapie over mijn eerste ervaringen bij een manueel therapeut. Nog te verschijnen delen zijn: Het Onderzoek in 3 delen, De Arts in 3 delen, De Specialist hoofdstuk 1, hoofdstuk 2 t/m 5 van "De Therapie" en een aantal tussendeeltjes.

woensdag 21 november 2007

She's not here

Well, let me tell you about the way she looked
The way she acted, the color of her hair
Her voice was soft and cool, her eyes were clear and bright
But she's not here...

maandag 19 november 2007

Vrienden bedankt!

Hannes, Patrick, Carijn, Ellen, Helen, Marjolein, Marcel, Karin, Silvia, Wim, Pieter, Sam, Piet, Arthur, Christel, en Paula,

Ik vond het ge-wel-dig dat jullie op mijn verjaardag zijn gekomen! Voor mij was dat het grootste kado dat ik heb gekregen, de warmte en gezelligheid te ervaren van het bij elkaar zijn. En dat ik toevallig jarig was, ach een bijkomstigheid. Nogmaals bedankt!

woensdag 14 november 2007

Mijmering aan het water

Een zakenlunch zou je het moeten noemen. Maar dat is het niet. Mijn ontmoeting met Monique, mijn leidinggevende, is vandaag in Weesp. Op mijn verzoek niet op kantoor. Ik wilde graag met haar de situatie doorspreken met het te volgen traject. En daarbij heb ik wat zakelijkheden die ik met haar wil afstemmen, of waar ik haar hulp bij nodig heb. Precies 4 weken geleden zaten we bij Graaf Floris V in Muiden. Aan de noordkant van de A1 op het punt dat voor mij halverwege huis en werk ligt. Vandaag wederom: "we meet halfway". Nog een keertje wennen voordat ik de hele stap naar Zaandam weer maak.

IMGP6716

Ons gesprek vlot gemakkelijk. De vorige keer hebben we een basis van vertrouwen gelegd en dat betaalt zich nu al uit. Het is prettig om hier met ruim uitzicht over het water in een stralend zonnetje te kunnen genieten van het gesprek dat we voeren. Over en weer wisselen we uit wat we eerder meemaakten en hoe dat onze levens kleurt. Ik ben bemoedigd door haar openhartigheid. Nadat we in harmonie aan het eind van onze lekkere lunch de zakelijkheden hebben besproken, gaat ze door naar een volgende afspraak. Ik blijf achter: mijmerend over hoe mooi het leven toch kan zijn als je er voor openstaat. Ik zit op de goede weg, de zon buiten symboliseert dat ook: het licht schijnt ook weer voor mij!

dinsdag 13 november 2007

Þakka þér kærlega fyrir

"Þakka þér kærlega fyrir", oftewel: Bedankt! Ik ben bedankt door Rebekka Guðleifsdótti voor het bestellen van deze foto. En ik bedank mezelf ook maar meteen. Dit is mijn kado aan mijzelf voor mijn verjaardag! Nee nu eens geen fotocamera zoals de afgelopen 2 jaar, of een boek, muziek, een weekendje weg. Nee, een kunstwerkje voor aan de muur. Moderne kunst van een jonge IJslandse fotografe. Die het verdient om gesteund te worden, zodat ze nog meer mooie kunstwerken kan maken. Een dubbel kado voor mij dus, heerlijk: geven is dubbel ontvangen!

zondag 11 november 2007

De Dood

Geconfronteerd met de dood van de vader van een goede vriend - nee mijn kleine broertje dat ik nooit gehad heb: Tristan - realiseer ik me dat ik ook wat wil met mijn begrafenis. Al ben ik nog steeds overtuigd van het feit dat er niets is na het leven. Het leven is biologisch, niet meer en niet minder. Dus als mijn lichaam sterft dan is mijn geest er ook niet meer. Alleen de herinnering bij de mensen die er "achter" blijven - ze blijven niet achter: ze gaan door, ik blijf achter op het moment dat ik sterf, de trein rijdt verder, ik ben dan uitgestapt - houdt mijn geest in leven. En mijn literatureluur, maar ook dat is vergankelijk, zoals alles, dit hele universum komt ooit aan haar einde. Dus wat zijn wij mensen anders dan een ademtocht in het leven van de grote klok van de tijd, de eeuwigheid. Niets zijn wij en tot niets zullen wij wederkeren.

