maandag 31 december 2007

Tranen

Al dagen loop ik te sniffen en te snotteren. Om niets en om alles. De tranen blijven maar komen. Donderdag, ja donderdag is het begonnen. Of wacht even, vergis ik mij nou? Het was woensdag al, toch? Laat in de avond dat ik iets voelde, iets onbestemds, waarvan ik nog niet helemaal zeker was... Nee toch donderdag, of goed dan in de nacht van woensdag op donderdag. En ook zweten, alsof ik ziek ben. Dan weer rillerig, mijn lichaam schokt en schudt en dan opeens weer warm, een gloed zoals van de zon maar ik krijg het maar niet warm. Terwijl ik wel lig te zweten als een otter. Honger heb ik ook niet. Het eten komt niet door mijn keel. Ik ben niet misselijk, ik heb er gewoon geen zin in, het is zo nutteloos: eten. En op de bank liggen en tv kijken? Het verveelt me nog meer dan anders, de tv blijft uit. Ik zwelg maar wat verder in mijn gevoel. Gevoel? Welk gevoel. Ik voel helemaal niets, ja tranen op mijn wangen op de meest onverwachte momenten. En het gevoel op donderdag dat ik dit voelde aankomen: het zou wel eens even kunnen duren. Meteen naar de winkel voor grootverpakking zakdoekjes, 2 pakken van 30 pakjes met 10 tissues. Dat zijn er 600! En de dag erna nog eens 2 pakken van 10: 200. Ik ben al ver over de helft, mijn voorraad slinkt en nog is het niet helemaal weg. Vandaag is het minder dan de afgelopen dagen, maar gisteren was een hel. Zaterdag, ja zaterdag kon ik nog wat zien op mijn beeldscherm, en was ik niet zo warrig dat ik ook nog wel een tekstje kon schrijven. Maar gisteren heb ik van ellende ook maar meer dan de helft van de dag in bed gelegen. En wat chocolade gekauwd, ze zeggen dat het helpt. Nou mooi niet, voor geen meter, gisteren tenminste niet. En nu weer net uit bed gaat het ook wel weer wat beter, maar hoe zal het straks zijn, als ik weer op weg ga en weer anderen ontmoet en weer ga praten? Ik neem mijn overgebleven voorraad zakdoekjes maar mee in mijn bagage, ben ik in elk geval voorzien. Oh en dan dat rauwe uitgedroogde vel rond je neus van al dat snuiten dat verder ook geen zin meer heeft. Ik voel me vooral leeg, heel erg leeg nu. Hoe lang gaat dit nog duren?
Ik hoor ze al zeggen: "Ach het heeft gewoon wat tijd nodig en dan zal het wel weer beter gaan". Ik geloof het niet. Maar goed, als anderen maar hoop hebben.

zondag 30 december 2007

FF Bijkomen

...een deurpost aan mijn rechterhand en ik ga neer. 1, 2, 3, ... minstens tien tellen blijf ik roerloos liggen. Net niet buiten-westen maar voldoende voor een technisch Knock-Out. Twee mannen snellen mijn richting uit, in fritaliaans spreken ze me toe. Ik doe mijn ogen open maar blijf roerloos liggen, mijn hele lichaam staat strak van de adrenaline. Als in een slow motion shot breng ik mijn rechterhand naar mijn hoofd, het voelt warm en nat...
lees verder

zaterdag 29 december 2007

Blote Voeten

Spijkerbroek, blote voeten. Mijn witte shirt, achteloos geknoopt, hangt half open en toont je gladde buik. Je haren losjes, nog nat van de douche. Je ligt op de bank, op je zij, je linkerbeen schommelt naast de bank. Wang op het kussen, je staart in de verte, half dromend. Ik beweeg niet, van een afstandje observeer ik je. Mijn ogen zijn gefixeerd op het schommelend been dat in een traag ritme mijn gedachten gevangen houdt. Ik denk niet. Je hand raakt even je buik aan, een lichte kriebeling, zonder aandacht. Mijn blik verschuift en raakt je buik, plat en strak, toch zacht. Vanaf hier kan ik nog net de dunne haartjes rond je navel waarnemen. Je weet niet dat ik hier sta, je bent elders met je gedachten. Je ogen zijn gericht op een punt ver van hier. Met mijn ogen neem ik je lichaam in mij op. De twee knoopjes die wel dicht zijn aan het shirt, dat precies dáár onder spanning staat. Schuin tussen je borsten getrokken, de opening tussen de twee knopen tonen je huid met aan beide zijden je ronde welvingen. Ik schat in dat mijn hand er net tussen past. Het gevoel daarbij probeer ik in mij op te laten komen. In mijn gedachten raak ik je aan, lichte opwinding. Je krabt jezelf even in het kuiltje aan de onderkant van je borstbeen. Bij mij keert de rust weer. Je slikt en ik staar naar je hals, de twee pezen van sleutelbeen naar kaak staan gespannen en steken vooruit. Het kuiltje ertussen is gehuld in een donkere schaduw. Het zonlicht verlicht je hals en borst. Ik zie je traag ademhalen. Je bovenste borstreek is vlak, gebruind, aanlokkelijk. Zie hoe ik mijn hoofd er neervlei. Nog steeds heb je mij niet opgemerkt, ik neem waar, jij droomt weg. Een hand onder het shirt, je streelt jezelf in een kort moment. Je ogen sluiten langzaam, je lippen ontspannen, je gezicht opent in kalmte. Je komt tot rust, je laat het los. Nog een keer schuift je hand over de welving onder het shirt. Twee vingers strelen de gevoeligste streek. Je trekt je hand weer terug, je ruikt even aan een vinger. Onder het gespannen katoen zie ik een lichte verstijving, je windt jezelf op. Je eigen geur vervoert jezelf. Op mijn plek op afstand ruik ik je ook, mijn herinnering aan je geur. We genieten beide van jouw lichaam, we zijn weer samen.

