Ze maakt de knoopjes van haar jas los en wurmt één voor één haar armen uit de mouwen. De capuchon bedekt nog steeds haar hoofd. Als laatste tilt ze de jas in één beweging aan het puntje van de capuchon op en stapt er vlug onderuit. De bloedrode zijde jurk die ze draagt, vangt geen enkele druppel. Ze reikt mij de jas aan. Wanneer ik 'm aanpak en weghang, wiegt ze een paar maal krachtig met haar hoofd. Haar lange blonde krullen vallen als een brede waterval tot over haar schouders en bedekken aan de voorkant deels het in een V-vorm uitgesneden decolleté. Ze is slank, de strak gesneden jurk valt tot net boven haar knie, die iets boven de mijne uitsteekt dankzij haar extreem hooggehakte pumps.
"Oef, dat is een stuk beter. Zullen we naar binnen gaan?"
Mijn mond valt open van haar brutaliteit. Even twijfel ik of ik haar niet meteen weer weg moet sturen.
"Euh, wat kom je doen? Wie ben je? Waarom ben je hier? Ken ik jou?"
"Nou, nou, dat is ook geen originele opening!" Ze kijkt me uitdagend aan en duwt met haar felrood gelakte nagels vooruit gestoken mij lichtjes naar achter en stapt dan voorbij. Alsof zíj hier woont en niet ik. Verbaasd blijf ik even op de mat staan.
"Hé, ik..." Ze overstemt me: "Oh wat een mooie bank" en ploft neer waar ik zo-even nog lag te soezen met gedachten aan: haar!
Nu ik haar in het volle licht in mijn woonkamer zie, merk ik dat ze veel lijkt op de vrouw waar ik net van droomde.
"Kom je even naast me zitten?", klapt ze heel cliché met haar hand op de bank. Ze kijkt me vragend aan, zonder enige gêne.
"Ik begrijp niet zo goed wat je hier doet, wil je me vertellen wie je bent en waarom je hier bent?"
Ik raak meer en meer in de war. Van de situatie, maar ook van haar verschijning. Ze is mooi, op een aparte manier. Haar schoonheid lijkt artificieel, een soort barbie schoonheid. Ze zou zo uit de Playboy kunnen zijn gestapt. Ik kan geen onregelmatigheid aan haar ontdekken, alsof iemand haar net gepaintshopt heeft.
"Kom eerst maar even zitten, dan praten we wat."
Ik neem naast haar plaats, scheef op de bank gezeten, een metertje van haar af zodat ik haar goed kan aankijken en ze op een veilige afstand van me is. Deze situatie komt me niet al te vertrouwd voor. Ik ben niet bang, maar enigszins verontrust. Ik voel me ongemakkelijk, ik ben de controle kwijt en ik verwacht dat er elk moment 'iets' kan gebeuren. Toch geef ik telkens gehoor aan wat ze van me vraagt.
"Ben je bang voor me?", vraagt ze met een brede glimlach. "Dat hoeft niet hoor, ik eet je niet op, ik bijt hoogstens."
Een hoge schelle lach volgt. Ze heeft duidelijk plezier in de rol die ze speelt.
"Ga je me nog vertellen..."
In een fractie van een seconde zit ze naast me en smoort mijn zin in een warme kus.
Perplex, niet wetende of ik kwaad, geschokt of opgewonden ben, glijd ik half verlamd achterover tegen de leuning van de bank aan. Ik voel mij een lam dat naar de slachtbank wordt geleid. Ze zet een been tussen de mijne en leunt met haar lichaam voorover. Nu ligt ze bovenop mij. Met haar tong probeert ze mijn mond binnen te dringen.
Met beide handen pak ik haar polsen en duw haar van mij af. Ze balanceert rond haar middel, kijkt me uitdagend aan en steekt dan haar tong uit. Weer volgt een schelle hoge lach. Ze kirt: "kom op, ik voel dat je best zin hebt, je mag even tegenspartelen om de spanning op te voeren, zo meteen zullen de rollen omdraaien."
"Wat doe je? Wie ben je?"
In plaats van te antwoorden, begint ze met haar heupen tegen mijn geslacht op te rijden. Met haar rechterbeen dat op de grond steunt, duwt ze haar bovenbeen krachtig tegen mijn kruis. In een traag ritme vrijt ze me op. Ik voel de warmte van haar schaamstreek over mijn linkerbovenbeen schuren.
Nog steeds kijkt ze me strak aan.
"Lekker?", vraagt ze met zwoele stem.
"Verdomme, je bent gewoon een hoer! Ga van me af!"
Met een laatste restje morele overtuiging probeer ik haar van mij af te duwen. Mijn onderlichaam protesteert tegen de mechanische weerstand die mijn handen op haar uitoefenen. Ik voel dat ik een stijve heb. Mijn bekken vibreert schokkerig mee wanneer haar wiegbeweging van richting verandert. Mijn lichaam geeft het verzet op, ik verander in een biologisch nuttige structuur, het morele, rationele wezen dat ik daarstraks nog was is even boodschappen doen.
Wordt vervolgd
vrijdag 19 september 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Dat was een kort voorspel Rob, hahaha!
Maar schrijf vooral verder over biologisch nuttige structuren, dat gaat je goed af!
Een reactie posten