Wat heb ik te willen op het moment dat ik er niet meer ben? Niets, alles is goed, ik maak het niet mee, ik heb er geen gevoel bij, geen oordeel over. Het is ook niet voor mij en niet aan mij, te bepalen wat anderen doen en hoe anderen doen als ik weg ben. Het beïnvloedt mij niet meer, ik heb er noch last, noch profijt van. Nee, dit gevoel iets te willen regelen voor het moment dat je er niet meer bent, reikt veel verder. Er is de verantwoordelijkheid die je voelt naar allen die je nabij zijn, de mensen van wie je houdt. Hen die je het beste en het mooiste wenst, ook als jij er niet meer bent om dat moois mee te maken. Dat is één. Natuurlijk is het ook het proces van voorbereiden op. Hoe ga ik naar mijn dood toe? Hoe creëer ik bij mijzelf de rust. Hoe groei ik toe naar het grote afscheid?

Dat ik bij mijn eigen dood aanwezig ben, is een absolute zekerheid. In de zin dat ik er dan ook niet meer ben, daarna dan. Dus een deel van het succes van mijn dood is gegarandeerd, volgens mijn eigen 80/20 regel! Voor die andere 20 procent vertrouw ik zondermeer op de mensen in mijn omgeving die dan dichtbij mij staan en het meest behoefte hebben aan een mooi en harmonieus afscheid. Zij zullen van mij moeten scheiden, en daar de energie in moeten steken die nodig is. De energie die het hen mogelijk maakt de dood als einde te zien, maar meer nog als een nieuw begin. Laat mijn dood de mest zijn voor de rozen die groeien wanneer ik er niet meer ben. Zo leef ik voort, in de energie die zij ontlenen aan mijn verscheiden.

Dan blijft over mijn zorg voor mij zelf. Wat is mijn eigen visualisatie van mijn afscheid? Wat zie ik dan? Ik zie mezelf zweven boven de mensen waarmee ik gedeeld heb wie ik ben. Hun zorgen, hun liefde, hun verdriet, hun geluk. En het mijne, dat ik meeneem naar het grote niets. Ik zweef steeds hoger, steeds ijler totdat ik oplos in het niets. Zo wil ik het zien: het absolute loslaten. En dat is nu begonnen. Symbolisch op de helft, nu ik net veertig ben geworden.

woensdag 7 november 2007

Verklaring

Het is weer herfst. Een feest om op stations rond te lopen, als je houdt van haastende mensen met een kwade blik. Niets dan vertraging bij de NS vandaag. "En gisteren ook al": hoor ik iedereen vertellen. Tja, ik reis maar sporadisch met de trein, voor mij is het een spannend avontuur. Wanneer ik drie keer op een ander perron ben geweest om van Amersfoort centraal naar Vathorst te komen, begint bij mij de irritatiegrens ook te naderen.

IMGP6473

Vanuit Utrecht gekomen met de intercity, heb ik in Amersfoort nog een wachttijd totdat de sneltrein uit Amsterdam komt om 17.27u. Dan ben ik nog niet thuis, maar al een half uur onderweg. Die trein laat echter op zich wachten en al snel heb ik een alternatief: de stoptrein naar zwolle die uit Utrecht komt, 17.42u. Om de minuut roept men om hoe de status van de trein naar Vathorst is: 10 minuten later. Nee 15 minuten later. Nee toch 10 minuten, NeeHee, 20 minuten. Ik zoek naar borden waarop de trein naar Zwolle op staat. Niet te vinden allemaal intercities, ook met vertraging. Alle vertekschermen staan te "blinken": vertraging, vertraging. Vertraging, Vertraging! the musical. Man, wat is dit.

Dan: de intercity naar Vathorst van 17.31u heeft een zodanige vertraging dat deze niet zal rijden. Huh? Welke trein is dat dan weer, die van 17.31u? Ik ga meteen bij de minister klagen dat de NS de dienstregeling ad-hoc heeft angepast. De trein van 17.31u naar Vathorst. Die trein moet nog gemaakt worden! De trein naar Zwolle: nog niets bekend. Op geen enkel perron ook maar iemand officieel van de NS om uitleg te geven over de sitautie. Mensen die van hot naar her rennen. Wat een puinhoop.