dinsdag 25 december 2007

Wish You Were Here

Een dag in het vroege voorjaar. Het is nog stil in huis wanneer ik voorzichtig de trap afsluip. Ik wil niemand wakker maken, mijn missie vandaag is van mij. Mijn voorbereiding op de dag moet in stilte gebeuren. Ongestoord wil ik vertrekken. Mijn ontbijt bestaat uit een pakje saroma met wat melk. Ik klop een hele kom vol en begin traag te eten. Alles moet op, hier zal ik de eerste uren op teren. Onderwijl smeer ik wat boterhammen, met hagelslag. Ik denk niet na over het waarom, ik doe dit omdat ik dit al jaren zo doe. Er zijn geen andere opties. Dit is een dagelijks ritueel. Ik gluur naast het gordijn dat voor het raampje van de achterdeur hangt naar buiten, een half mistige wereld. Nog geen zon, toch is het al mei. Dit jaar laat het voorjaar lang op zich wachten. Ik verwacht een koude dag en heb een extra trui klaargelegd. Veel neem ik niet mee op mijn reis. Ik bereid niet voor, amper eigenlijk. Later, veel later zal ik leren over voorbereiden, het nut en het plezier daarvan. Nu leef ik in het moment, voorbereiden kost momenten, en ik wil geen moment verloren laten gaan. Ik heb mijn boterhammen gesmeerd en in een zakje gedaan. Het zijn er zes, voldoende lijkt mij. Ik eet weinig. Al jaren eet ik weinig en weeg ik evenzo, het is zoals het is.

Even voor achten stap ik op. Mijn route is bepaald. Zonder kaart, namen van steden en de ANWB bewegwijzering zullen mij naar mijn doel leiden. Een andere wegbereider heb ik niet. Jawel, mijn rotsvast vertrouwen in mijzelf: ik zal aankomen. In de kille ochtendlucht duurt het even voordat ik opgewarmd ben. Het is rustig op straat, de lichte mist verwaait de geluiden van verwijderende auto's. Ik sla geen acht op mijn omgeving, ik ben nog niet wakker. De saroma pap drukt zwaar op mijn maag. Ik heb alles opgegeten, ik ben het niet gewend zo'n volle maag te hebben. Ik verman mij. Wat vreemd op deze leeftijd, ik ben nog een jongen, ik verjongen mij dus. Ik draag mijn last omdat ze onderdeel uitmaakt van mijn plan voor deze dag. Ik trap en mijn fiets komt in beweging. Zes uren heb ik minimaal te gaan. Ik jaag de stad uit, zo snel mogelijk wil ik buiten zijn, het gevoel hebben echt op weg te zijn. Over de Selfkant rijd ik noordwaarts, het eerste stuk doorkruis ik duits grondgebied. Hier mag ik niet stoppen zo is mij verteld. Ik haast mij over deze weg en hoop geen lekke band te krijgen.

De mist trekt langzaam op en vervaagt in een grijze wolkenmassa. De zon zal mij vandaag niet vergezellen. Via Koningsbosch rijd ik naar Posterholt en neem de klim naar Roermond, via buitenwijken langs flats met daarop enorme muziekinstrumenten geschilderd, een poging er nog iets van te maken van deze kolossen van beton, tref ik na een bocht net buiten de stad de rivier de Maas. Ze zal me vergezellen tot aan het einde van mijn reis vandaag. In Venlo steek ik de Maas over en fiets weg van de oever in de richting van Bergen. In Vierlingsbeek pauzeer ik voor de laatste keer vandaag. Ik ben bijna op mijn bestemming, Cuijk bereik ik om half vier in de middag. Een korte begroeting en ik ben alleen in de woonkamer, anderen werken en ik vermaak mijzelf.

Door de platen verzameling bladerend kom ik bekende namen van eerder tegen, toen ik nog kleiner was. De muziek waarmee ik opgroeide, Bee Gees, Stones, Boudewijn de Groot. En platen van Freek de Jonge, de laatste oude jaarsconference. Ik luister een stukje, ik ben niet geboeid, heb het al gehoord en ken de clou al. Het is niet nieuw. En na een dag vol nieuwe indrukken, wegen die nog onontdekt waren, zucht mijn brein naar meer, nieuw, nieuw, nieuw! Ik duik nogmaals in de stapel LP's. Creedence Clearwater, CCC, Deep Purple. Ik luister een nummer van de eerste, meer van hetzelfde, ik ken het deuntje. Nog een keer kijken, voor ik het helemaal opgeef en naar ander vertier zoek. Een laatse keer verleg ik platen van de ene naar de ander stapel. Een witte hoes, met een foto: twee mannen waarvan één in brand. Wat is dit? Hoe anders dit beeld dan mannen uit een ver verleden, met lang haar en een dopey uitstraling. Dit is een strak beeld, geregiseerd, als een shot uit een film. En dan het brede witte kader om de foto die brandend uitloopt in het wit. Een kunst-hoes. Geen marketing foto, maar een beeldmerk. Welke band is dit? Ik keer de hoes om, op de voorkant geen namen, geen tekst. Eveneens niet op de achterkant. Ook daar een foto, een man zonder gezicht in een woestijnlandschap waarvan het zand via het kader uit de foto loopt.

Ik haal de LP in haar binnenhoes uit de buitenhoes. Tekst op de binnenhoes, songteksten. De naam van de band. Ik lees vluchtig, onderwijl haal ik de LP eruit. Leg 'm op de draaitafel en laat de naald zakken. Ik wacht, het lijkt een lange aanloopgroef, maar nadat ik het volume heb opgedraaid blijkt de muziek meteen begonnen te zijn, heel langzaam neemt de luidsterkte toe. Vol onbegrip luister ik een paar minuten ademloos. Geen rock-ritmes, geen ballad, niets van wat ik ken. Dit is anders, vreemd, en raar. Wat een rare muziek, is dit wel muziek? Ik til de naald op en verplaats hem naar een flink stuk verder op de plaat. Er zit al meer ritme in en harmonie, maar nog kan ik het niet thuisbrengen. Het eerste nummer beslaat zowat driekwart van kant A van de LP. Een heel lang nummer, moet ik daar op gaan wachten? Ik snap de plaat niet, en de muziek kan ik niet plaatsen. Het past niet in wat ik ken, dit is nieuw, ja dat wel. Ik draai de plaat om. Op zoek naar iets dat ik kan koppelen aan voor mij bekende muziek. Ik vind het niet, ik begrijp het niet. Wie vindt dit nu mooi? Nog een keer probeer ik het, van vooraf aan. Ik raak verwarder en verwarder. Mijn definitie van muziek staat niet toe dit eronder te scharen. Vertwijfeld maar ook boos van onbegrip zet ik de draaitafel stil. De LP gaat weer in de hoes en op de stapel, dat nog net. Nog een keer bekijk ik de hoes, misschien vind ik hier een aanwijzing. Maar nee, ik kom er niet uit. Vandaag geen muziek meer voor mij, ik ga even op bed liggen, vermoeid van deze overdonderende nieuwigheid.

zaterdag 22 december 2007

Het Moment

Met mijn duim beroer ik je wang, het ronde deel, het zachte stuk. Één keer beweeg ik in een zachte streling, je vel verschuift, haast. Mijn vingertoppen steunen in je hals, ik voel je bloed kloppen in de zachte welving die de ader die naar boven kronkelt daar heeft gevormd. Nog een keer strijkt mijn duim over je wang, mijn vingertoppen ervaren een ritmewisseling, heel licht heel zacht, je bloed stroomt sneller. De warmte die uit je hart omhoog wervelt door je hals, ik voel haar, via mijn vingertoppen, mijn vingers, mijn pols en zo door mijn aderen, in een gestage stroom naar mijn hart. Je verwarmt me en ik ontrek wat warmte aan jou. Ik streel, een derde aanraking van duim op wang. De beweging eindigt, net onder je oog. Mijn duim rust, vlak voor je oor, ik voel de stevigheid van je jukbeen, dat de ronding van je wang opvangt in kracht.
Mijn ogen luiken iets naar boven. Van mijn duim via je jukbeen, wang en zo naar de voorkant van je gezicht, naast je neus en langzaam omhoog. Met je blik vang je mijn ogen wanneer ze de beweging naar boven willen doorzetten. We kijken elkaar aan, doordringend, indringend. Je pupillen wijd, je ogen donker, je blik is open, bijna vragend. Ik neem iets waar in een hoekje van mijn gezichtsveld. Je opent je mond, even maar een kleine donkerte in de uithoeken van mijn gezichtsveld, je tong likt je lip, een fractie van wat vocht blijft achter in een glinstering van licht. We kijken elkaar aan, we verdrinken langzaam in elkaars ogen, een minuut, misschien iets langer.
Ik buig mij naar je toe in een trage beweging, mijn hand verschuift van je hals naar je nek, in een ronde streling neem ik je mee in mijn beweging. Je wacht, beweegt niet. Mijn duim beroert even je oorlel, onbedoeld. Onze ogen zijn haast verweven, met onzichtbare draden houden we elkaars blik gevangen. Nogmaals streel ik je oor. In de uiterste hoek van je linkeroog ontwaar ik een lichte reactie, een spiertje dat samentrekt. Je lacht, haast onmerkbaar, meteen veert mijn hart op, het klopt sneller, mijn grip in je nek verstevigt. In je ooghoek ontwaar ik een zweem van een traan, wat vocht dat opwelt boven het onderste ooglid. Mijn beweging naar je toe vertraagt, jij slaat je ogen neer, een kort moment. Haast raken onze voorhoofden elkaar, je kijkt weer op, we zijn bij elkaar, bijna. Je mond, weer wijken je lippen even, een lichte zucht ontsnapt, mijn andere hand raakt jouw vingers, je palm, en neemt je pols. Mijn grip steviger, jij reageert, je hand brengt de onzen omhoog tot aan mijn schouder. We staan hart aan hart, je raakt me aan, je hand is warm en zacht. Langzaam sluit je je ogen en ik volg, je adem verwarmt nu mijn hals en je buigt in een lichte beweging je nek. Je schept ruimte en bent in een moment heel dicht bij me. Jouw lippen raken de mijne en in een warme gloed vinden we elkaar.