Ik besluit dat het genoeg is geweest! Genoeg is genoeg, te laat is te laat, maar die waardeloze communicatie erover is toch o zo "gisteren". Dat hadden ze toch nu zo goed voor elkaar bij de NS? Niet dan? Ik loop naar de loketten en vraag met een enorme glimlach waar ik kan klagen. Nou hier klinkt er in koor, twee dames kijken mij met een brede lach van oor tot oor aan. Zeg het maar, waarover wil je klagen. Oei, denk ik: dit kan heel lang gaan duren. Ik kies toch maar voor het meest voor de hand liggende en laat de regering, Geert (Wilders), Rita, de euro, de luchtvervuiling, files, de belasting en God even zitten. Ook de vertragingen boeien mij niet zo: als er maar goed geinformeerd wordt is het best te harden. Ik krijg echt de volle aandacht van deze twee schatten. De top heeft het goed voor elkaar: hou het gerommel op de vloer dan hoeven we helemaal niet ons best te doen ECHT iets te veranderen. Kwestie van de klacht afleiden, dat scheelt een hoop inspanning. Het komt nooit meer goed met deze NS en de spoorwegen in Nederland, niet met dit politieke blaseje klimaat, Nederland is volgevreten. Het verval is al ingezet.

Lachend verlaat ik het ticketkantoor en ga op een bankje verder zitten genieten van de chaos. Een meisje naast mij vraagt verwonderd: "Waarom doet u dat, die foto nemen?". We praten wat en lachen om de toestand. Eindelijk verschijnt de trein naar Zwolle op de borden: 17.42 +15minuten. Hahaha, alle treinen hebben vertraging. Ik loop om 10 voor zes naar het perron op mijn gemak, als ik'm mis maakt het me ook niet uit, ik ben toch al te laat voor het avondeten. En dan heb ik echt een reden om naar Lobbes te lopen voor een biertje. Wanneer ik op het perron sta te wachten komt aan de overkant de sneltrein van Amsterdam naar Vathorst binnen. Deze is nu wel op tijd...

dinsdag 6 november 2007

40

Veertig staat nog erg zacht, het valt niet zo op dat dat op een leeftijd slaat. Maar 40 in cijfers dat staat echt als een blok. Het is toch echt zo vandaag wordt ik 40 jaar! Ik ben jarig, vandaag hoef ik niet te schrijven van mijzelf, de schrijver heeft een vrije dag! Dan maar wat oud nieuws, dat kan soms ook verrassend zijn!

RobT_geboorte_front

RobT_geboorte_back

Hoi,

Aanstaande dinsdag 6 november 2007 zal ik eindelijk het fysieke weer in lijn brengen met het mentale: Ik word 40, opnieuw! Het leven kan nu echt beginnen. "Pas bij 40 wordt het leven leuk en trouw niet voor je 40 bent": Die grens is bereikt, ik ben eroverheen. Zo ervaar ik het ook: een nieuwe fase in mijn leven breekt aan: een avontuur waarbij ik zelf de schrijver ben! Samen met de mensen die mij de afgelopen jaren hebben zien worstelen om het mentale in lijn te brengen met het fysieke, wil ik dit moment graag markeren. Dan kunnen we samen weer verder op deze avontuurlijke reis!

Graag ga ik met jou/jullie iets drinken in mijn favoriete Amersfoortse kroeg: Lobbes. Dinsdagavond, op mijn geboortedag, ben ik vanaf acht uur (tot?) daar om het glas te heffen op mijn volgende 40 jaar.

Ik vind het heel leuk en waardeer het enorm als jij er ook bent! Neem alsjeblieft geen kado mee, dat je er bent is voor mij al een kado. Het tastbare zal de vermelding van je naam op mijn blog zijn: "... was er ook"! Kun je je er toch niet overheen zetten om met lege handen te komen: in de kroeg zijn ook talloze kado's voorhanden: geef je buurvrouw/man dan een drankje en maak zo kennis met de vrienden van je vrienden! En anders, als het echt moet: ik heb al een boek, maar er kan er altijd nog 1 bij op mijn stapel. Als je dat aandurft! Dan ben ik heel benieuwd naar wat je mij als breinvoer aanbiedt. Oh en als je behoefte voelt om foto's te maken: graag. Dan laat ik mijn toestel voor de verandering eens thuis.

Tot dinsdag dan!

Hartelijke groet,

RobT

maandag 5 november 2007

Forens

Vanochtend ga ik in mijn pyama naar mijn werk. Dat betekent dat ik even voor negenen de trap afloop. Precies om negen uur groet ik mijn collega's en kruip achter mijn PC. Geen verhalen over file's of vermoeid zijn van de lange zit in de auto. Heerlijk, de gedachten die ik in bed formuleerde kan ik nu meteen neerschrijven. Een nieuwe werkdag is begonnen, en ik heb er zin an! Het is lang geleden dat ik met zoveel plezier naar mijn werk ging!

vrijdag 2 november 2007

Ga Stritis

Wanneer ik mijn felicitatieblog heb geschreven maak ik een afspraak voor een rontgenfoto van mijn bijholten. Een volgend onderdeel in mijn campagne tegen de chronische hoofdpijn. Ik kan vanmiddag nog terecht, om 15:15u. Heb ik nog even om wat te eten en wat te mailen. Eenmaal in de auto begint het weer: buikpijn. Exact hetzelfde als een week geleden in de trein naar Breda. Stekende pijn, oprispingen en meteen misselijk. Verder voel ik me prima. Halverwege is de pijn zo heftig dat ik stop bij een Etos. Ik koop een doosje Rennies, helemaal niets voor mij want ik ben de Anti-Pil. Maar deze pijn is zo heftig dat ik wel iets moet. Het voelt helemaal niet goed, en het is dus na een week nog niet weg. Afgelopen zondag heb ik veel in bed gelegen nadat ik zaterdag de avond en de nacht zowat op de plee had doorgebracht. En koud, ik had het vreselijk koud.

Nu iets tegen de pijn, en dan even volhouden. Ik neem me voor om straks meteen een afspraak te maken bij de huisarts. De Etos-apotheker wil graag weten wat er aan de hand is. Wanneer ik mijn verhaal heb gedaan, pakt ze mij de Rennies af. Huh, wat zullen we nou krijgen? Ze wil toch echt de toezegging dat ik meteen naar de huisarts ga, een week voor zo'n maagpijn is niet normaal en zeker niet goed. Ik had natuurlijk ook eerlijk gezegd dat ik sinds zaterdag niet meer normaal gegeten had. Die pannenkoek van gisteren was het eerste warme voer sindsdien. Wanneer ik mijn belofte heb afgelegd mag ik weg, ik moet opschieten, radiologie wacht niet op mij. Het is meestal andersom. De Rennies gaan mee, maar net want mijn grapje: "Ik ga zo naar het ziekenhuis, als het misgaat dan rapen ze me daar toch wel op" valt niet zo goed hier.

Uit het ziekenhuis, in totaal ben ik 45 minuten binnen geweest voor een foto en het maken daarvan duurde 2 minuten, ga ik naar de bieb. Eerst maar weer eens wat breinvoer. Daarna bedenk ik dat ik direct naar de dokterspost rijd. Maar zien of ze me meteen kunnen helpen. De assistente begint met:"afspraak voor morgen". Als ik aandring en de klachten en duur daarvan vertel, zegt ze me te gaan zitten wachten. Ach ja waarom ook niet. Een kwartiertje later loop ik naar buiten met een recept! Ja ik ga pillen slikken. Gastritis, een maagwandinfectie, veroorzaakt door een virus. Niets aan te doen, maar je moet wel blijven eten. Het teveel aan maagzuur weerhoud je van eten: alles komt er meteen uit. Omeprazol heet het middel: een protonpompremmer. Zorgt ervoor dat er minder maagzuur komt, dus geen pijn meer en wel eten. Om half acht eet ik een broodje bij bakker Bart. Ter afleiding van de pijn ben ik maar de stad in gegaan. Na drie uur is de pijn zodanig gezakt dat ik weer zin in eten heb. Nog 10 dagen kuren.

donderdag 1 november 2007

Felicitatie

Vandaag is het Feest! Ik feliciteer mezelf met mijn beslissing. En daar hoort een presentje bij om het te markeren, bloemen natuurlijk. En een blog item omdat de hele wereld mee mag vieren, en dan nog sjampanje waarna we echt gaan zuipen. Gisteren op het Trekvogelpad heb ik het voor het eerst uitgesproken en ben ik er spontaan mee gefeliciteerd, ook voor het eerst. Met een ferme mannenhanddruk, zo hoort dat! Arthur, jij hebt de primeur.

IMGP6059

Eerder al zei ik het hier en daar en schreef ik het. Niet dat ik er niet van overtuigd was dat die keren niet geldig waren. Nee, meer dat ik het nog vaker moest zeggen voordat ik het zelf ook hoorde. Afgelopen weekend begon het langzaam door te sijpelen in mijn hoofd. Ja, ik had het dan wel tegen die en die gezegd. Maar dat is veilig, die kennen mij al langer. En dan Helen, die mij 2 weken geleden vertelde wat ik zelf nog niet wilde zien en daarmee de knop van de vooruit diep indrukte, dankjewel Helen!