zondag 16 december 2007

Voy al Casa

Ik ben er weer, thuis. Daar waar ik nu weer thuis ben, na twee weken Madrid, waar ik me ook thuis voelde. Het maakt niet uit waar ik ben, ik voel me thuis omdat ik er ben. Ook al voelt het nu even vreemd om niet over Plaza Mayor te kunnen slenteren en te kijken naar alle mensen. Te genieten van het spel dat daar wekelijks wordt opgevoerd door talloze straatspelers. En over een half uurtje mijn dagelijkse wandeling naar de Cerveceria Alemana, vandaag moet ik het missen. Zoals ik veel moet missen omdat ik weer hier ben. Waar het bier weer hollands smaakt en mijn tong een vreemde smaak waarneemt, huh is dit ook bier? En straks later op de avond zal ik zonder vino zijn, niet kunnen staan aan de toog van La Venencia en er een cecina bij bestellen.

IMGP7181

Maar ik ben weer thuis, en thuisgebracht door mijn vriend, Lodewijk. Hoe fijn het is om weer te praten met iemand die zo dicht bij je staat. Die je niet je hele verhaal hoeft te vertellen om begrepen te worden. Dit is geweldig thuiskomen, in alle rust gesteund. Ja het voelt goed om er weer te zijn, anders dan toen ik ging. Rijker, veel rijker. En rustiger. Ik heb het gedaan, meegemaakt en er uitgehaald wat ik er nu uit kon halen. En dat is meer dan ik vooraf voor mogelijk hield. Mijn eerste gedachte was: als ik maar in Madrid kom, dan heb ik al veel gewonnen. Het is zoveel meer dan dat gebleken! Ik heb vrienden gemaakt, en ook weer verloren. Gelachen en gehuild. Gesproken, met iedereen. En geschreven, veel geschreven.

De komende weken zal ik nadenken, over alles wat in deze twee weken en de twee maanden daarvoor is gebeurd. Met mij, en met degenen die dichtbij mij staan. En ik zal voor mezelf een balans opmaken. Wat wil ik verder nog? Madrid is mij zo goed bevallen dat ik nu al weet dat ik terug wil. Om te beginnen voor een paar weken. En wie weet voor veel langer. We zullen zien: veremos!

dinsdag 11 december 2007

Maite

"I met her in a bar down in old Madrid
Where you drink sherry and it tastes like wine
See-oh-el-aye vino
She walked up to me and she asked me to dance
I asked her her name and in a dark brown voice she said Maite
El-oh-el-aye Maite ma-ma-ma-ma Maite!"

Zaterdagavond, stapavond. Na een paar biertjes in Cerveceria Alemana, en een inspirerend gesprek met twee roermonders, verhuis ik met erg goede zin naar La Venencia, voor een paar vino's en de drukte. Naast de trap vind ik nog een plaatsje, ik blijf hier een tijdje staan genieten van een palo cortado, een cecina, het geroezemoes dat aanzwelt in de nabijheid van de nacht en het kijken naar alle mooie mensen om mij heen. Hier is het goed, mijn sfeer, mijn plekje. Een groepje stappers is op zoek naar een plekje om te zitten. Wat stoelen verhuizen van het podium naar beneden en weer terug. Antonio verbiedt de verhuizing van zijn meubilair, het moet wel gezellig blijven. Het is druk, lekker druk. Op het podium, achter boven, komt aan de grote tafel een plekje vrij. Ik verhuis van mijn staanplaats, om te zitten en te kunnen schrijven. Het gesprek met Jan en Marga en de drukte hier schenken me de nodige inspiratie. In 10 minuten schrijf ik mijn gedachten leeg in 5, 6 pagina's.

Om bij te komen haal ik een volgend wijntje, net op het moment dat mijn tafelgenoten opstappen. Het groepje dat eerder de stoelendans opvoerde, ziet haar kans schoon, ze invaderen de grote tafel. Mijn bestelling komt eraan, ik neem een tree van de trap en kijk wat er met mijn plekje gebeurt en gebaar naar de verbaasde jongedame dat ik op het hoekje zit en terugkom. Ietwat vertwijfeld wordt er geknikt. Mijn spullen blijven waar ze zijn. Later zal blijken dat er wat ongerustheid was over mijn achtergebleven rugzak, men is hier erg voorzichtig met spullen: bright lights, big city!