Afgelopen zaterdag moest ik al glimlachen: ik doe het toch al? Waarom noem ik het dan niet zo? Dinsdag in de Loro sessie kwam het ook ter sprake, met een brede glimlach als resultaat. En in de diverse mailwisselingen van afgelopen week met mijn grote zus, het telefoontje met Patrick gisteravond, weer tintelingen in mijn buik. Gisteren al wandelend en erover pratend gaf het me een heel spannend gevoel: een nieuw avontuur in mijn leven. En nu ik het tegen een echte schrijver heb gezegd - Arthur ik kan je niet anders zien - en die niet reageerde met hooggefronste wenkbrauwen zei ik tegen mezelf, nu is het een feit: Ik ben schrijver.

zondag 28 oktober 2007

De 80/20 Regel Voor Succes

In het algemeen kosten de eerste 80 procent van het resultaat, 20 procent van de totale energie om iets te bereiken. De laatste 20 procent van het resultaat vervullen, kost nog eens 4x zoveel energie. Voor veel zaken is de eerste 80 procent van het resultaat ook wel voldoende, een zesje dus. Maar er zijn zaken in het leven die veel meer verdienen dan een zesje en waar dan ook exponentieel meer energie ingestoken moet worden. Echt succes begint niet bij een zesje. De zesjes zijn middelmaat en zelfs minder dan dat, want een zeven is toch wel waar we bijna allemaal tevreden mee zijn: meer dan een voldoende. Een acht is goed, maar pas bij een negen steekt een resultaat uit boven de rest. Als we even simpel rekenen en zeggen dat elk punt meer dan een 6, ook 20 procent meer energie kost, dan zitten we bij een negen al op 80 procent van de maximaal nuttig te investeren energie voor een topresultaat. Dat laatste is een tien. Die is voor de meester, of wanneer we ons inspannen voor hogere zaken als kunst, religie en liefde.
"80 procent van succes is aanwezigheid", zei Woody Allen. Dit motto blijkt ook wel uit zijn films. Die zijn niet meer dan een vastlegging van zijn chaotische en net voldoende leven, waarin hijzelf spijtig genoeg altijd aanwezig is. Een echte kunstenaar kun je een man met zo'n motto toch niet noemen. Hij neemt genoegen met een zesje. Natuurlijk heeft hij gelijk met zijn stelling. In lijn met de 80/20 regel kost het aanwezig zijn maar 20 procent van de totaal vereiste energie om het (top)resultaat te bereiken. Succes begint echter met een gedegen voorbereiding. Die kost als je het goed doet 4x meer energie dan het aanwezig zijn. Dit geldt niet voor de angstigen onder ons - daar reken ik de psychiaters verslijtende Allen ook onder - die al moeite hebben ergens aan te beginnen. Bij hen soupeert het aanwezig zijn meteen alle beschikbare energie voor een activiteit op. Een goede voorbereiding heft dit probleem op: een groot gedeelte van de energie is al gebruikt, terwijl het succes nog niet zichtbaar is geworden. Voor maar een kwart meer dan de al bestede energie is dat succes bereikbaar. Het zou een grote desinvestering zijn om na je gedegen voorbereiding niet te gaan. Om het succes te behalen moet je nog wel aanwezig zijn op de juiste plek: op de planken, in de schoolbanken, op je werk, in die ene vergadering, op de filmset of in bed. Aanwezig zijn is noodzakelijk maar de sleutel tot echt succes is voorbereiding. "Wees voorbereid!".

zaterdag 27 oktober 2007

De Opstelling

IMGP5810w

vrijdag 26 oktober 2007

Mijn eerste Ferrari!

Kijk hier maar eens. Leuk kado, hè!

De Fondsbietser

Vanochtend in mijn rol als kaderlid van de Fietsersbond ben ik bij het halfjaarlijks overleg met De Gemeente. Praten over knelpunten in het verkeer die storend, vervelend, onoverkomelijk of ronduit gevaarlijk zijn, en dan alleen voor fietsers, da's logisch. Voor mij is het de eerste keer dat ik meega, dus als junior kaderlid mag ik vooral luisteren, of dat gaat lukken? Vanuit het project Fijner Fietsen houden we een knelpuntenlijst bij, de zogenoemde top-20. In het overleg spreken we over de voortgang en eventuele knelpunten daarin. Dat zijn dan de knelpuntenknelpunt discussies. Volg je het nog? Struikelblok bij het oplossen van verkeersknelpunten zijn het geld, andere afdelingen, prioriteiten, beleid (allemaal bij de gemeente) en verschil in inzicht over wat goed is voor de fietser. Je begrijpt het al: de Fietsersbond is de vragende partij.
We zitten met de afdelingen Verkeer en Beheer aan tafel. Voorzover ik het nu begrepen heb is de ene afdeling er voor het structurele en ad-hoc (knelpunten)onderhoud (Beheer) en de andere werkt vanuit verkeersprojecten. De knelpunten die men binnen een lopend of aankomend project kan aanpakken, worden daarin meegenomen. De knelpunten waarvoor dit niet geldt, neemt de afdeling Beheer voor haar rekening. De sfeer aan tafel is erg goed, wederzijds begrip, ook voor verschil in inzicht. Daarbij van beide kanten de wil om samen te werken, voor een beter "fietsklimaat". Is dit woord alweer passé? Het klinkt zo jaren-negentig: wie doet er nu nog aan klimaat?
In ruim twee uur nemen we de lijst met 20 punten door. Onderweg komen er nog wat nieuwe punten bij, maar verdwijnen er ook enkele: opgelost of opgenomen in een project. We maken nog wat procedurele afspraken om elkaar beter te informeren en om de doorlooptijd van het oplossen van knelpunten nog verder naar beneden te krijgen - oeps, daar laat ik mij toch even gaan - door het aanscherpen van de controlekant. Terloops hebben we het over terugkerende issues waarbij ook onze gesprekspartners laten blijken soms aan handen en voeten gebonden te zijn door de hogere legerleiding. Dat is stof voor ons overleg met de wethouder. Over een maand komt de tussenrapportage en over een half jaar evalueren we weer de voortgang. Tja, het blijft toch: erbij blijven voor het beste resultaat!

woensdag 24 oktober 2007

Photoshoot

IMGP4977

Kind in park.

maandag 22 oktober 2007

De Therapie: hoofdstuk 1

Met mijn hernieuwd gevonden energie van de afgelopen weken, ben ik nu weer in staat de dingen in perspectief te zien en er redelijk over na te denken. Om het van mij af te schrijven (wat een rot term), ik bedoel dus: om het voor mezelf begrijpelijk te maken, reconstrueer ik in een paar korte items het verloop van mijn nek- en hoofdpijnklachten. En omdat dit een blog is kan de hele wereld meteen kennis hiervan nemen.

Hoofdstuk 1: De Manueel Therapeut no. 1:

Deel 1. Bones
Deel 2. Manipulatie
Deel 3. Herstel
Deel 4. Master Disaster
Deel 5. Paniek
Deel 6. Uitpraten

vrijdag 19 oktober 2007

Rip-Off Kaart

IMGP4196    IMGP4197
Ik reis nog wel eens met de bus. Handig wanneer je wat wilt drinken en het scheelt al gauw 10 biertjes in vergelijking met de kosten voor een taxi. Vandaag kwam ik erachter dat het nog goedkoper kan. Braaf als ik ben zorg ik ervoor altijd een strippenkaart bij me te hebben. "Want dat is voordeliger dan een kaartje in de bus." zeggen de OV bedrijven. Dat is dus niet waar, tenminste: niet meer. Het buskaartje is gewoon weer terug van weggeweest, schaf de strippenkaart maar af. Kijk zelf even naar de prijzen op de kaarten hierboven en bedenk dat je minimaal 2 strippen kwijt bent om mee te mogen in de bus. In mijn geval, ik woon 2 zones verwijderd van het uitgaansleven, is dat 3 strippen. Bijna 50% duurder dan het losse kaartje dat ik vandaag kocht voor dezelfde trip. En verder geen moeite om er altijd aan te denken dat je zo'n strippenkaart bij je moet hebben. Of dat je 'm tijdig voor het verstrijken van de geldigheidsdatum op moet maken. Ik heb er hier nog 2 liggen van 22 maanden geleden. Oh ja, het kaartje is geldig na 9.00u 's ochtends en in het hele weekend. Altijd dus: wie gaat er voor negenen naar de kroeg?