Terug op het podium is de tafel gevuld, zes mensen: drie vrouwen, drie mannen. Mijn kant van de tafel is vrij, ik kijk verontschuldigend naar de twee dames links van mijn plekje en de heren aan de rechterkant: "is het goed als ik hier aanschuif", oftewel: "leuk dat jullie bij mij komen zitten!" Ik voorzie meer inspiratie en een gesprek. Ze drinken verschillende wijnen, er komt een fles op tafel. Ik pak mijn spulletjes om verder te schrijven, de dame links van mij kijkt wat ik doe. We raken in gesprek, vanzelf zonder verdere aanleiding. Zo snel mijn spaans en haar engels willen vlotten vliegen de vragen over tafel. Vragen? Vragen??? Ja ze stelt vragen! Veel vragen. Hee, wacht even! Ik was toch degene die hier de vragen stelde?

Maite heet ze, kort voor Maria y Teresa. Ze zijn op stap, zaterdagavond. Zij oorspronkelijk baskisch (!), haar zusje Cristina (let op zonder h!) een biologe die goed op haar grote zus past, vriendin Emma met novio Nils uit Duitsland. Luis, de broer van Emma, en Cesar de ietwat stille artiest, een beeldhouwer. Op twee na allen architecten. Voor ik het weet ben ik in deze groep opgenomen. Ik voel mij weer een beetje student, stappen op zaterdagavond en maar zien waar het eindigt. Het is pas net begonnen, elk onderwerp is goed hier in deze conversatie voor 7. Er komen nog meer flessen op tafel. Het rumoer en de gezelligheid nemen toe. We maken grappen en dagen elkaar uit. De sfeer is uitstekend, dit zijn goede vrienden en ik voel me thuis bij hen.

Vanaf het eerste moment voel ik me op mijn gemak bij Maite. Dat ze net zo vragerig is als ik, vervult me met plezier. In haar ogen zie ik een vuur branden: vertel me hoe het zit, wie ben jij, wat doe je, wat brengt je hier, wat houdt je bezig? Allemaal ook mijn vragen, ik wil snel antwoorden om haar antwoorden te weten. Al pratend maak ik wat aantekeningen, de feitjes die ik ga vergeten. Nu hier schrijvend herbeleef ik het fijne gevoel om opgenomen te zijn in haar vriendengroep. Ze nodigt me uit mee te drinken met hen, Nils schenkt bij. Met eenieder heb ik een korter of langer gesprek. Er is over en weer interesse in en ruimte voor elkaar. We spreken over architectuur, beeldhouwen, wonen, de huizenmarkt, taal, grammatica, kunst, cultuur, de verschillen, de context en het spaanse "ongeveer".

Rond twee uur kondigt Antonio het eind der tijden aan, het licht gaat even uit. We worden geacht ons geld achter te laten en af te taaien. Bij het naar buiten lopen, vraagt Maite me mee te gaan naar Kardomomo, een club waar Gitanos dansen op de flamenco, een happening. Of ik daarvan houd, flamenco. Vraag 724 is dat. Ik hoef niet na te denken, ik loop al mee, het is drie deuren verder. Koud binnen, onze spullen weggestouwd op en in een barkruk, pakt Maite me bij mijn handen en we beginnen te dansen. Heerlijk ongedwongen genieten we van de muziek. Het lijkt alsof dit elke week zo gebeurt. Oude tijden herleven. Nee onzin! Nieuwe avonturen dienen zich aan. Ik voel me opgetild door Maite's ongedwongenheid. Steeds nodigt ze me uit, en telkens is mijn lichaam eerder met reageren dan dat mijn brein een antwoord kan verzinnen. We dansen, omdat het zo is, omdat we hier zijn, samen.

Het eind van de avond komt eerder dan ik wens. Mijn geest is helder ondanks de drank en mijn lichaam voelt relaxed. Dit moment mag langer duren. We krijgen vlak voor sluitingstijd nog een staartje mee van wat Gitanos die zich uitleven op de flamenco, vol vuur wordt er gedanst, gestampt met laarzen en in een opzwepend ritme in handen geklapt. Of je wil of niet, je doet mee, de muziek en de broeierige sfeer geven je lichaam het signaal: dans! Buiten nemen we deel aan een typisch spaans tafereel. Lang delibreren over wat te doen. Voor nu: hoe komen we thuis, voor later: wat doen we morgen. Een derde uitnodiging van Maite volgt. De rastro, zondag om half een. Ze sms't me, morgen. Met drie kussen nemen we afscheid, tot morgen!

zondag 9 december 2007

Conversaciones en España

Spanjaarden praten graag en veel, claro. In al hun gesprekken kunnen ze zeggen wat ze willen, heftige discussies zijn niet uitgesloten. Maar altijd willen ze in gesprek blijven. Echt ruzie maken is er dus niet bij. Er zijn drie belangrijke manoeuvres in een spaanse conversatie die daarbij gebruikt worden. Wanneer er mogelijk sprake is van het aanduiden van een verschil tussen beter en slechter dan zal een spanjaard daar eerder op een mooie manier geen antwoord op geven dan het gevaar te lopen een duidelijke keuze te maken. Bij de vraag wie vind je leuker, haar of mij, antwoord een spanjaard met "Hay diferencias". Zeer diplomatieq en op de vervolg vraag qan dan weer een uitweiding volgen, het gespreq is nooit af met een spanjaard.