zaterdag 13 oktober 2007

zaterdag 29 september 2007

Arrivée

...een boulevard met uitzicht op zee. De weg is eigenlijk een heel erg langgerekte parkeerplaats voor campers en tot het laatste plekje toe gevuld. Een asfalt camping. Bijna iedereen zit voor, naast of tussen de campers te eten, drinken en barbequeen. Hier en daar wat spelende kinderen, gemoedelijk sfeertje, lekker hutje mutje. Ik slenter wat over de boulevard, kijk bij iedereen in de keuken en prijs mezelf gelukkig met mijn plaatsje voor 20 euro in het zand achter...
lees verder

zaterdag 2 juni 2007

zaterdag 21 april 2007

Ven Kok

...suburbs van Avignon ben beland. Vanuit diverse voortuintjes staart men mij enigzins verwonderd aan: wat doet die malloot hier? Auto's op blokken, loslopende honden, knetterende scootertjes en veel tattoos. Het is een stereotiep beeld, maar het klopt aardig. Ik besluit door te rijden en niet op of om te kijken, zeker niet te stoppen. Er hangt hier een grimmige sfeer, ik heb geen uitleg nodig.
lees verder

zondag 1 april 2007

La Provence!

Ik som op:"een boek, wat plastic bakjes (echt waar!), een muggenverjager op batterijen (ik heb echt alles bij me), thermo-shirt (ik neem het risico dat ik kou ga lijden) en nog wat klein spul". Nee, geen verdovende drugs.
lees verder

woensdag 7 februari 2007

Uitpraten

Het was een goed plan om eerste maar eens met de huisarts te gaan praten. Ik ben weer enigszins tot rust gekomen. De manuele therapie heeft de vorige maand alleen maar averechts gewerkt en mijn nek lijkt wel een kolencentrale: hard, heet en iets waar je eigenlijk vanaf wilt. Op advies van de huisarts heb ik nu rust in therapie: even niets doen. Ik heb wat pijnstillers/spierverslappers: "Arthrotec" tegen reumatische klachten. Vandaag nog een laatste consult bij de manueel therapeut. Niet om me te laten behandelen, maar om de dingen duidelijk te stellen en een einde te maken aan de therapie. Een soort exit gesprek, voor hem.
Hij schrikt duidelijk van mijn verhaal, vind het erg dat ik nu nog steeds zoveel last heb. Hij herkent het niet, voor hem een eerste keer (gelukkig maak ik dit elk jaar mee). Wanneer ik ben uitgesproken wil hij me - beroepsdeformatie denk ik - begeleiden naar de behandeltafel. Hij staat al en nodigt me met een open hand uit. Demonstratief blijf ik zitten. Toch wat geleerd. We nemen afscheid en ergens vind ik dat ook wel weer jammer. Hij heeft me de eerste en derde keer goed behandeld. Zeker na de eerste behandeling was ik erg blij met hem. Een score van 2 uit 6: 33%, niet slecht hoor.

woensdag 24 januari 2007

Paniek

De dag na de vorige behandeling was het er ineens: HOOFDPIJN. Inderdaad met alleen maar hoofdletters. Een hoofdpijn die ik nog nooit eerder heb ervaren - voor vorig jaar had ik alleen hoofdpijn na een avondje stappen - zo heftig. Waar ik lag, zat of hing: hoofdpijn. Geen band, geen drukkend gevoel, maar alsof iemand een degen dwars door je schedel jaagt en dat dan honderd keer per seconde. Mijn nek zit los, ik heb het gevoel dat iemand met groot geweld een baksteen rechts in mijn nek duwt, en dan continu. Licht en geluid zijn onverdraagbaar. Misselijkheid komt af en toe op. Ik weet niet waar ik het moet zoeken. Gordijnen dicht en verhuizen van bed naar bank en v.v. tv kijken niet, boek lezen niet, eigenlijk helemaal niets. Dit tafereel houdt twee dagen aan, dan zakt het, of ben ik inmiddels zo erg gewend dat mijn pijngrens tot onmogelijke hoogten is opgetrokken.
Na de eerste dagen van alleen maar pijn, overmeestert langzaam een wilde paniek mij. Dit is onherstelbaar! De rest van mijn leven zal ik deze pijn hebben. Ik wil er niet aan en verzet mij tegen deze gedachten. Ik worstel mij verder op mijn werk maar echt van harte gaat dat niet. Ik wil ook niet terug naar diegene die ik als veroorzaker van deze pijn aanwijs: de manualist. Bang als ik ben dat het nog erger kan. Na twee weken verzetten breek ik toch en zoek contact. De pijn is de afgelopen weken niet minder geworden. In vlagen die uren aanhouden is de pijn soms net zo heftig als die eerste twee dagen.
In deze sessie is er duidelijk wantrouwen tussen client en behandelaar. Ik vraag me echt af of hij me gaat helpen, hij laat niet merken er vertrouwen in te hebben mij te kunnen helpen. Mijn paniek neemt hierdoor alleen maar toe. Wat kan ik doen? Hij probeert een tractie tot tweemaal toe zonder succes, vervolgens wat manipulatie van wat lagere ruggewervels, een dubbele Nelson. Allemaal geen soelaas. Op de weg naar huis groeit het besef dat dit wel eens lang kan gaan duren, heel lang: de rest van mijn leven. Ik ben wanhopig, verdrietig, teleurgesteld en woedend tegelijk. Het wordt tijd om weer terug te gaan naar het begin: de huisarts.

maandag 15 januari 2007

Knallen!