Wanneer je de spaanse taal nog niet zo machtig bent, dan loop je het gevaar dat je denqt je spaanse gespreqspartner te begrijpen wanneer je weet welqe woorden hij gebruiqt. Vergissing! Hou altijd in je achterhoofd: alle beteqenis hangt af van de context. Als je recapituleert en zegt: "je bedoelt dus...", dan qan je gesprespartner zeggen: "mogelijq, maar het hangt wel van de context af." Valt er in een gespreq toch een iets stevigere uitspraaq te noteren dan wordt er vaaq snel aan toegevoegd: "mas o menos". Oftewel: "iq zei net wel dat het zo is, maar iq bedoel dat het ongeveer zo is". Spanjaarden zijn er meesters (en meesteressen) in om een conversatie eindeloos op gang te houden en voor de speldepriqjes die ze uitdelen om het gespreq leuq en spannend te houden, hebben ze methodes gevonden om ze te neutraliseren. Wil je echt weten wat een spanjaard van iets vindt? Praat dan over voetbal.

zaterdag 8 december 2007

Chicas y Mujeres

Het jachtseizoen is geopend. Op chicas en mujeres kan in Madrid ongelimiteerd gejaagd worden. Op beide in een eigen stijl en met een specifiek doel. Het globale doel is hetzelfde: veroveren. Maar beter nog is het om tegelijkertijd veroverd te worden. Echter, chicas veroveren nog niet zelf. Chicas hebben nog geen vaste plek in het leven en ze weten nog niet precies wat ze met hun buit moeten doen. Chicas zijn net jonge hondjes, puppies: springerig en naief. Maar toch niet helemaal, want chicas weten wel wat ze niet willen. Hun grenzen liggen vast, schijnbaar. Omdat ze chicas zijn kunnen hun grenzen verschuiven. Vandaag is het nee, morgen ja en overmorgen weer nee. Chicas zijn net zo onvoorspelbaar als jonge katjes. Ze spelen met je en plotseling, zonder een "verklaarbare" aanwijzing bloed je. Je hebt het niet zien aankomen, haar scherpe nageltjes zitten al in je vlees voordat je doorhad dat ze naar je uithaalde. Daarom, juist daarom is het jagen op chicas zo spannend en gevaarlijk tegelijk.

Je weet nooit wat er volgt, wat haar reactie is op jouw voorbereide volgende aanval. En was het gisteren links, vandaag kan het nog steeds links zijn maar net zo goed voor, achter, opzij of iets wat je totaal niet verwacht. Het is niet te voorspellen wat zal doen. Onvoorspelbaar als het leven zelf, dat zijn chicas. Het is een kunst om je over te geven aan haar grillen, dan wordt de jacht een dans voor twee. Probeer haar ritme te volgen en haar uit te dagen tot een stap die iets verder reikt dan haar grens. Ze slaat dan graag haar nagels uit om daarna weer de onschuld te kunnen spelen. Het spel heet aantrekken en afstoten en is al zo oud als de wereld. Er zijn geen regels, er zijn geen winnaars, enkel de spelers en het spel.

Ik dans met mijn chicas in een ritme dat mij bevalt. Of andersom, mijn chicas willen met mij dansen en hun ritme bevalt mij. Hier in Madrid, hoe anders dan in Nederland, voel ik niet dat ik iets te verliezen heb in deze dans. Hier heb ik enkel te winnen. Niet het spel, nee. En ook niet de chica. Het gaat niet om de verovering van de prooi, het winnen van iets buiten mijzelf. Wat ik te winnen heb is meer van mijzelf. Ik kom met elke pas in de dans dichter tot de kern van mijzelf. Wat wil ik in dit leven en als met iemand samen, met wie dan? Welke dans moet zij dansen voor mij om mij uitgenodigd te voelen? Het antwoord op die vraag is mijn buit van de jacht.

Voet tussen de deur

"Voet tussen de deur", kent u die uitdrukking, lezers? Op deze wijze begint Ds. Gremdaat zijn gesproken column. En ik neem het maar even van hem over, hier in Madrid. Nee, veel dominees heb je hier niet. Maar gelovig zijn de spanjaarden zeker wel. Katholiek natuurlijk en van een andere orde dan de italianen. Veel strenger. De italianen hebben de paus, en leven er gewoon op los. De spanjaarden zijn veel godsvrezender. Jaren van onderdrukking, het is nog maar 29 jaar geleden dat de dictatuur tot een einde kwam, hebben er voor gezorgd dat veel spanjaarden nog doorvoed zijn met angst. Angst voor de staat, angst voor de kerk en angst voor god.

Dat voel je overal in de stad, en je ziet het ook. Veel mensen kijken angstig uit hun ogen. In een grote stad natuurlijk niet zo vreemd, met zoveel mensen bij elkaar moet je goed passen op huis en haard. Maar hier in Madrid is de angst wat groter dan elders. Er wordt ook minder gelachen, op straat kijkt iedereen nors voor zich uit. Zijn de mensen onvriendelijk dan? Nee hoor, maar ik krijg de indruk dat genieten in Spanje nog maar recentelijk is uitgevonden. Spanje is, al lijkt het in europees verband misschien anders, nog steeds een land van armoede. Zowel financieel, de mensen zijn gemiddeld minder rijk dan in de rest van west-europa, als geestelijk. De jaren van beperkingen tijdens Franco hebben diepe wonden geslagen in het geestelijk welbevinden van de bevolking. Dit volk is jarenlang getergd en geknoet, in alles.

Het verband tussen de dictatuur van Franco en de katholieke kerk heeft veel spanjaarden ook in vewarring gebracht over hun geloof. Tijdens die periode was het eenvoudig kiezen, katholiek zijn was veilig. Maar vanaf de jaren tachtig hing er toch een zweem van "fout zijn" over je als je katholiek bent. Die gespletenheid zie je hier en daar terug in de spaanse samenleving. Of men houdt streng, strenger dan elders, vast aan de katholieke normen en waarden, of men heeft ze volledig verlaten. Zo ook mijn "mujeres". De twee dames bij wie ik in huis verblijf. Dat wil zeggen dat ik er slaap, ontbijt en indien toegestaan een douche neem. Ze zijn van de orde van "Voet tussen de deur". U kent ze wel dames en heren: de Jehova´s getuigen.

Wat een rare term eigenlijk: "Voet tussen de deur". Hoe doe je dat: "een voet tussen de deur zetten." Maar goed, het is maar een uitdrukking, de betekenis is duidelijk. Zodra de deur open is, zal iemand van die orde er alles aan doen om de deur verder te openen. Zo ook mijn mujer: Ma Carmen. De tweede dag al kreeg ik de blaadjes van de orde in mijn handen gedrukt. Haar moeder Julia spreekt voortdurend over de chaos op aarde in het huidige tijdperk. De aankondiging van het eind der tijden en dat alleen zij die geloven gespaard zullen worden. Ik heb enig medelijden met hen. Hun angst om echt te leven, hun pertinente afwijzing van alles wat "kwaad" is, zoals ziekte, oorlog, ruzie, en de beperkingen in genieten die zij zichzelf opleggen.

Het is zo´n verspilling van energie, verloren energie. Het verzet tegen het kwaad, dat zij benoemen als het menselijke, en daarnaast hun geloof in en verlangen naar het goede dat goddelijk is. Voor mij is het een uiting van hulpeloosheid, het overgeven aan een externe entiteit om zo de eigen verantwoordelijkheid voor een gelukzalig leven niet te hoeven dragen. Alleen het volgen van de regels die gelden - die overigens door mensen zijn geschreven - is voldoende om straks, na de dood of ten tijde van het armageddon, de gelukzaligheid te verwerven.

Het gesprek hierover volgt mogelijk nog, op dit moment reikt mijn spaans niet zover om er een boom over op te zetten met mijn "mujer". Ik ben op bezoek en pas mij waar mogelijk aan. Dat ik niet geloof is toegestaan in haar huis, gelukkig, we leven in een land van vrije meningsuiting. Dat is geen grap, ten tijde van Franco waren er veel zaken verboden. De broer van Maria Carmen heeft destijd in de gevangenis gezeten voor dienstweigering. Laat zeker zijn dat het er daar anders aan toeging dan in Nederland met dienstweigeraars!

In de cultuurles van enige dagen geleden kwamen strips aan de orde die handelden over het franco regime. Geen frisse plaatjes, maar allemaal gebeurd, zo´n dertig jaar geleden, in west europa. Nog steeds voelt Spanje en met name alle spanjaarden, geen verbintenis met de rest van Europa. Ze zijn destijds in de steek gelaten. Sterker nog: er is nooit hulp geweest voor de onderdrukte spanjaarden vanuit europa ten tijde van franco. Europa is nu handig voor de financiele ondersteuning, het toerisme brengt geld binnen. Maar verder hebben de spanjaarden weinig vewachtingen bij Europa. Het zal nog minstens een generatie duren voordat de ergste pijn van het voorbije regime is weggesleten.

Los Viñedos

Vandaag is volgens mijn kalender Erik O. jarig, maar het zal wel de twaalfde zijn. Al jaren vergis ik me in zijn geboortedag, ik houd stug vol. Ik zit in Los Viñedos, naast de "oude" Don Quijote school, gisteren had ik hierboven nog les, vanaf maandag zitten we op een andere locatie. Waarschijnlijk is dit de laatste keer dat ik hier kom, en nu zijn de zoete croissants ook al op. Van ellende doe ik vandaag een koffiebroodje. Verrassing: het smaakt helemaal naar Fries suikerbrood: "lekker beppe, sukerbolle!". Ik ben meteen weer thuis, Fryslañ in Madrid! ¿Que estraña? Het is half één en de spanjaarden zijn al aan het bier. Tja, weekend en na twaalf uur, wat kan ik ervan zeggen: het is toegestaan.

Deze ochtend kletste ik bij met Ma. Carmen die vooral zelf wil praten. Ze schijnt me eenzaam toe en dat begrijp ik. Ze vertelt dat Segovia mooier en beter is om naar toe te gaan dan Avila. Avila is veel religieuzer en er zijn veel meer oude doden. Angst in haar ogen: in Avila kom je op het verkeerde pad. Ik zeg haar dat Clara, de profesora van de cultuurklas juist Avila interessanter vond. Minder toeristen en een echte Historie. Dat is dus het verschil tussen willen weten en kennen en jezelf verstoppen. Need I say more? Het neigt ernaar dat Ma. Carmen de hoofdpersoon in mijn boek wordt!