...ziet het parcours er vlak uit. De komende 70 kilometer geen klimmetjes dus, dat wordt knallen!
Nadat ik de Ain weer kruis heb ik de eerste vlakke baan voor me liggen, met zo'n 30 km per uur rijd ik nu in de volle zon mezelf in het zweet, ff uit proberen, het is erg lang geleden dat ik op eigen kracht zo'n snelheid kon ontwikkelen. Daarvoor was ik de afgelopen twee weken voornamelijk afhankelijk van de nukken van de zwaartekracht. En nog steeds lijkt die mij niet goed gezind.
lees verder

zondag 14 januari 2007

Borreltijd

... en er blijkt ook geen winkeltje te zijn. "Ge kunt hier niets niet kopen", deelt Griet mee. En dat ze honger en dorst hebben en niet veel meer in voorraad. Mijn fiets gaat tegen een muurtje en ik neem bij hen plaats in de schaduw. Ze zien er een beetje verslagen uit en nu ik ben gaan zitten voel ik mezelf ook niet meer zo fit. "t' Is de heetste dag tot nu", links van mij Sharon. "Ik he nog honger", rechts van mij Griet, en: "Wilt ge ook wat rosé?". Dat sla ik af, dan fiets ik zeker...
lees verder

zaterdag 13 januari 2007

Hoogtepunt!

...hijg hijg puf puf, hijg hijg puf puf, heb ik al een mooi uitzicht, even omkijken naar Poligny, goh toch wel mooi hier, doorfietsen, waarom planten ze hier niet wat meer bomen langs de weg, dat asfalt is echt levensgevaarlijk als je naar beneden wilt, hmm lekker ritme wel, als ik maar niet ga slingeren, ik kan niet meer, ik kan niet meer, dit is echt te zwaar, nog 100 meter dan, na de volgende bocht, auw alweer een steentje tegen mijn benen...
lees verder

woensdag 3 januari 2007

Master Disaster

De kerstdagen ben ik redelijk doorgekomen. Wel last gehad, maar veel minder dan in de weken voorafgaand aan behandeling 3. Mijn hoofd voelde nog wel loszittend en de hoofdpijn was er af en toe, maar minder storend. De bewegingsbeperking naar rechts is er nog steeds en eigenlijk nog niet weggeweest sinds de start van de behandelingen. Het is hooguit lastig bij auto rijden en basaal mannelijk gedrag (prijsvraagje!), verder voelt dat wel vertrouwd, ik kan al een paar jaar niet goed mijn hoofd naar rechts draaien. Ik wijt dat aan mijn werk: veel muizen verstijft de rechterkant. Inmiddels aan gewend en met veel sporten versoepelt het weer.

Er zat een duidelijke stijgende lijn in het herstel de afgelopen weken. Vanochtend werd ik wakker met een grote glimlach op mijn mond: het voelt weer als vanouds, geen hoofdpijn, hoofd stevig op nek, geen druk meer in nek. Alles zoals het hoort: ik ben weer zoals ik was. Dit is vertrouwd en lekker, zo mag het blijven. Even overweeg ik om af te bellen: waarom tijd en geld verspillen als het niet nodig is: "If it ain't broken: don't fix it". Ik ga omdat ik het heb afgesproken, omdat 80% van succes ligt in het aanwezig zijn, omdat ik wil toetsen of dit herstel definitief is. Tja, soms is het echt beter op je eerste intuitieve gevoel af te gaan...

Na wat gepraat te hebben verzoekt de manualist mij om op de pijnbank te gaan liggen. Ik aarzel even: ik ben toch beter? Ja maar die bewegings beperking kan er nog wel uit. Ik ga liggen en hij manipuleert. Manipuleert? Ik vraag nog of dat echt nodig is, maar heb snel toch weer vertrouwen. De vorige keer heeft hij ook herstel uit kunnen voeren. Na een goede tien minuten kan ik inderdaad mijn hoofd alle kanten op draaien zonder blokkade. Het blijft toch een beejte hocus-pocus deze therapie.