Ze vraagt me of het goed is dat ze mijn kamer maandag pas schoonmaakt. Ze heeft een of andere smoes die ik toch niet begrijp en ik knik dus maar van ja. Één discussie per dag met haar is wat ik net aankan. Ik zie de graagte in haar ogen om mij te vertellen hoe het zit met Jehova. Ik heb geduld, veel geduld. Over het hare ben ik niet zo zeker.

zaterdag 1 december 2007

Wake up in a city that is new

Twee maanden geleden, op 1 oktober precies te zijn, ging voor mij het licht weer schijnen. Eerst een beetje maar al snel werd het een grote vlam die ook in mij ging branden. Een maand geleden op 1 november startte vervolgens een nieuw avontuur, ik werd schrijver en kon weer verder met een nieuw hoofdstuk in mijn leven. En vandaag op 1 december 2007 werd ik wakker in een nieuwe stad. Madrid, niet eerder was ik hier, ik overwon mijn angst om deze reis alleen te maken en hier ben ik. Gisteren kwam ik aan, maar het wakker worden in zo'n stad, een miljoenenstad met leven dat de hele dag doorgaat, dat is de toets of je er thuis kunt zijn of niet. Vandaag heb ik het ervaren. Ik doe als een spanjaard nee ik moet zeggen Madrileen, eet als een Madrileen, wandel, ga met de metro als een Madrileen, ja ik voel me hier thuis. Ik blijf!

Gisteren verkende ik vluchtig de stad. Op het vliegveld trof ik Eline, 19 jaar uit Amsterdam. Beiden onhandig met de kaartjesautomaat voor de metro, ik iets eerder dan zij, kwamen we even in contact. Ik hielp haar op weg en hielp zo mezelf ook verder, de automaat was daarna de eenvoud zelve. Ik had daarvoor wel 2 keer uitleg gekregen van een overigens erg vriendelijk spaanse dame, die er daar gewoon voor zat. Op het perron van de metro naar de stad kwam ik haar weer tegen, Eline. We raakten aan de praat en besloten om samen naar het centrum te reizen. Ruim een half uur met de metro inclusief 2 x overstappen.

Ze is wat onwennig in het contact, ik begin de conversatie. Er dreigt een kleine aanvaring, ik zie haar blozen wanneer ik haar vraag of ze ook op mijn vlucht zat. Ik schakel naar het onderwerp schrijven en ik zie een lichtje fonkelen in haar ogen: gedichten schreef ze, voor zichzelf om haar emoties een plaats te geven. We hebben iets gemeenschappelijk en het gesprek vlot verder langs sport, fotografie, Madrid, reizen, kunst, cultuur, studeren. Voor we het doorhebben zijn we op metro station Gran Via, mijn eindpunt van deze korte reis. Ik neem afscheid van haar, ze gaat op zoek naar "de beer die appeltjes uit de boom eet". Daar ziet ze haar vriendin later op de dag, de vriendin die al een tijdje in Madrid woont.

Ik heb nog wat te regelen voordat ik mijn flat in kan. Eerst de sleutels ophalen, Gran Via 15, Hotel Plata. Geen sleutels, is het nog te vroeg? Wel heb ik hier een gesprekje met een Roemeense die op mijn vraag hoe ze het vind in Spanje, haar hart lucht: ze mist haar vaderland en Spanje is zo dor en droog. Eens zal ze terugkeren, ook al is het land erg arm en zijn de kansen op een welvarend leven klein. Geluk zal ze er zeker vinden.
Om de hoek is Don Quijote - de school - gevestigd. Calle de la Virgen de los Peligros. Ik zoek me rot, maar kom er pas met de hulp van 3 Madrilenen: een man die een taxi voor me aanhoudt om te vragen waar die "maagd van het gevaar" ergens zit. En dan loop ik er nog 3 keer voorbij voordat ik het bordje naast de deur zie. Huisnummers vinden levert je hier een stijve nek op. En nekklachten heb ik al, zover kan ik helemaal niet omhoog kijken! Ik ben oveweldig door deze stad. Hele grote gebouwen, brede straten, veel verkeer, heel veel mensen en continu lawaai. Het is hier 24 uur per dag kermis, zo'n geluid. En de lucht. We hadden een "knijp" moment, Eline en ik, bij het verlaten van de metro. De trap oplopend snoven we allebei tegelijkertijd onze neus op, om te ervaren hoe deze stad ruikt, maar ook om frisse lucht binnen te krijgen na de bedomptheid van de metro. Tegenvaller, een vieze geur van rook walmde ons tegemoet. We lachten om onszelf: wat grappig zo'n zelfde behoefte om de stad op te willen snuiven.

Ook bij don Qujiote geen sleutel, ik had meteen naar het adres van Maria Carmen gemoeten. Tja dat stond niet zo in de brief. Het maakt niet uit, ik heb een leuke ontmoeting kado gekregen op mijn reis met de metro. Het is goed zo. Eerst maar even wat eten. Nog onwennig in deze grote stad, stap ik bij de McDo aan de Gran Via binnen. Een cafe solo en een muffin. De koffie is fantastisch!
Hierna op naar het adres dat ik bij me heb. Hmm, wel spannend, hoe zal ze eruit zien? Hoe is haar moeder? Hoe ziet mijn kamer eruit?